ECLI:NL:OGHACMB:2017:216

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
22 juni 2017
Publicatiedatum
19 november 2018
Zaaknummer
400.00241/16 H- 11/2017
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire inzake vuurwapenbezit en munitie

Op 22 juni 2017 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, gedateerd 1 februari 2017. De zaak betreft de verdachte die op 9 september 2016 op Bonaire werd aangehouden voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken van het bezit van een vuurwapen, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand voor het voorhanden hebben van munitie. De procureur-generaal heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij heeft gevorderd dat het Hof het vonnis van de eerste aanleg zou vernietigen en een zwaardere straf zou opleggen. Het Hof heeft de zaak in zijn geheel beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte wel degelijk het ten laste gelegde feit heeft begaan. Het Hof heeft de verklaringen van de medeverdachte en de aangetroffen bewijsmiddelen als overtuigend beschouwd. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. Tevens is onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen vuurwapens en munitie bevolen.

Uitspraak

Strafzaken over 2017 Vonnis no.
Datum uitspraak: 22 juni 2017 MC
Zaaknummer: H- 11/2017
Parketnummer: 400.00241/16
Tegenspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
STRAFVONNIS
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, van 1 februari 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 1 februari 2017, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
1 juni 2017 in Bonaire.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. A.C. van der Schans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw,
mr. M.M.A. van Lieshout, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, aan de verdachte ter zake van het feit een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van dertig maanden, met aftrek van voorarrest.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde vuurwapenbezit vrijgesproken en ter zake van het tenlastegelegde voorhanden hebben van munitie veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand met aftrek van voorarrest. Voorts is onttrekking aan het verkeer bevolen van de inbeslaggenomen voorwerpen en is de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Omvang hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep is in zijn geheel aan beoordeling in hoger beroep onderworpen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
dat hij, op of omstreeks 9 september 2016, op het eiland Bonaire, tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen, voorhanden heeft gehad een (zilverkleurig) vuurwapen (pistool) van het merk [wapenmerk] [wapennummer]en/of een jachtgeweer en/of een of meer scherpe patro(o)n(en), zijnde (een) vuurwapen(s) en/of munitie in de zin van de vuurwapenwet BES.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof deels tot andere beslissingen komt.
Bewezenverklaring
Het Hof acht bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, met dien verstande:
dat hij, op
of omstreeks9 september 2016, op het eiland Bonaire,
tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), althans alleen,voorhanden heeft gehad een (zilverkleurig) vuurwapen (pistool) van het merk [wapenmerk] [wapennummer]en
/ofeen jachtgeweer en
/of een of meerscherpe patro
(o)n
(en
), zijnde
(een)vuurwapen
(s
)en
/ofmunitie in de zin van de vuurwapenwet BES.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Bewijsverweer
De stelling van de raadsvrouw van verdachte dat de aanhouding onrechtmatig is geweest, en dat het als gevolg daarvan verkregen bewijs buiten beschouwing dient te blijven, wordt verworpen. Uit de processtukken blijkt dat de politie een achtervolging had ingezet en stoptekens had gegeven, nadat werd gezien dat de auto die de verdachte bestuurde bij het zien van de politie harder ging rijden en daarbij artikel 5 van de Wegenverkeersverordening heeft overtreden. Niet valt in te zien dat de politie hierbij een rechtsregel heeft geschonden. Dat de verbalisanten in het proces-verbaal van aanhouding hebben vermeld dat het hen ambtshalve bekend is dat de verdachte zich in het verleden heeft schuldig gemaakt aan geitendiefstal en overtreding van de Opiumwet BES en dat ze bij het zien van de verdachte hun wagen keerden maakt het voorgaande niet anders.
Bewijsmiddelen
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De door het Hof als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
De inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Een proces-verbaal van aanhouding (20160190722-20160909-124007.doc) opgemaakt op 9 september 2016 door [verbalisant1] en [verbalisant 2], beiden werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, voor zover inhoudende als verklaring van deze verbalisanten:
Op 9 september 2016 hebben wij een voertuig, een pick-up gekentekend [AUTOKENTEKEN], achtervolgd. Het voertuig kwam op de [naam straat] (Hof: in Bonaire) tot stilstand. De bestuurder van de pick-up was [verdachte], geboren op [geboortedatum] [geboortejaar]. Wij zagen twee mannen die eerder in het voertuig hadden gezeten op een afstand van ongeveer 3 meter van dit voertuig staan. Een van die mannen was [MEDEVERDACHTE], geboren op 19 februari 1983. In de omgeving waar deze mannen stonden trof verbalisant [verbalisant 2]een lang vuurwapen met een houten kolf aan.
Een proces-verbaal van bevindingen (20160190722-20160909-152226.doc) opgemaakt op 9 september 2016 door [verbalisant 3], werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, voor zover inhoudende als verklaring van deze verbalisant:
