ECLI:NL:OGHACMB:2017:228

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
22 februari 2017
Publicatiedatum
3 december 2018
Zaaknummer
100.00363/15 en H 70/2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende overval op juwelierszaak met fatale afloop voor politieagent

Op 22 februari 2017 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte [naam verdachte B], die betrokken was bij een gewapende overval op een juwelierszaak in Sint Maarten op 5 augustus 2015. Tijdens deze overval werd de eigenaar van de juwelierszaak bedreigd en werden sieraden gestolen. De verdachte en zijn medeverdachte [A] waren gewapend en hebben de medewerkers van de juwelierszaak met een vuurwapen onder schot gehouden. Tijdens de vluchtpoging schoot medeverdachte [A] op politieagent [slachtoffer 1], die op dat moment zijn politietaak uitoefende. De agent werd dodelijk getroffen en overleed drie dagen later in het ziekenhuis. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van doodslag, poging tot doodslag, diefstal met geweld, vuurwapenbezit en witwassen van de buitgemaakte sieraden. De verdachte werd in eerste aanleg veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf, maar het Hof heeft deze straf verhoogd naar 15 jaar, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de samenleving. Het Hof heeft de vrijspraak van de verdachte voor de vernieling van een taxi bevestigd, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was.

Uitspraak

Strafzaken over 2017 | AV
Datum uitspraak: 22 februari 2017
Zaaknummer: H 70/2016
Parketnummer: 100.00363/15
Tegenspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
S T R A F V O N N I S
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 4 mei 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte B],
geboren op [een datum in het jaar] 1995 in Sint Maarten,
wonende in Sint Maarten,
thans gedetineerd in Sint Maarten.
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van in eerste aanleg van 13 april 2016, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 2 februari 2017 in Sint Maarten.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. J. Spaans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw, mr.
S.H.M. Ibrahim, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte van het onder 4 ten laste gelegde zal vrijspreken, het onder 1, 2 primair, 3, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 jaren met aftrek van voorarrest.
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het onder 1, 2 primair en subsidiair en 4 ten laste gelegde en ter zake van het onder 3, 5 en 6 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren. Voorts zijn beslissingen genomen ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen.
Zowel de verdachte als de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Vonnis waarvan beroep
Het Hof komt tot een andere bewezenverklaring, een andere kwalificatie en een andere straf dan het Gerecht in eerste aanleg. Het vonnis waarvan beroep kan daarom niet in stand blijven.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na een ter terechtzitting in eerste aanleg ingebrachte nadere omschrijving van de tenlastelegging [1] –ten laste gelegd dat:

1.

[gekwalificeerde doodslag [slachtoffer 1]]
hij op of omstreeks 5 augustus 2015, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) op en/of in de richting van die [slachtoffer 1] afgevuurd, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden,
welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld en/of afpersing, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of zijn mededader(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;

2.

[poging gekwalificeerde doodslag [slachtoffer 2]]
hij op of omstreeks 5 augustus 2015, in Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op en/of in de richting van die [slachtoffer 2], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld en/of afpersing, en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of zijn mededader(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
[bedreiging [slachtoffer 2]]
hij op of omstreeks 5 augustus 2015, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk dreigend met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) afgevuurd op en/of in de richting, althans in de nabijheid, van die [slachtoffer 2];

3.

[diefstal met geweld, de dood van [slachtoffer 1] ten gevolge hebbende]
hij op of omstreeks 5 augustus 2015, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere sieraden, in elk geval enige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [juwelierszaak] en/of aan [eigenaar juwelierszaak], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [eigenaar juwelierszaak] en/of medewerkers van het bedrijf [juwelierszaak] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het betreden van het bedrijf [juwelierszaak] met over het hoofd getrokken motorhelm(en), althans met gezichtsbedekking en/of
- het tonen van en/of richten met een vuurwapen op [eigenaar juwelierszaak] en/of medewerkers van het bedrijf [juwelierszaak] en roepen "Everbody sit down" en/of "down, down", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- het inslaan van één of meerdere aanwezige vitrine(s) met een hamer en/of
- het met een vuurwapen afvuren van een (aantal) kogel(s) op en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of
- het met een vuurwapen afvuren van een (aantal) kogel(s) op en/of in de richting van die [slachtoffer 2],
tengevolge van welk bovenomschreven feit die [slachtoffer 1] is overleden;

4.

[vernieling [taxi 1]]
hij op of omstreeks 5 augustus 2015, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere ruit(en)/ra(a)men en/of één of meerdere d(e)el(en) van de carrosserie van een auto ([taxi 1]), in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [eigenaar taxi 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/ of onbruikbaar gemaakt;

5.

[vuurwapenbezit]
hij op of omstreeks 5 augustus 2015, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een pistool (merk [D] & WESSON, model SD9VE), althans een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening en/of één of meerdere scherpe patronen, althans munitie in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;

6.

[Witwassen]
hij in of omstreeks de periode van 5 augustus 2015 tot en met 10 augustus 2015 in Sint Maarten, één of meerdere sieraden heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, omgezet, of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat genoemd(e) voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren van enig misdrijf.
Vrijspraak van de onder 4 ten laste gelegde vernieling
Het Hof is met het Gerecht in eerste aanleg, de procureur-generaal en de raadsvrouw van de verdachte van oordeel dat het bewijs tekortschiet om te kunnen vaststellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 4 ten laste gelegde vernieling.
Vastgesteld kan worden dat de verdachte samen met medeverdachte [A] een gewapende overval heeft gepleegd, waarbij laatstgenoemde politieagent [slachtoffer 1] heeft neergeschoten. Medeverdachte [A] en politieagent [slachtoffer 2] hebben vervolgens over en weer in elkaars richting geschoten. De taxi was te midden van deze schietpartij geparkeerd en is daardoor flink beschadigd. Op grond van het onderzoek naar de schiettrajecten kan niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat de beschadigingen zijn veroorzaakt door de kogels die medeverdachte [A] heeft afgevuurd. Met andere woorden kan redelijkerwijs niet worden uitgesloten dat de beschadigingen zijn veroorzaakt door de kogels die de politieagent heeft afgevuurd. Het openbaar ministerie heeft daarom in hoger beroep, na het vonnis waarvan beroep, aangetroffen kogelresten naar het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) verzonden teneinde te bezien of alsnog een ballistisch onderzoek kon worden uitgevoerd, maar dat bleek niet het geval te zijn: de kogelresten bleken voor een dergelijk onderzoek onvoldoende trekken en velden te bevatten.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte, bij gebrek aan voldoende bewijs, van de ten laste gelegde vernieling worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het Hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

hij op
of omstreeks5 augustus 2015, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers
heeft/hebben
hij,verdachte
,en
/ofzijn mededader
(s)met dat opzet met een vuurwapen een
(aantal
)kogel
(s
)op en
/ofin de richting van die [slachtoffer 1] afgevuurd, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden,
welke vorenomschreven doodslag werd
gevolgd, vergezeld en/ofvoorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld
en/of afpersing, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk
om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/ofom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en
/ofzijn mededader
(s)straffeloosheid en
/ofhet bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;

2.

hij op
of omstreeks5 augustus 2015, in Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door
hem,verdachte
,en
/ofzijn mededader
(s)voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet met een vuurwapen een
(aantal
)kogel
(s
)heeft afgevuurd
op en/ofin de richting van die [slachtoffer 2], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd
gevolgd, vergezeld en/ofvoorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld
en/of afpersing, en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk
om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/ofom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en
/ofzijn mededader
(s)straffeloosheid en
/ofhet bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;

