Uitspraak
de erven van [betrokkene 1],
[betrokkene 3],
[betrokkene 4],
[betrokkene 5],
de erven van [betrokkene 6],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de erven van [betrokkene 1] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, waarin een verdeling van de nalatenschap van [betrokkene 6] werd vastgesteld. De erven van [betrokkene 1] hebben in hoger beroep twee grieven ingediend, waarbij zij een andere verdeling van de nalatenschap vorderen. De erven van [betrokkene 2] hebben ook hoger beroep ingesteld tegen hetzelfde vonnis, met de eis dat de verdeling op een andere manier wordt gelast. Het Hof heeft vastgesteld dat de oproeping van de erven van [betrokkene 6] niet rechtsgeldig was, omdat hun woon- of verblijfplaats onbekend was. Dit gebrek in de oproeping heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van de erven van [betrokkene 2] in hun vordering. Het Hof heeft het vonnis van het GEA vernietigd voor zover het in conventie is gewezen en de proceskosten gecompenseerd. De beslissing benadrukt het belang van rechtsgeldige oproeping van alle deelgenoten in een verdelingsprocedure.