Op 22 juni 2017 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, gedateerd 1 februari 2017. De zaak betreft de verdachte die op 9 september 2016 op Bonaire werd aangehouden voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken van het bezit van een vuurwapen, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand voor het voorhanden hebben van munitie. De procureur-generaal heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij heeft gevorderd dat het Hof het vonnis van de eerste aanleg zou vernietigen en een zwaardere straf zou opleggen. Het Hof heeft de zaak in zijn geheel beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte wel degelijk het ten laste gelegde feit heeft begaan. Het Hof heeft de verklaringen van de medeverdachte en de aangetroffen bewijsmiddelen als overtuigend beschouwd. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. Tevens is onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen vuurwapens en munitie bevolen.