3.

hij op
of omstreeks5 augustus 2015, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een of meerderesieraden,
in elk geval enige goederen, geheel of ten deletoebehorende aan het bedrijf [juwelierszaak]
en/of aan [eigenaar juwelierszaak], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld en
/ofgevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [eigenaar juwelierszaak] en
/ofmedewerkers van het bedrijf [juwelierszaak] en
/of[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/ofaan zijn mededader
(s)hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit:
- het betreden van het bedrijf [juwelierszaak] met over het hoofd getrokken motorhelm(en), althans met gezichtsbedekking en/of
- het tonen van en
/ofrichten met een vuurwapen op [eigenaar juwelierszaak] en
/ofmedewerkers van het bedrijf [juwelierszaak] en roepen "Everbody sit down" en
/of"down, down", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
/of
- het inslaan van
één ofmeerdere aanwezige vitrine
(s
)met een hamer en
/of
- het met een vuurwapen afvuren van een
(aantal
)kogel
(s
)op en
/ofin de richting van die [slachtoffer 1] en
/of
- het met een vuurwapen afvuren van een
(aantal
)kogel
(s
) op en/ofin de richting van die [slachtoffer 2],
ten gevolgevan welk bovenomschreven feit die [slachtoffer 1] is overleden;

5.

hij op
of omstreeks5 augustus 2015, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, een pistool (merk [D] & WESSON, model SD9 VE),
zijndealthanseen vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening
,en
/of één ofmeerdere scherpe patronen,
zijndealthansmunitie in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;

6.

hij in
of omstreeksde periode van 5 augustus 2015 tot en met 10 augustus 2015 in Sint Maarten,
één of meerderesieraden
heeft verworven, voorhanden heeft gehad,heeft overgedragen
enomgezet,
of daarvan gebruik heeft gemaakt,terwijl hij wist dat genoemd
(e
)voorwerp
(en
)- onmiddellijk
of middellijk- afkomstig
was/waren van enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten en omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is door de verbeteringen niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen [2]
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft. Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) plaatsaanduiding naar voren komt, maar dat algemeen bekend is dat de daarin wel opgenomen wegen in Sint Maarten zijn gelegen.
1.Op 5 augustus 2015 heeft de eigenaar van de juwelierszaak [juwelierszaak] in Front Street, de heer [eigenaar juwelierszaak], aangifte gedaan van een gewapende overval. Bij gelegenheid van die aangifte heeft hij onder meer het volgende verklaard:
“I am the owner of [juwelierszaak] in [adres 1]. Today, the 5th of August 2015, at approximately 13:00 o’ clock […] I was showing some jewellery to customers. At the above mentioned time I heard a loud bang. […] I saw a guy with a helmet inside the store. This guy was smashing the counters with a hammer at the left side of the store. Behind this first guy came a second guy with a helmet inside the store. I saw that this guy had a gun. This guy was pointing the gun in everybody’s direction. I saw that everybody who was in the store was getting down on the floor. […] I saw that both guys started grabbing jewellery out of the showcases […]. They put the juwellery in their pockets. […] After a couple of seconds in the store both guys went to the entrance of my store. It was then when I heard 5 or 6 shots. The two guys left on a motorbike. The guys took a lot of jewellery out of my store. Both guys had their attention on the more expensive jewellery in my store.” [3]
2.Aangever heeft naderhand verklaard welke goederen zijn gestolen. Deze verklaring houdt het volgende in:

“I was called [here] to the police station this morning […] to present a total list of the stolen items […]. I am hereby presenting a list of the following:

