Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
[verdachte 2],
1.
2.
3.
met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegdedat geen bewijs voorhanden is dat de verdachte van te voren enige wetenschap heeft gehad van de op dat moment op handen zijnde overval op pompbediende [slachtoffer 1], die bij die overval van het leven is beroofd. Uit de wettige bewijsmiddelen volgt slechts dat de verdachte heeft ingestemd met het verzoek van medeverdachte [medeverdachte] hem naar de stad te rijden om wat boodschappen te doen (“
he had some errands to do”), dat hij bij een winkelcentrum heeft geparkeerd (
“Orange Grove Shopping Center”, “close to the Merchant market and Harley Davidson”), dat medeverdachte [medeverdachte] daar is uitgestapt (
“he just walked off and did his thing”), dat hij vervolgens schoten hoorde en toen wist dat er iets mis was (
“when I heard the shots I knew he did something that was not good”) en dat hij desalniettemin heeft gewacht op medeverdachte [medeverdachte] en met hem is weggereden (
“in the end I (…) waited for him. (…) When [bijnaam medeverdachte] (medeverdachte [medeverdachte]; Hof) was back in the vehicle I just drove of”
). Uit deze feiten en omstandigheden, ook in onderlinge samenhang bezien, kan hooguit behulpzaamheid na afloop van het misdrijf worden afgeleid, hetgeen niet als medeplichtigheid als bedoeld in artikel 1:124 en al helemaal niet als medeplegen in de zin van artikel 1: 123 van het Wetboek van Strafrecht kan worden aangemerkt. Verdachtes opzet was immers niet gericht op het leveren van een bijdrage aan het strafbare feit, dat de medeverdachte heeft gepleegd.
met betrekking tot het onder 2 primair ten laste gelegdedat uit de wettige bewijsmiddelen niet volgt dat van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking sprake was dat van medeplegen kan worden gesproken.
met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegdedat de medeverdachte degene is geweest die het wapen bij zich droeg en daarmee de twee overvallen heeft gepleegd. Na de tweede overval is het wapen in het opbergvak van het bijrijdersportier opgeborgen en is de medeverdachte achterin de auto gestapt en door de verdachte weggereden van de plaats van het misdrijf. De verdachte was zich, gelet hierop en gelet op zijn verklaring ten aanzien van het eerste ten laste gelegde feit, bewust van de aanwezigheid van het wapen en bij de verdachte zal ook ten aanzien van de zich daarin bevindende munitie een meer of mindere mate van bewustheid hebben bestaan.
of omstreeks30 november 2015 in Sint Maarten, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld
[slachtoffer 2]heeft gedwongen tot de afgifte van enig geldbedrag,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan gasstation SOL aan de Airport
Road te Simpson Bay,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, [medeverdachte],welk
egeweld en/ofbedreiging met geweld bestond
(en)uit het door [medeverdachte]:
, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,op die
[slachtoffer 2], althans tonen en/of voorhouden van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die[slachtoffer 2]en
/of
[slachtoffer 2](dreigend
)toevoegen van de woorden: “Give me all the fucking money” en
/of“empty your pockets”,
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
en/of bijhet plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen en aldaar opzettelijk
middelen en/ofgelegenheid heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweestdoor:
/ineen auto te brengen
/vergezellennaar de plaats van het misdrijf en
/of
na het schietende vlucht mogelijk te maken door die [medeverdachte] in de door hem, verdachte, bestuurde auto te laten stappen en
/ofvervolgens
(met hoge snelheid)weg te rijden.
cursief). In het bijzonder verdient opmerking dat in de omschrijving van het tweede feit de naam van de overvallen persoon niet geheel juist is opgenomen. Nu op grond van de stukken daaromtrent geen misverstand kan bestaan, moet dit als een kennelijke misslag worden beschouwd. De verdachte is door de verbeteringen niet geschaad in de verdediging.
“Ik was op 30 november 2015, omstreeks 19:30 uur, aanwezig bij het tankstation SOL gasstation te Simpson Bay. (…) De door mij (…) bekeken beelden betreffen de beelden van camera 07. Deze camera heeft zich op de pompzuil gelegen aan (…) de Airport Road. De pompen in beeld betreffen pomp nummer 1 en pomp nummer 2. (…) De (…) beelden betreffen (…) van 30 november 2015 (…).
“In het voertuig van de aangehouden verdachten werd (…) onder andere aangetroffen:
“when [bijnaam medeverdachte] stepped in the vehicle (…) he told me (…): The man dead. (…) When I heard the shots I knew that [bijnaam medeverdachte] had a gun”). Bewezen kan ook worden dat de verdachte zich vervolgens niet heeft onttrokken aan de situatie. Hij heeft de medeverdachte, van wie hij wist dat deze gewapend was, op diens verzoek afgezet, op de medeverdachte gewacht en hem vervolgens weer laten instappen, waarna hij met hem verder is gereden tot het punt waar zij werden gearresteerd (
“[bijnaam medeverdachte] stepped again in the backseat of the vehicle. (…) From Bada Bing road I went straight to the bridge. Where we got arrested”). Hieruit volgt dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de medeverdachte opnieuw een overval zou gaan plegen en dat hij de medeverdachte daarbij behulpzaam is geweest.
Medeplichtigheid aan afpersing.
BESLISSING
een gevangenisstraf voor de 4 (vier) jaren;