ECLI:NL:OGHACMB:2017:248

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 september 2017
Publicatiedatum
6 juni 2019
Zaaknummer
100.00421/16 -177/2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in hoger beroep inzake strafzaak na gevolgen orkaan Irma

Op 20 september 2017 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, die in hoger beroep was gegaan tegen een eerder vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De zaak betreft een verdachte die op 23 november 2016 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, heeft in hoger beroep gevorderd dat het Hof het vonnis zou bevestigen, behoudens ten aanzien van de straf, en de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van achttien maanden.

Tijdens de beraadslaging heeft het Hof vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig was geweest, mede door de gevolgen van de orkaan Irma, die Sint Maarten had getroffen. Het Hof heeft aangegeven dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mogelijk zijn gewijzigd en dat het wenselijk is om hierover op een nadere terechtzitting te worden voorgelicht. Tevens is het gerechtsgebouw in Sint Maarten beschadigd, waardoor het niet mogelijk was om daar een uitspraak te doen.

Het Hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen tot een nadere terechtzitting op 2 november 2017 om 9:30 uur in Curaçao, waarbij gebruik zal worden gemaakt van een directe beeld- en geluidsverbinding met het Court House in Sint Maarten. Het Hof heeft benadrukt dat de openbaarheid van de uitspraak van het eindvonnis van groot belang is voor een eerlijk proces, en dat het daarom noodzakelijk is om de zaak opnieuw te behandelen.

Uitspraak

Strafzaken over 2017 Vonnis no.
Datum uitspraak: 20 september 2017 MC
Zaaknummer: H- 177/2016
Parketnummer: 100.00421/16
Tegenspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
TUSSENVONNIS
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, van 23 november 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 23 november 2016, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
30 augustus 2017 in Sint Maarten.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. A.C. van der Schans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman,
mr. G. Hatzmann, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, behoudens ten aanzien van de straf en, in zoverre opnieuw recht doende, de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder feit 1 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en ter zake van het tenlastegelegde feit 2 ontslagen van alle rechtsvervolging.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Heropening en schorsing van het onderzoek
Bij de beraadslaging is het Hof tot de conclusie gekomen dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest. De redenen daarvoor zijn gelegen in de gevolgen van de orkaan Irma, waarmee Sint Maarten na de sluiting van het onderzoek te kampen heeft gehad.
Algemeen bekend is dat die gevolgen desastreus zijn. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte zijn mogelijk (ingrijpend) gewijzigd; het Hof acht het wenselijk daarover op een nadere terechtzitting te worden voorgelicht.
Daar komt bij dat het Court House – het gerechtsgebouw in Sint Maarten – dusdanige schade heeft opgelopen, dat het niet mogelijk is om daar vandaag een uitspraak te doen. Eindvonnis wijzen in Curaçao acht het Hof eveneens problematisch, nu het maar zeer de vraag is of de verdediging in staat is om de uitspraak bij te wonen. De openbaarheid van de uitspraak van het eindvonnis – een beginsel van behoorlijke rechtsspraak, dat in het teken staat van het recht op eerlijk proces – is daarmee in het geding.
Gelet hierop kan naar het oordeel van het Hof nog geen eindvonnis worden gewezen. Het Hof zal het onderzoek heropenen en schorsen tot een nadere terechtzitting, die zal plaatsvinden op 2 november 2017 te 9:30 uur in Curaçao met behulp van een directe beeld- en geluidsverbinding met het Court House in Sint Maarten. Naar de verwachting van het Hof is het Court House tegen die tijd weer in gebruik, kan een directe beeld- en geluidsverbinding tot stand worden gebracht. Gelet op de genoemde omstandigheden kan het Hof niet anders dan het onderhavige tussenvonnis in Curaçao uitspreken buiten aanwezigheid van de verdachte.
Ter terechtzitting kunnen partijen het Hof verder informeren over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en over de vraag of die omstandigheden voor de procureur-generaal en/of de raadsman aanleiding zijn voor respectievelijk aanvullend requisitoir of aanvullend pleidooi.

BESLISSING

Het Hof:
heropent en schorst het onderzoek;
bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat ter terechtzitting van 2 november 2017 te 9:30 uur in Curaçao met een directe beeld- en geluidsverbinding met het Court House in Sint Maarten;
beveelt de
oproeping van de verdachte tegen deze nadere terechtzittingen de
kennisgeving daarvan aan zijn raadsman.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.C.B. Hubben, H.J. Fehmers en F.V.L.M. Wannyn, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op
20 september 2017.