- 4 Emerald Rings,
- 6 pieces men’s bracelets,
- 26 pieces multi precious bracelets (Rubies, Emeralds & Sapphire),
- 54 pieces gold bracelets and
- 18 Tanzanite rings.
The stolen items have a total cost value of U.S. 119,000.-- dollars. […]
These items [are] property of [juwelierszaak].” [4]
3.Ook de manager van de juwelierszaak, de heer [manager juwelierszaak], was die dag aanwezig. Hij heeft de volgende verklaring afgelegd:
“Ik ben manager bij juwelier [juwelierszaak] in de Front Street […]. Wij zijn op woensdag 5 augustus 2015 omstreeks 13:00 uur overvallen. Ik was op dat moment voor in de winkel. Ik zag dat er een motor voor de winkel stopte met daarop twee mannen met zwarte helmen op. […] Ik zag dat de bestuurder van die motor de winkel in kwam lopen met een vuurwapen in zijn hand. Ik zag dat hij dit wapen op ons, medewerkers, richtte en ik hoorde dat hij riep “Everybody sit down”. Ik zag dat de bijrijder […] met een zwarte hamer gelijk een vijftal vitrines insloeg. Dit waren de vitrines waar voornamelijk gouden sieraden lagen uitgestald. Wij gingen op de grond zitten achter de vitrines. […] Ik zag dat beide personen sieraden uit de vitrines begonnen te pakken en dat ze deze in hun broekzakken begonnen te stoppen. […] Op het moment dat ze naar buiten wilden lopen, hoorde ik iemand ‘Freeze’ roepen. Hierna hoorde ik meerdere schoten snel achter elkaar. […] Ik heb […] gezien dat de overvaller met het wapen aan het schieten was.” [5]
4.Een andere medewerker die op de desbetreffende dag in de juwelierszaak aan het werk was, is mevrouw [medewerker juwelierszaak]. Zij heeft de volgende verklaring afgelegd:
“Ik was [op woensdag 5 augustus 2015] aan het werk in de winkel [[juwelierszaak]]. […] Ik stond op het moment van de overval met een klant. […]
Voor ik het wist kwam hij (het Hof: een van de overvallers) naar binnen en riep: “Everybody down!” […] Toen hij bij de tweede vitrine was, ben ik naar de grond gegaan. […] Ik zag dat twee collega’s van mij, die voor in de winkel stonden, op wilden staan toen [de overvallers] verder de winkel inliepen. Er werd meteen geroepen: “down down!!” […] Die lange kwam als eerste de winkel binnen en begon meteen met slaan. […] Ze hadden een helm op. […] Toen [degene met het pistool] de collega’s voorbij was gegaan [in de winkel], draaide hij zich om en zei: “down down!” […] Toen ik hoorde dat het geluid meer naar de uitgang van de winkel ging, ben ik opgestaan. Ik kon, via het glas van de etalage aan de voorkant van de winkel, een politie-uniform zien. Ik hoorde toen ook: “Freeze”. Eigenlijk meteen daarna hoorde ik een hoop […]schoten.” [6]
5.De juwelierszaak is beveiligd met diverse camera’s. De van die camera’s verkregen videobeelden zijn ter beschikking gesteld aan de politie. Een snapshot van camera 4 laat zien dat de daders op 5 augustus 2015 om 12:58:32 (p.m.) arriveren bij de juwelierszaak. [7]
Wat vervolgens op deze camera en op camera 3 te zien is, is als volgt gerelateerd:
“De motorfiets met bestuurder en bijrijder [komt aanrijden]. De daders [stapten] van de motorfiets af en […] renden de zaak [binnen]. Bestuurder en bijrijder worden nader dader 1 en dader 2 genoemd. Dader 1 heeft een vuistvuurwapen in zijn rechterhand en dader 2 heeft een hamer in zijn linkerhand. Hierna is te zien dat dader 2 de eerste vitrine [aan] de linkerkant van de winkel [vernielt]. De hamer [viel] […] nadat hij de eerste vitrine [had] vernield. Vervolgens pakt hij de hamer van de vloer […] en gaat [hij] door met het vernielen van de vitrines aan de linkerkant van de winkel. […] Tevens richt dader 1 het vuistvuurwapen op het personeel en klanten van de winkel.” [8]
Een snapshot van camera 4 om 12:59:01 (p.m.), voorzien van een bijschrift, laat zien dat de dader met het vuurwapen gericht op een agent schiet. [9]
6.De camera’s die aan de buitenkant van de juwelierszaak zijn bevestigd, hebben opgenomen wat zich vervolgens heeft afgespeeld. Daarover is het volgende gerelateerd:
“Op het moment dat [de] politieagent in de buurt van de motorfiets aan komt, loopt subject 1 (het Hof: de dader met het vuurwapen) de straat op en ontstaat er een vuurgevecht tussen voornoemd subject en de politieagent. Vervolgens verlaat subject 2 (het Hof: de andere dader) het pand en rent tegen de rijrichting in over de Front Street. […] De bestuurder van de motorfiets [gooit] zijn wapen neer[…] aan de rechterkant van de motorfiets en [stapt] op de motorfiets. Subject 2 die eerder probeerde weg te rennen, draait dan om en neemt plaats achterop de motorfiets als bijrijder. […] Vervolgens rent de 2e politieagent achter beide subjecten aan.” [10]
7.Camera’s van het parlementsgebouw hebben vervolgens geregistreerd dat de daders met de motorfiets tegen de muur van het Court House zijn gebotst en vervolgens zijn weggerend. Ondertussen hebben zij hun helmen afgedaan en op de grond laten vallen. Dat blijkt uit het volgende proces-verbaal van bevindingen:
“Op de beelden is […], te 13:02:51 uur, een motorfiets [te zien] met twee personen erop […]. Vervolgens is te zien [dat] deze motorfiets tegen de muur van [het] Court House botste.
Op de beelden is te zien dat te 13:02:57 uur, [een van de daders] in beeld komt rennen vanuit [de] Front Street richting Back Street. […] Ook is te zien [dat] […] hij zijn valhelm [afneemt] en op de grond laat vallen. […]
Op de beelden is te zien dat te 13:02:59 uur [de andere dader] in beeld van de camera komt rennen […], ook vanuit [de] Front Street] in de richting van Back Street. Op de beelden is te zien [dat] de dader zijn valhelm afneemt en naast een roodkleurige auto laat vallen. Verder is te zien dat [de dader] hinkend wegrent.” [11]
8.Ter terechtzitting in eerste aanleg is voorts de volgende beschrijving van de beelden gegeven:
“Bij het verlaten van de juwelierszaak [juwelierszaak] wordt de dader met het vuurwapen buiten volledig verrast door de politieagent [slachtoffer 1] die met een getrokken vuurwapen tegenover de juwelierszaak stond. De dader met het vuurwapen begint meteen met zijn vuurwapen kogels af te vuren op [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] valt op de grond. De politieagent [slachtoffer 2] begint daarna in de richting van de dader met het vuurwapen te schieten, waarna de dader met het vuurwapen gericht op [slachtoffer 2] is gaan schieten.” [12]
9.De agent die door de overvaller met het vuurwapen is neergeschoten, was brigadier 1ste klasse G.K. [slachtoffer 1]. Hij vormde op dat moment samen met aspirant agent [slachtoffer 2] een fietspatrouille. [slachtoffer 2] heeft het volgende gerelateerd over de gang van zaken:
“Op woensdag 5 augustus 2015 […] bevond ik mij op fietspatrouille op de Front Street ter hoogte van het gerechtsgebouw samen met brigadier 1ste klasse [slachtoffer 1] (het Hof: [slachtoffer 1]). […] Wij [hoorden] het gerinkel van gebroken glas. Wij renden onmiddellijk in de richting van […] het geluid […]. Brigadier [slachtoffer 1] rende voor mij uit tussen de mensen door naar het geluid toe.
Vervolgens hoorde ik […] een geluid [dat] […] leek [op dat] van een vuurwapen [dat] afging. Ik […] hoorde dat met het [vuurwapen] ten minste acht schoten snel [werden] gelost. Ik […] zag dat brigadier [slachtoffer 1] […] achteruit tuimelde en […] op de grond viel. Tevens zag ik […] dat twee voor mij onbekende mannen [met haast] […] [van de ] juwelenzaak, genaamd [juwelierszaak], […] wegliepen. […] Ik […] richtte meteen op hen met mijn vuurwapen en loste een schot op de verdachten. Ik […] trok toen terug op zoek naar dekking. Ik […] liep achteruit en ging op de grond liggen om mijn lichaam kleiner te maken. Ik […] loste hierna enkele schoten in de richting van de verdachten. […]
Ik zag dat verdachten met […]de motorfiets probeerden weg te rijden. […] Ik loste nog enige schoten. Ik rende hierna om de taxi’s heen om de verdachten tegen te komen.
Ik […] zag […] één van de verdachten […]. Ik wist niet waar de andere en/of de bromfiets was gebleven. […] Eén van de verdachten […] [rende] in de richting van Back Street […]. Ik […] besloot een waarschuwingsschot in de lucht af te lossen. Ik […] zag dat de verdachte langzamer begon te lopen. […] Ik […] zette toen de achtervolging te voet in. Ik […] trof de verdachte aan op de grond in een zittende houding […]. Ik […] benaderde de verdachte en vorderde van hem zijn handen omhoog te doen. […] Verdachte […] werd geboeid. […] Tijdens [de] fouillering trof ik […] in zijn linker en rechter […] broekzakken losse diamanten en halskettingen [aan]. Door mij […] [werden] bedoelde diamanten en halskettingen overgedragen aan […] hoofdagent van politie […] [verbalisant 1]. De verdachte werd hierna afgevoerd per ambulance […].” [13]
10.Uit de bevindingen van agente [verbalisant 1] volgt dat degene die is aangehouden, medeverdachte [A] is. Zij heeft het volgende gerelateerd:
“Op woensdag 5 augustus 2015, omstreeks 13:00 uur, heeft er aan de Front Street een beroving en schietpartij plaatsgevonden. De verdachte werd aangetroffen […]. Vanwege zijn verwondingen kreeg hij eerste hulp […] van het personeel van [de] ambulancedienst. Zijn kleding moest verwijderd worden. Tijdens de verwijdering van zijn broek [vielen] enkele sieraden die hij […] in zijn broekzak [had] naast hem.
De […] sieraden […] werden door mij […] in beslag genomen. De verdachte is vervolgens […] naar het ziekenhuis overgebracht.
Het betrof de navolgende persoon: de verdachte [A], geboren op [een datum in het jaar] 1992 […], bijnaam ‘[bijnaam medeverdachte A]’.” [14]
11.Ook de door de schoten getroffen [slachtoffer 1] werd overgebracht naar het ziekenhuis. Na drie dagen is hij overleden. De patholoog dr. R.O. Gogorza heeft op het lichaam van [slachtoffer 1] sectie verricht. Over de resultaten van die sectie heeft hij het volgende gerapporteerd:

“[slachtoffer 1] […] died, [after being sent to Santo Domingo and after three days of hospitalization], in Sint Maarten Medical Center. The body of [slachtoffer 1] was presented to me […] to perform the autopsy […]. The date and time of the procedure was August 11th 2015, at 14 hour, and the date and time of dead was on August 8th 2015, at 13:30. […]

