ECLI:NL:OGHACMB:2017:257
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S.A. Carmelia
- J. de Boer
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in drugszaken met betrekking tot cocaïne-invoer in Aruba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 16 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De verdachte, geboren in 1986 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaren voor het opzettelijk invoeren van cocaïne op 4 maart 2016. De procureur-generaal had gevorderd dat het Hof het vonnis zou bevestigen. Tijdens de zittingen in eerste aanleg en hoger beroep zijn verschillende getuigenverklaringen en proces-verbaalstukken gepresenteerd, waaruit bleek dat de verdachte betrokken was bij het transport van meer dan 1100 kilo cocaïne in de territoriale wateren van Aruba.
De verdediging voerde aan dat het Hof niet bevoegd was om te oordelen over de zaak en dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden wegens een vormverzuim. Het Hof verwierp deze verweren en oordeelde dat het openbaar ministerie ontvankelijk was en dat de Arubaanse strafwet van toepassing was. Het Hof concludeerde dat er voldoende bewijs was voor medeplegen van het delict, waarbij de verdachte een actieve rol had gespeeld in het drugstransport. Het Hof bevestigde het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg, met enkele aanvullende overwegingen, en verklaarde dat de verdachte schuldig was aan het ten laste gelegde feit.