ECLI:NL:OGHACMB:2017:24
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vonnis na getroffen regeling in civiele zaak tussen appellante en geïntimeerde
In deze civiele zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is op 7 april 2017 een vonnis uitgesproken na een getroffen regeling tussen de partijen. De zaak betreft een hoger beroep waarbij [appellante], oorspronkelijk eiseres, en [geïntimeerde], oorspronkelijk gedaagde, betrokken zijn. De procedure begon met een vonnis van 7 oktober 2016 waarin het Hof een comparitie van partijen gelastte. Echter, op verzoek van de advocaten van beide partijen werd besloten dat deze comparitie geen doorgang zou vinden en de zaak werd verwezen naar de rol voor gelijktijdige akten.
Op 3 februari 2017 heeft [appellante] een akte ingediend, terwijl [geïntimeerde] heeft afgezien van het indienen van een akte. De partijen hebben een settlement agreement gesloten, waaruit blijkt dat [geïntimeerde] de verschuldigdheid van het gevorderde niet langer betwist. Dit leidde tot de beslissing van het Hof om de vordering van [appellante] alsnog toe te wijzen en het vonnis waarvan beroep te vernietigen.
In de beslissing heeft het Hof [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van een bedrag van US$ 4.000,00 aan [appellante], vermeerderd met wettelijke rente, en heeft het de kosten van beide instanties aan [geïntimeerde] opgelegd. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in Sint Maarten, in aanwezigheid van de griffier.