Summary of findings:
Distant gunshot wounds, one to the head of penetrating type […], one to the right leg of perforating type […] and one to the left arm also perforating type […].
Conclusion:
This is a well-developed body of a male consistent with the stated age. There is evidence of a penetrating gunshot to the head […]. The deformed missile was retrieved from the petrosal portion of the left parietal bone. There is no gunshot residue or charring of the wounds and no gunshot residues in the depths of the wound tracks.
This indicates that these were shots from a distance. Because the severe injuries provoked by the bullet, the victim died after three days of agony.
The mechanism of death can be described as progressive deterioration of the vital function (pulmonary, cardiovascular and kidneys) due to cerebellum laceration, brain contusion and hemorrhage […]. The manner of death is homicide.” [15]
12.Het projectiel dat in het hoofd van [slachtoffer 1] werd aangetroffen, is veiliggesteld onder Sporen Identificatie Nummer (hierna: SIN) AADY9163NL. Bij het sporenonderzoek in Front Street is op het wegdek, op een afstand van ongeveer 4,35 meter van de juwelierszaak [juwelierszaak], een vuurwapen van het merk [D] & Wesson aangetroffen. De slede van het vuurwapen stond in de achterstand en de patroonhouder was leeg. Het vuurwapen is veiliggesteld onder SIN AADY9157NL. Onder de ter plaatse aangetroffen munitie bevond zich onder meer een kogel die in het kozijn van [adres 2] is aangetroffen (het Hof: aan de overzijde van de juwelierszaak [juwelierszaak], die is gelegen aan [adres 2a]). Deze kogel is veiliggesteld onder SIN AADQ6798NL. [16]
13.Het NFI heeft wapen- en munitieonderzoek verricht. Een resultaat daarvan is dat het in het hoofd van [slachtoffer 1] aangetroffen projectiel en de in het kozijn aangetroffen kogel, naar de verwachting van de deskundige ing. M.E. Bestebreurtje, zijn afgevuurd met het op Front Street aangetroffen vuurwapen. De deskundige heeft hierover het volgende gerelateerd:
“4.1 Vooronderzoek
Pistool [AADY9157NL]
Dit pistool heeft de uiterlijke kenmerken van een semi-automatisch werkend pistool van het merk [D] & Wesson, model SD9 VE, kaliber 9mm Parabellum. […]
Overzicht kogels en kogeldelen groep A
[AADQ6798NL], omschrijving: kogel […].
[AADY9163NL], omschrijving: kogelmantel en kern. […]
Toelichting: In de omtrek van de kogel(delen) bevinden zich vijf naar rechts gerichte groeven. De gemeten groefbreedte varieert van 2,4 tot 2,5 mm […]. Deze groeven zijn veroorzaakt door de velden in de loop. Dit betekent dat het desbetreffende vuurwapen is voorzien van een loop met vijf naar rechts draaiend trekken en velden en een veldbreedte van 2,4 à 2,5 mm. Het pistool [AADY9157NL] is voorzien van een dergelijke loop. […]
4.2
Vergelijkend onderzoek […]
Resultaten
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen de sporen in de kogel [AADQ6798NL] en die
in de proefkogels uit het pistool is gebleken dat de kraslijnen in en tussen de groeven
voor een deel aansluitingen vormen.
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen de sporen in de kogel [AADY9163NL] en die
in de proefkogels uit het pistool is gebleken dat de kraslijnen tussen de groeven voor een
deel aansluitingen vormen.
Interpretatie van de resultaten
De waargenomen mate van overeenkomst tussen de krassporen in de kogels en de
proefkogels wordt verwacht als de kogels zijn afgevuurd uit de loop van het pistool
(hypothese 3). […]
5. Conclusie […]
Voor de twee kogels [AADQ6798NL en AADY9163NL], die het best passen bij het kaliber 9mm Parabellum, en pistool [AADY9157NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 3: De kogels zijn afgevuurd uit de loop van het pistool.
Hypothese 4: De kogels zijn afgevuurd uit één of twee andere lopen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het pistool.
De bevindingen van het vergelijkend kogelonderzoek met kogel [AADQ6798NL] zijn minimaal zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
De bevindingen van het vergelijkend kogelonderzoek met kogel [AADY9157NL] zijn veel waarschijnlijker wanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.” [17]
14.De verdachte is op 10 augustus 2015 aangehouden. [18] Hij heeft tijdens zijn zevende politieverhoor het volgende verklaard:
“[Question]: I heard that you are willing to give a statement right now? […]
[Answer]: Ok, I am going to tell the story.
The partner wanted to rob the jewellery store. He told me about it and asked me if I wanted to do it. […] I told him that I wanted to do it. […]
He gave me the shirt, the gloves and everything. […]
Both of us went on the bike and we went to do it. […] After that we went outside and the police was outside. […] After […] the police got shot, I see him jumping on the bike, so I jumped on the bike too. […] We crashed the bike […]. Then I went off. I started taking off the clothes and the helmet and things. I threw it on the road. After that I just went.
I just ran […]. Some of the jewellery fell out of my pockets while I was running. I did not pick it up. The rest I took home. But that is already gone. I sold it.
[Question]: The partner you are talking about, can you give his name?
[Answer]: […] It is the same person that you hold at the police station. That is the one you hold up at the scene after it happened. […] I know him by his rapper name. His name is [bijnaam medeverdachte A]. […]
[Question]: Did you know he had a weapon with him?
[Answer]: I knew he had a weapon […].
[Question]: What do you mean with a weapon?
[Answer]: I mean a gun.
[Question]: We looked at the video of the robbery from inside of the store. What we noticed is that you guys only stayed at the left side of the store till a certain point. Can you tell why you guys did that?
[Answer]: He told me that I had to on the left side. […]
[Question]: What happened when you entered the store?
[Answer]: I just went on the left side. […] I started to break the glass of the showcases. […] I was breaking the glass and then took out the jewellery out of the showcases. […] I put the jewellery in my pocket.
[Question]: What was your partner doing?
[Answer]: He was keeping the people away. […]
[Question]: How was your partner keeping the people away from you guys?
[Answer]: He had a gun in [his] hand.
[Question]: What happened next?
[Answer]: After that he was […] at the door and told me come on let us go. […] Suddenly I heard somebody saying Freeze. At that moment I saw a police officer. […]
[Question]: What happened next?
[Answer]: After that I heard shots been fired? […] I heard that the shots were coming from two different locations. When I turned my head, I saw a police officer lying on the ground?” [19]
15.De verdachte heeft tijdens zijn negende politieverhoor het volgende verklaard:
“[Question]: Going back to the jewellery. You mentioned that you sold the jewellery […]?
[Answer]: […] I [sold it via a girl from the French side]. […] She came with a spanish man. […] He weighted them by grams. He paid me like 2.5 gran. That is 2.500 dollars. I gave her 500 dollars. I had given [F] three or four pieces, bracelets, to hold for me. […]
[Question]: Where did you met [bijnaam medeverdachte A]?
[Answer]: I met [bijnaam medeverdachte A] in jail […]. I came out of Jail in November last year and [bijnaam medeverdachte A] came out the day after. […]” [20]
16.De verdachte heeft tijdens zijn elfde politieverhoor het volgende verklaard:
“[bijnaam medeverdachte A] […] wanted to see the place […]. Then after we passed the place. It was a jewelry store in Front Street […], close to the Court House. […] We just passed the place […].
[bijnaam medeverdachte A] told that we could do it. […]
Around two weeks later […] [I was told] that the move would happen the next day. […]
The next day, that was the day of the robbery, […] we […] went. [bijnaam medeverdachte A] was driving the bike and I was sitting on the back. […] We […] went in the store and did the move. When I came out, the [policeman] was down on the ground already. […] I saw [bijnaam medeverdachte A] aiming the gun at the second policeman. The […] policeman was shooting too.
Then we both tried to jump on the bike to drive off. [bijnaam medeverdachte A] was in front. […] Then […] [bijnaam medeverdachte A] crashed the bike. […] I ran away […].” [21]

