ECLI:NL:OGHACMB:2017:259
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- G.C.C. Lewin
- F.V.L.M. Wannyn
- K.A.M. Lasten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake betaling van bouwmaterialen en griffierecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dat op 25 mei 2016 is uitgesproken. [Appellant] had in eerste aanleg betaling gevorderd van een bedrag van US$ 5.329,56, maar heeft deze vordering in hoger beroep verminderd tot US$ 4.836,42. De tegenpartij, BamBam Constructions N.V., heeft in reconventie betaling gevorderd van US$ 1.787,06. Het GEA heeft de vordering van [appellant] in conventie afgewezen en de vordering van BamBam in reconventie toegewezen. Het hoger beroep van [appellant] is gericht op toewijzing van zijn vordering en afwijzing van de vordering van BamBam.
De griffier heeft vastgesteld dat [appellant] een direct geldelijk belang heeft van in totaal US$ 6.623,48, wat betekent dat het griffierecht moet worden getaxeerd op NAf 1.500,00. Er is reeds een bedrag van US$ 502,00 betaald, waardoor er nog US$ 338,00 nageheven moet worden. [Appellant] krijgt de gelegenheid om dit bedrag binnen zes weken te betalen, met een uiterste datum van 5 december 2017. De zaak wordt verwezen naar de rol voor akte uitlating griffierecht aan de zijde van [appellant]. Het Hof houdt verdere beslissingen aan tot dat moment.
De uitspraak is gedaan door de rechters G.C.C. Lewin, F.V.L.M. Wannyn en K.A.M. Lasten en is op 24 oktober 2017 in het openbaar uitgesproken in Curaçao.