ECLI:NL:OGHACMB:2017:247

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
23 november 2017
Publicatiedatum
6 juni 2019
Zaaknummer
100.00421/16 -177/2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep betreffende wapenbezit met bijzondere persoonlijke omstandigheden

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 23 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, dat op 23 november 2016 was gewezen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, voor het bezit van een vuurwapen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, maar alleen tegen de veroordeling voor feit 1, het wapenbezit.

Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op 30 augustus 2017 en 2 november 2017, heeft het Hof kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. J. Spaans, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. G. Hatzmann, heeft ook zijn standpunt naar voren gebracht. Het Hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder de gevolgen van de orkaan Irma, die zijn leefomstandigheden aanzienlijk hebben beïnvloed.

Het Hof heeft besloten het vonnis van de eerste rechter te bevestigen, maar met een aanvulling op de motivering van de straf. Het Hof oordeelt dat de opgelegde straf lager is dan de richtlijnen, maar passend gezien de bijzondere persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De beslissing van het Hof is genomen in het belang van de verdachte, die probeert zijn situatie te verbeteren, en het openbaar ministerie heeft geen hogere straf gevorderd. Het vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op de openbare terechtzitting in Sint Maarten.

Uitspraak

Strafzaken over 2017 Vonnis no.
Datum uitspraak: 23 november 2017
Zaaknummer: H- 177/2016
Parketnummer: 100.00421/16
Tegenspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
STRAFVONNIS
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, van 23 november 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 23 november 2016, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
30 augustus 2017 in Sint Maarten en van 2 november 2017 door middel van een videoverbinding tussen Curaçao en Sint Maarten.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. J. Spaans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman, mr. G. Hatzmann, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder feit 1 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en ter zake van het tenlastegelegde feit 2 ontslagen van alle rechtsvervolging.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Omvang hoger beroep
Nu alleen de verdachte hoger beroep heeft ingesteld, is het vonnis waarvan beroep slechts aan beoordeling in hoger beroep onderworpen voor zover het betreft de beslissing ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, omdat het Hof zich daarmee verenigt, onder aanvulling van de motivering van de straf.
De motivering van de straf
De opgelegde straf is lager dan die volgt uit de richtlijnen van het Hof. Het Hof acht deze lagere straf in dit geval passend nu sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden. Ter terechtzitting is gebleken dat de gevolgen van de orkaan Irma voor de verdachte bijzonder hevig zijn (geweest). Zijn leefomstandigheden laten ook nu veel te wensen over. De verdachte probeert daar nu, net als velen met hem, langzaam verbetering in aan te brengen. Het Hof acht het daarom niet passend aan de verdachte een hogere straf op te leggen dan de eerste rechter heeft gedaan, te meer daar ook het openbaar ministerie daartoe niet heeft gerequireerd.

BESLISSING

Het Hof:
bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, van
23 november 2016, onder aanvulling van de motivering van de straf.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.C.B. Hubben, H.J. Fehmers en F.V.L.M. Wannyn, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op
23 november 2017.