17.Voorts heeft de verdachte het volgende verklaard:


[I was told] that the place was on the left side and that there were a lot of Diamonds inside. […] We had to be on the left side of the store because there were all the diamonds.” [22]
18.Medeverdachte [A] heeft tegenover de politie in zijn eerste verhoor verklaard:
“[Question]: Is your name [bijnaam medeverdachte A]?
[Answer]: That’s my performing name.” [23]
19.Aangever [eigenaar juwelierszaak] heeft ruim een week voor de overval melding gemaakt van een vrouw die was betrapt op het filmen van de vitrines in zijn juwelierszaak. Over deze melding heeft wijkagent [verbalisant 2] het volgende gerelateerd:
“Op dinsdag 28 juli 2015 […] werd ik gebeld door de man genaamd [eigenaar juwelierszaak], eigenaar van “[juwelierszaak]” juwelenwinkel gelegen aan [adres 1] in Philipsburg. Na aankomst bij zijn winkel legde hij me uit dat hij [zich zorgen maakte over] een incident dat [een dag eerder] in zijn zaak plaats had [gevonden] […].
Hij verklaarde dat een vrouw zijn winkel binnenliep en dat […] een van zijn bedienden […] zag dat terwijl ze haar [mobiele] telefoon tegen haar lichaam hield en een video van de inhoud van de vitrines in de winkel nam. Hij werd toen gewaarschuwd en benaderde bedoelde vrouw. Zij werd door hem verteld dat ze geen video van hun zaak kon [maken] […].
Zij [verliet] de winkel en sloeg in de richting van het gerechtsgebouw. Enkele minuten later [liep] dezelfde dame terug voor de winkel in de richting van de methodisten kerk.
[eigenaar juwelierszaak] ging bij de deuropening staan en nam enkele foto’s van het voertuig waarin zijn binnenstapte. […] Het voertuig was een [taxi 2].” [24]
20.Deze vrouw is [D], de moeder van de peetdochter van medeverdachte [C]. Zij heeft op 17 september 2015 de volgende verklaring afgelegd:
“[C] [is my daughter’s godfather]. I called him “[bijnaam C]”. […] He is […] a taxi driver, [taxi 2]. […]
I pass […] [the store [juwelierszaak]] every day […]. I was in that store two weeks before the shooting (het Hof: one and a half week before the shooting, on 27th July 2015) […].
On that day […] I was send by my daughter’s godfather. He picked me up at home and brought me to town. He gave me a phone and putt me off before we reached the store […]. He asked me to go in the store and film the showcases and then come back out.
The phone was a touch screen Blackberry. I did as he told me. When I was busy one of the persons working in the store told me that I’m not allowed to film. […]
After this I walked down Front Street and [C] picked me up […]. When I got into the car I told him I hope he wasn’t going to do anything stupid […]. When I heard about the robbery I [called] him and said the following to him: “[bijnaam C], don’t tell me that it’s all you that do that. He told me no, that it wasn’t [him] and [that] his friends that did it.” [25]
21.De politie heeft [D] nadien ontboden voor een aanvullend verhoor. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“[Question]: Can you tell me with what reason [bijnaam C] (Mr. [C]) send you to the [juwelierszaak] store to make the video.[Answer]: He just called me and asked me to do it. He did not give me the reason why he wanted the video. But he also told me what I had to tell the police when I got caught. He told me that I had to tell that I had to look for something to buy for my daughter and that the godfather was coming back to buy it. That was what I had to tell the police when something went wrong. […][Question]: What happened in the car after he picked you up?[Answer]: He just drove me home and I gave back the phone.” [26]
22.Medeverdachte [C] heeft hierover op 10 november 2015 het volgende tegenover de politie verklaard:
“De moeder van mijn peetkind, […][D], [was aan het filmen in de zaak die is beroofd]. […] Ik […] [heb] [D] [afgezet], zodat [zij] de sieraden kon filmen [die] ze bij de juwelier [juwelierszaak] verkochten in de Front Street. […] Ik heb haar gezegd om de sieraden te filmen. […] Ik heb [D] een telefoon gegeven om te filmen in de winkel. […] [D] had me laten zien wat ze gefilmd had.” [27]
23.Medeverdachte [C] heeft in de periode van 22 juli 2015 tot en met 5 augustus 2015 regelmatig telefonisch contact gehad met de verdachte. Medeverdachte [C] maakte gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer C]; de verdachte maakte gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer A] en [tweede telefoonnummer A]. Uit het onderzoek zijn de volgende telefonische contacten naar voren gekomen:
Datum
Tijdstip
Beller
Gebelde
Duur gesprek
22 juli 2015
11:41:01
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
57 seconden
"
17:02:16
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
"
17:02:50
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
23 juli 2015
22:37:34
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
22:37:50
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
29 seconden
"
22:49:36
[telefoonnummer C] ([C])
[tweede telefoonnummer A] ([A])
7 seconden
"
23:37:31
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
"
23:37:44
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
6 seconden
"
23:38:12
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
36 seconden
24 juli 2015
8:29:52
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
18 seconden
"
8:43:55
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
8 seconden
"
8:51:53
[telefoonnummer C] ([C])
[tweede telefoonnummer A] ([A])
26 seconden
"
8:57:15
[telefoonnummer C] ([C])
[tweede telefoonnummer A] ([A])
3 seconden
"
9:08:34
[telefoonnummer C] ([C])
[tweede telefoonnummer A] ([A])
3 seconden
"
9:09:04
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
66 seconden
"
10:22:40
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
10:23:09
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
62 seconden
"
11:48:42
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
56 seconden
"
16:58:41
[tweede telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
24 seconden
27 juli 2015
11:48:07
[telefoonnummer C] ([C])
[tweede telefoonnummer A] ([A])
31 seconden
28 juli 2015
15:20:35
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
32 seconden
"
16:16:43
[telefoonnummer C] ([C])
[telefoonnummer A] ([A])
11 seconden
"
16:25:20
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
5 seconden
"
16:31:32
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
12 seconden
30 juli 2015
9:00:01
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
9:50:05
[telefoonnummer C] ([C])
[telefoonnummer A] ([A])
13 seconden
30 juli 2015
11:52:49
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
161 seconden
"
14:27:43
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
19 seconden
31 juli 2015
8:26:03
[telefoonnummer C] ([C])
[telefoonnummer A] ([A])
39 seconden
"
9:51:47
[telefoonnummer C] ([C])
[telefoonnummer A] ([A])
-/-sms-bericht:“my nigga I gone check you later”
3 aug. 2015
9:43:04
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
"
9:43:48
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
1 seconde
"
10:17:22
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
60 seconden
"
10:22:56
[telefoonnummer C] ([C])
[telefoonnummer A] ([A])
11 seconden
"
10:47:18
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
"
10:48:18
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
1 seconde
"
10:54:39
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
44 seconden
"
11:12:31
[telefoonnummer C] ([C])
[telefoonnummer A] ([A])
6 seconden
"
11:18:21
[telefoonnummer C] ([C])
[telefoonnummer A] ([A])
6 seconden
"
12:26:30
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
25 seconden
"
16:00:01
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
16:00:12
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
20:02:21
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
4 aug. 2015
19:44:47
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
19:45:22
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
20:12:03
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
5 aug. 2015
8:13:13
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
1 seconde
"
8:17:06
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
"
8:17:43
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
"
8:27:10
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
8:40:49
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
8:41:30
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
7 seconden
"
8:43:20
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
"
9:32:09
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
4 seconden
"
