ECLI:NL:OGHACMB:2017:29
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- G.C.C. Lewin
- S.A. Carmelia
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbitraal beding en rechtsverhouding tussen opdrachtgever en architect
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap Sapias Holding B.V. tegen de besloten vennootschap Studio Acht-Caribbean Architects B.V. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil dat voortvloeit uit een contract tussen Sapias en Elite Contractor B.V., waarbij Studio Acht als architect optrad. Sapias had eerder een incidentele vordering tot onbevoegdverklaring ingesteld, stellende dat de Uniforme Administratieve Voorwaarden 1989 (UAV 1989) van toepassing waren, die een arbitraal beding bevatten. Het Gerecht in eerste aanleg (GEA) had deze vordering afgewezen, waarop Sapias in hoger beroep ging.
De procedure begon met een beschikking van het Hof op 23 juni 2015, waarin Sapias toestemming kreeg voor tussentijds hoger beroep. In de memorie van grieven voerde Sapias vier grieven aan tegen het tussenvonnis van het GEA, met als doel het vonnis te vernietigen en Studio Acht niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering. Studio Acht bestreed de grieven en vroeg het Hof het vonnis te bevestigen.
Het Hof oordeelde dat de UAV 1989 primair bedoeld zijn voor de relatie tussen opdrachtgever en aannemer, en dat de bepalingen van het contract niet wijzen op een directe rechtsverhouding tussen Sapias en Studio Acht. Het Hof bevestigde het vonnis van het GEA en veroordeelde Sapias in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke contractuele afspraken en de rol van arbitrage in geschillenbeslechting.