9:32:30
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden
"
9:33:13
[telefoonnummer A] ([A])
[telefoonnummer C] ([C])
3 seconden [28]
24.Medeverdachte [C] heeft op 13 november 2015 onder meer het volgende tegenover de politie verklaard:
“Ik weet dat [bijnaam medeverdachte A] mij gebeld heeft op de dag van de overval. […] Ik ken hem alleen als [bijnaam medeverdachte A] […]. Hij heeft mij die dag van de overval meerdere keren gebeld.” [29]
25.Medeverdachte [C] heeft voorts op 16 februari 2016 tegenover de politie het volgende verklaard:
“[Question]: […] On the day you let [D] film in the store you had […] contact with [bijnaam medeverdachte A] […]. What do you have to tell about that? […]
[Answer]: […] I saw [bijnaam medeverdachte A] on that day after the call.” [30]
26.Medeverdachte [E] heeft tijdens zijn vierde politieverhoor het volgende verklaard:
“[Question]: What happened […]?
[Answer]: [bijnaam medeverdachte A] […] told me to bring the sledge hammer. […] To him at the Archroad by a blue truck […]
[Question]: How did you become in possession of the hammer?
[Answer]: Because that day I saw him… […]
[Question]: Was the hammer already in your car?
[Answer]: Yes. […] In my trunk.
[Question]: Where was the hammer before you put it in your trunk?
[Answer]: It was in the hallway from my house. The same person ([bijnaam medeverdachte A]) brought it to my house. […]
[Question]: When did the same person bring you the hammer?
[Answer]: It was the day before. […]
[Question]: So you drove to the spot […] by the blue truck?
[Answer]: Yes. […]
[Question]: Was he alone?
[Answer]: No. The other person with the ponytail was also there (in aanmerking genomen dat de verdachte – nadat hem een profielfoto op Facebook met een vlecht met witte kralen is voorgehouden – heeft verklaard dat hij inderdaad staart had, begrijpt het Hof dat hiermee de verdachte wordt bedoeld [31] ) […]
[Question]: Who left the place first where you met each other?
[Answer]: I left the guys. I left them. […]
[Question]: Can you tell me […] more about the robbery? […]
[Answer]: I have to tell you that before the robbery was going to take place, I went together with [bijnaam medeverdachte A] to town. We drove through the Front Street.” [32]
27.Op 5 september 2015 heeft een doorzoeking plaatsgevonden van de woning van de medeverdachte [A] aan [adres 3] in Sint Maarten. Daarbij werden onder meer een schrift en drie tekeningen van een kaart aangetroffen. [33] In het schrift is een handgeschreven ‘lijstje van 5’ opgenomen onder de titel “Wants”, waarbij op nummer 1 is vermeld: “500.000 $ by December”. [34] Dit was een van de aangetroffen tekeningen:
Het Hof neemt op deze tekening waar dat van onder naar boven de C.A. Cannegieter Street, de Back Street en de Front Street zijn getekend, waarbij in de Front Street twee plaatsen zijn gemarkeerd en zijn voorzien van de volgende bijschriften: “Bikes” en “Car Stop”. [35]
30.Een feit van algemene bekendheid in Sint Maarten is dat de “bike patrol” regelmatig in of in de nabijheid van Front Street aanwezig is, terwijl verder nauwelijks fietsers in het straatbeeld voorkomen. Voorts is een feit van algemene bekendheid in Sint Maarten dat Front Street een goed bezocht winkelgebied is.
Bewijsoverwegingen
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte, overeenkomstig de beslissing van het Gerecht in eerste aanleg, van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het bewijs tekortschiet om te kunnen vaststellen dat ten aanzien van het schieten sprake is geweest van medeplegen. Verdachtes opzet was daarbij niet gericht op samenwerking met medevedachte [A] en evenmin op de dood van de verbalisanten, aldus de raadsvrouw.
Het Hof overweegt als volgt.
Het medeplegen van een delict veronderstelt een nauwe en bewuste samenwerking. In een geval als het onderhavige, waarin het verweten medeplegen van een met de vlucht verband houdend misdrijf is voorafgegaan door het mogelijk daarmee samenhangende medeplegen van een ander strafbaar feit, is geenszins uitgesloten dat de voor het medeplegen van dat misdrijf relevante samenwerking reeds voordien – bijvoorbeeld in het kader van het medeplegen van de voorbereiding en de uitvoering van de overval – is ontstaan.
Uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat medeverdachte [A] de overval op de juwelierszaak grondig heeft voorbereid en daarin de verdachte heeft betrokken. Medeverdachte [A] is tot twee keer toe langs de juwelierszaak gereden, eenmaal met medeverdachte [E] en eenmaal met de verdachte. Medeverdachte [A] heeft van of via medeverdachte [C] inlichtingen verkregen over de (inhoud van de) vitrines van de juwelierszaak; de verdachte is kennelijk van die inlichtingen op de hoogte gesteld (hem was verteld dat hij bij de vitrines aan de linkerkant van de winkel moest zijn). Medeverdachte [A] had een tekening van een plattegrond van het desbetreffende gebied voorhanden met daarop onder meer de markering “Bikes”, hetgeen er – vanwege de aanwezigheid van de “bike patrol” in de Front Street en de zo goed als afwezige andere fietsers in het straatbeeld – naar het oordeel van het Hof op wijst dat is geanticipeerd op de aanwezigheid van fietsende agenten. Algemeen bekend is verder dat de Front Street, waar de juwelierszaak is gelegen, een drukbezocht winkelgebied is.
Medeverdachte [A] heeft de verdachte instructies gegeven over de wijze waarop de overval zou worden uitgevoerd. De verdachte wist voorts dat medeverdachte [A] een vuurwapen bij zich had. Dat vuurwapen was geladen. Indien de verdachte werkelijk, zoals hij heeft verklaard, niet heeft geweten dat het vuurwapen schietklaar was, heeft hij in elk geval welbewust de aanmerkelijke kans daarop aanvaard. Door een overval te plegen waarbij een vuurwapen wordt gebruikt, wordt op de koop toe genomen dat dat vuurwapen is geladen en zal worden gebruikt, zeker indien – zoals hier het geval is – de verdachte weet dat diegene over een echt vuurwapen beschikt (“a gun”) en hij hem in de gevangenis in Sint Maarten heeft leren kennen.
De verdachte heeft de overval vervolgens, conform die voorbereiding, samen met medeverdachte [A] gepleegd. Daarbij was sprake van een duidelijke rolverdeling. De verdachte en medeverdachte [A] zijn samen op een motorfiets naar de uitgekozen juwelierszaak gereden, alwaar medeverdachte [A] de motorfiets op straat ter hoogte van de juwelierszaak heeft geparkeerd en de verdachte en medeverdachte [A] van de motor zijn afgestapt. Terwijl beiden naar de ingang van de juwelier liepen, heeft medeverdachte [A] het wapen tevoorschijn gehaald. Met het wapen zichtbaar in de hand van medeverdachte [A], zijn de verdachte en medeverdachte [A] de winkel ingegaan. In de winkel heeft de verdachte, terwijl medeverdachte [A] de medewerkers van de winkel met het wapen in bedwang hield, de vitrines aan de linkerzijde van de winkel ingeslagen met een door hem meegebrachte hamer. Zowel de verdachte als medeverdachte [A] heeft sieraden uit de vitrines weggenomen en bij zich gestopt. Nadat medeverdachte [A] vervolgens tegen de verdachte zei “come on let us go”, zijn eerst medeverdachte [A] en vervolgens de verdachte naar de uitgang van de winkel gelopen.
Medeverdachte [A] is bij het verlaten van de juwelierszaak geconfronteerd met politieagent [slachtoffer 1], die met een getrokken vuurwapen tegenover hem was gaan staan en “Freeze” riep. Medeverdachte [A] heeft vervolgens direct, vanaf relatief korte afstand, kogels op deze politieagent afgevuurd. De politieagent [slachtoffer 1] werd door een kogel in het hoofd geraakt, terwijl andere kogels door zijn rechterbeen en linkerarm heen gingen. Politieagent [slachtoffer 2] zag, terwijl hij ter plaatse kwam, zijn collega op de grond vallen en heeft vervolgens een schot in de richting van medeverdachte [A] gelost. Medeverdachte [A] is daarna gericht op politieagent [slachtoffer 2] gaan schieten. Vervolgens hebben medeverdachte [A] en de verdachte geprobeerd met de motorfiets weg te komen van de plaats delict, maar botsten daarmee tegen de muur van de Court House. Uiteindelijk is de verdachte – met achterlating van de gewonde medeverdachte [A], maar met meeneming van een gedeelte van de buit – gevlucht.
Het schieten door medeverdachte [A] op de politieagenten maakt naar het oordeel van het Hof deel uit van de vlucht. Dat in dit geval bij de vlucht geweld niet zou worden geschuwd, kan worden opgemaakt uit de omstandigheden dat medeverdachte [A] een geladen vuurwapen had meegenomen (hetgeen ook voor de verdachte duidelijk was), dat hij en de verdachte inmiddels waren voorzien van een flinke buit (waarvoor zij waren gekomen en die zij kennelijk wilden behouden) en dat de vluchtroute via een goed bezocht winkelgebied zou moeten worden afgelegd, waar obstakels waren te verwachten. Dat de overval zou worden gevolgd door het schieten op de politieagenten was door voormelde omstandigheden voor de verdachte een reële, op de koop toegenomen mogelijkheid die al besloten lag in de nauwe en bewuste samenwerking tijdens de overval en de voorbereiding daarvan. Ook zijn opzet was daarbij, in voorwaardelijke zin, gericht op de dood van de beide politieagenten. Door op deze wijze samen met medeverdachte [A] de gewapende overval te plegen heeft de verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat medeverdachte [A] met het meegenomen vuurwapen schoten zou lossen.
De wijze waarop medeverdachte [A] het wapen heeft gebruikt is naar zijn uiterlijke verschijningsvorm zo zeer gericht op het mogelijke en het gerealiseerde gevolg – de dood van beide politieagenten – dat het niet anders kan zijn dan dat daarmee op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans op dat gevolg is aanvaard. Van contra-indicaties die aan dit oordeel in de weg zouden staan, is het Hof niet gebleken.
Het verweer wordt verworpen.
De raadsvrouw heeft voorts vrijspraak van het onder 5 ten laste gelegde bepleit. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte niet wist dat medeverdachte [A] een vuurwapen bij zich had toen zij besloten de juwelierszaak te overvallen. Het Hof verwerpt dit verweer, nu het – in weerwil van het pleidooi van de raadsvrouw – heeft vastgesteld dat de verdachte wel degelijk wist dat medeverdachte [A] een vuurwapen bij zich droeg. Dat leidt het Hof af uit de verklaring van de verdachte naar aanleiding van de vraag of hij wist dat medeverdachte [A] een wapen bij zich had. Op die vraag heeft de verdachte geantwoord dat hij wist dat medeverdachte [A] een wapen had en dat hij met een wapen een pistool bedoelt.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:260 juncto de artikelen 2:259 en 1:123, eerste lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van doodslag, voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren.
Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:260 juncto de artikelen 2:259, 1:123, eerste lid, aanhef en onder a, en 1:119, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van poging tot doodslag, voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren.
Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:291, eerste, tweede en derde lid, juncto artikel 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of een andere deelnemer aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Het onder 5 bewezen verklaarde is ten aanzien van het medeplegen van het voorhanden hebben van het pistool en de munitie voorzien bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening juncto artikel 1:123, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Vuurwapenverordening. Het onder 5 bewezen verklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd.
Het onder 6 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:404, aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Witwassen.
Het bewezen verklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.
Oplegging van straf
Het Hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een gewapende overval op een juwelierszaak, een gekwalificeerde doodslag op een politieagent, een poging tot gekwalificeerde doodslag op een andere politieagent en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Voorts is bewezen verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van sieraden.
Het Gerecht in eerste aanleg heeft de verdachte, uitgaande van een vrijspraak van de gekwalificeerde doodslag en de poging tot gekwalificeerde doodslag, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 jaren met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Het Hof overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt gelet op de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de daarop gestelde wettelijke strafmaxima en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Naar het oordeel van het Hof kan onder de gegeven omstandigheden niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van lange duur met zich brengt.
De verdachte heeft in een zucht naar geldelijk gewin samen met medeverdachte [A] een gewapende overval gepleegd op een juwelierszaak, die is gelegen in één van de drukstbezochte straten van Sint Maarten. Medeverdachte [A] heeft die overval grondig voorbereid en de verdachte daarover ingelicht. Terwijl medeverdachte [A] de medewerkers van de juwelier met het wapen in bedwang hield, heeft de verdachte met een hamer de vitrines ingeslagen. Beiden hebben sieraden weggenomen.
Toen de verdachte en medeverdachte [A] de winkel wilden verlaten, zijn zij op de politieagent [slachtoffer 1] gestuit. Medeverdachte [A] heeft direct en zonder zichtbare aarzeling op deze agent geschoten, terwijl de agent zijn politietaak vervulde en trachtte medeverdachte [A] en de verdachte te stoppen. Dit heeft de politieagent met zijn leven moeten bekopen. Vervolgens heeft medeverdachte [A] gericht geschoten op de ter plaatste gekomen politieagent [slachtoffer 2], die eveneens trachtte de verdachte en medeverdachte [A] te stoppen. Door hun handelen hebben de verdachte en medeverdachte [A] niet alleen onnoemelijk leed toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer [slachtoffer 1], die met dit immense verlies verder moeten leven, maar ook
in luttele minuten aan verschillende personen gevoelens van angst, onveiligheid en verdriet toegebracht. Medewerkers van de juwelierszaak en winkelend publiek zijn slachtoffer geworden en ongewild getuige geweest van de overval, die uitmondde in een vuurgevecht met de politieagenten. Voorts hebben het schieten op de beide agenten en de daardoor veroorzaakte dood van agent [slachtoffer 1] diepe indruk gemaakt op de collega’s van het Korps Politie Sint Maarten en op de samenleving van Sint Maarten in het algemeen.
Naast persoonlijke consequenties voor politieagenten in Sint Maarten staan de gevolgen voor de politie als geheel. De politie is essentieel voor het voortbestaan van een veilige samenleving. Zij kan haar werk echter onmogelijk doen als zij moet vrezen voor (potentieel) dodelijk geweld van degenen die de wet overtreden. Dergelijk geweld kan op geen enkele wijze worden getolereerd.
Het Hof rekent het de verdachte aan dat hij zich door de desastreuze gevolgen van de overval niet heeft laten weerhouden en zelfs enkele dagen na de overval een deel van de buitgemaakte sieraden heeft verkocht.
Wel houdt het Hof er rekening mee dat, hoewel van medeplegen sprake is, het niet de verdachte is geweest die de schoten feitelijk heeft gelost.
Daarnaast houdt het Hof rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte is niet eerder voor een strafbaar feit veroordeeld (van een verdenking die tot voorarrest leidde en waardoor de verdachte en medeverdachte [A] elkaar in de gevangenis hebben kunnen leren kennen, werd hij vrijgesproken). De verdachte was 20 jaar oud toen hij de bewezen verklaarde feiten pleegde. Anders dan medeverdachte [A] heeft de verdachte gaandeweg het politieonderzoek tot op zekere hoogte openheid van zaken gegeven. Ook blijkt dat hij tijdens het gesprek met de psycholoog blijk heeft gegeven de ernst van zijn handelen in te zien.
Het Hof is alles afwegende tot de slotsom gekomen dat in het geval van de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren passend en geboden is.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn tot slot de in beslag genomen voorwerpen. De procureur-generaal en de verdediging hebben zich daarover niet uitgelaten.
Anders dan het Gerecht in eerste aanleg is het Hof van oordeel dat het strafvorderlijk belang zich niet verzet tegen teruggave van de in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte. Het Hof zal daartoe dan ook beslissen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:67, 1:68 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 4 mei 2016 en doet opnieuw recht als volgt;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 3, 5 en 6 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen verklaard, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de 15 (vijftien) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan de verdachte van de onder hem in beslag genomen voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. T.E. van der Spoel, en J. de Boer en T.A.M. Tijhuis, leden van het Hof, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 22 februari 2017.

Voetnoten

1.Weliswaar blijkt uit het proces-verbaal van de terechtzitting niet (expliciet) dat deze vordering door de rechter is toegewezen, maar die toewijzing volgt impliciet uit het vonnis waarvan beroep en uit het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep leidt het Hof af dat de verdediging daarmee heeft ingestemd.
2.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in de wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in de verschillende onderdelen (zoals het zaakdossier, forensisch dossier en de persoonsdossiers) van het politiedossier van het Korps Politie Sint Maarten, dat is gesloten op 16 maart 2016 en is voorzien van de onderzoeksnaam “MENAM”.
3.Proces-verbaal van aangifte diefstal met geweld d.d. 5 augustus 2015, bijlage 7 van het zaakdossier.
4.Proces-verbaal van verhoor [eigenaar juwelierszaak] d.d. 2 september 2015, bijlage 8 van het zaakdossier.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [manager juwelierszaak] d.d. 11 augustus 2016, bijlage 24 van het zaakdossier.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [medewerker juwelierszaak] d.d. 12 augustus 2015, bijlage 25 van het zaakdossier.
7.Proces-verbaal van bevindingen videobeelden d.d. 5 augustus 2015, bijlage 29 van het zaakdossier.
8.Proces-verbaal van bevindingen videobeelden d.d. 20 augustus 2015, bijlage 30 van het zaakdossier.
9.Proces-verbaal van bevindingen videobeelden d.d. 5 augustus 2015, bijlage 29 van het zaakdossier.
10.Proces-verbaal van bevindingen videobeelden d.d. 19 augustus 2015, bijlage 33 van zaakdossier.
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2015, bijlage 34 van het zaakdossier.
12.Eigen waarneming van het Gerecht in eerste aanleg d.d. 13 april 2016, zoals weergegeven op pagina 2 van het proces-verbaal van die terechtzitting.
13.Proces-verbaal van bevinding d.d. 6 augustus 2015, bijlage 2 van het zaakdossier.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 augustus 2015, bijlage 4 van het zaakdossier.
15.Een geschrift, te weten een deskundigenrapport, d.d. 11 augustus 2015, bijlage 4 van het forensisch dossier.
16.Proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 23 november 2015, bijlage 1 van het forensisch dossier.
17.Schriftelijk bescheid, te weten een deskundigenrapport, d.d. 12 oktober 2015, bijlage 54 van het forensisch dossier.
18.Proces-verbaal van aanhouding verdachten onderzoek “Menam” d.d. 11 augustus 2015, bijlage 3 van het persoonsdossier van verdachte [B].
19.Proces-verbaal van 9e verdachtenverhoor [B] d.d. 7 september 2015, bijlage 23 van het persoonsdossier van verdachte [B].
20.Proces-verbaal van 7e verdachtenverhoor [B] d.d. 2 september 2015, bijlage 21 van het persoonsdossier van verdachte [B].
21.Proces-verbaal van 11e verdachtenverhoor [B] d.d. 16 november 2015, bijlage 25 van het persoonsdossier van verdachte [B].
22.Proces-verbaal van 11e verdachtenverhoor [B] d.d. 16 november 2015, bijlage 25 van het persoonsdossier van verdachte [B].
23.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2015, bijlage 17 van het persoonsdossier van de verdachte [A].
24.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2015, bijlage 1 van het persoonsdossier van verdachte [C].
25.Proces-verbaal getuigenverhoor [D] d.d. 17 september 2015, bijlage 91 van het zaaksdossier.
26.Proces-verbaal getuigenverhoor [D] d.d. 7 december 2015, bijlage 92 van het zaaksdossier.
27.Proces-verbaal van 1ste verhoor [C] d.d. 10 november 2015, bijlage 14 van het persoonsdossier van verdachte [C].
28.Proces-verbaal verdachtmaking V10 [C] d.d. 19 oktober 2015, bijlage 1 van het persoonsdossier van verdachte [C], met dien verstande de dubbel opgenomen gegevens uit de tabel zijn geëcarteerd.
29.Proces-verbaal van 2de verhoor verdachte [C] d.d. 13 november 2015, bijlage 15 van het persoonsdossier van verdachte [C].
30.Proces-verbaal van 5e verhoor verdachte [C] d.d. 16 februari 2015, bijlage 18 van het persoonsdossier van verdachte [C].
31.Proces-verbaal van persoonsgericht verhoor [B] (2e verhoor) d.d. 12 augustus 2015, bijlage16 van het persoonsdossier van verdachte [B]; proces-verbaal verdachtmaking J. [B] d.d. 12 augustus 2015, bijlage 1 van datzelfde persoonsdossier.
32.Proces-verbaal van 4e verhoor verdachte [E] d.d. 8 december 2015, bijlage 15 van het persoonsdossier van verdachte [E].
33.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 6 augustus 2015, bijlage 11 van het persoonsdossier van verdachte [A].
34.Foto-map betreffende in beslag genomen stukken van overtuiging tijdens een huiszoeking aan [adres 3], bijlage 43 van het forensisch dossier.
35.Waarneming van het Hof van deze foto, opgenomen in de foto-map betreffende in beslag genomen stukken van overtuiging tijdens een huiszoeking aan [adres 3], bijlage 43 van het forensisch dossier.