Op 9 september 2016 werd het voertuig gekentekend [AUTOKENTEKEN], dat werd bestuurd door [verdachte], door de patrouille [verbalisant 2]en [verbalisant 1] gestopt. Ter plaatse is een onderzoek ingesteld en werd door [verbalisant 2]een jachtgeweer aangetroffen. In struikgewas, op een afstand van ongeveer 15 meter van voornoemd voertuig, werd door mij een geladen pistool, van het merk [wapennummer], [wapennummer], met patroonhouder aangetroffen.
Een proces-verbaal ( 20161609.1750.205) opgemaakt op 16 september 2016 door
[verbalisant 2], werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [MEDEVERDACHTE]:
Op 9 september 2016 zat ik in een pick-up gekentekend [AUTOKENTEKEN] die werd bestuurd door [verdachte] (Hof: [verdachte]). De pick-up waarin wij zaten werd achtervolgd door de politie. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat de politie dichterbij kwam. Ik zag dat hij een lang geweer pakte. Ik zag dat hij het geweer vanuit het deur/portier vak tevoorschijn haalde. Ik hoorde dat hij tegen mij zei dat ik het weg moest gooien. [verdachte] stopte bij een woning in aanbouw. Toen de pick-up stopte ben ik uitgestapt met het geweer. Ik heb dat geweer in de bossage gegooid.
Een proces-verbaal (20161011.0920.202) opgemaakt door [verbalisant 4], werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [MEDEVERDACHTE]:
Op 9 september 2016 heb ik naast het geweer ook een pistool uit de auto meegenomen en weggegooid.
Een proces-verbaal (20161011.0920.202) opgemaakt, gesloten en getekend op
19 januari 2017 door [verbalisant 5], werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, voor zover inhoudende als verklaring van de medeverdachte [medeverdachte]:
Het pistool lag in het dashboard van de pick-up. Toen [verdachte] (Hof: [verdachte]) het geweer aan mij overhandigde, had hij aan mij gezegd dat in het dashboard ook iets lag en of ik die ook kon pakken. Ik deed het dashboard open en ik zag een klein vuurwapen in het dashboard. Ik had dat kleine vuurwapen gepakt en had het samen met het geweer weggegooid. In de handeling om het vuurwapen uit het dashboard te pakken, was het dashboard la uitgevallen. Als het goed is, lag de la op de vloer van de pick-up toen de politie was aangekomen.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut genaamd “Wapen- en munitieonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van vuurwapens op Bonaire op 9 september 2016” op 8 december 2016 opgemaakt door de deskundige wapens en munitie ing. R. Hermsen, voor zover van belang inhoudende als relaas van deze deskundige:
Ik heb onderzoek gedaan naar de volgende materiaal:
SIN Omschrijving
AAG09886NL Geweer
AAG09888NL vuurwapen merk [wapenmerk], [wapennummer]
AAG09889NL patroonhouder met 4 patronen van het vuurwapen merk [wapenmerk], [wapennummer]
De vuurwapens (AAG09886NL en AAG09888N) zijn onderzocht en deze vuurwapens functioneerden naar behoren. De aangeboden patronen (AAG09889NL) zijn geschikt om te worden verschoten met een vuurwapen.
Een proces-verbaal van aanhouding opgemaakt op 9 september 2016 door [verbalisant1]en [verbalisant 2], beiden werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, voor zover inhoudende als verklaring van deze verbalisanten:
Op 9 september 2016 hebben wij op de [naam straat] (Hof: in Bonaire) een onderzoek gedaan in een auto gekentekend [AUTOKENTEKEN] die werd bestuurd door [verdachte]. Tijdens de doorzoeking trof ik, verbalisant [verbalisant 2], aan de binnenzijde van het portier aan de bestuurderszijde scherpe patronen aan.
Een proces-verbaal opgemaakt op 20 september 2016 door [verbalisant 6], werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, voor zover inhoudende als verklaring van die verbalisant:
Zowel de aangetroffen munitie in het vuurwapen/pistool en de aangetroffen patronen in het voertuig komen overeen met elkaar als het om de volgende kenmerken gaat:
- Vorm;
- Kleur;
- Kaliber en
- Opschrift “SUPER”.
Een proces-verbaal opgemaakt op 12 september 2016 door [verbalisant 2], werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Het klopt dat ik op 9 september 2016 in een auto gekentekend [AUTOKENTEKEN] reed. De twee patronen die in het zijvak van het bestuurdersportier van deze auto zijn aangetroffen had ik gevonden. Ik heb ze in het zijvak van het bestuurdersportier gestopt.
Bewijsoverwegingen
Het Hof is van oordeel dat het door de verdediging gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde voorhanden hebben van een (zilverkleurig) vuurwapen (pistool) van het merk [wapenmerk] [wapennummer]en een jachtgeweer wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen. De patronen die in het zijvak van het bestuurdersportier zijn aangetroffen zijn hetzelfde kaliber en merk patronen als die in het pistool zijn aangetroffen en die verschoten kunnen worden met het geweer. Daarbij komt dat de medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij op verzoek van de verdachte het pistool en het geweer in het struikgewas heeft gegooid. De verklaring van [medeverdachte] dat hij het pistool uit het dashboardkastje heeft gehaald, dat het dashboardkastje daarbij was gevallen en op de vloer van de pick-up terecht was gekomen, vindt zijn bevestiging in het dossier. Op de in het dossier opgenomen foto van de binnenkant van de pick-up is namelijk te zien dat de klep van het dashboardkastje op de vloer van de pick-up ligt. [1] Het Hof ziet geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte]. Derhalve kan ook het tenlastegelegde vuurwapenbezit wettig en overtuigend worden bewezen.
Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenwet BES, strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Vuurwapenwet BES.
Het bewezenverklaarde is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.
Oplegging van straf en/of maatregel
Bij de bepaling van de straf heeft het Hof rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Meer in het bijzonder heeft het Hof daarbij het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft twee vuurwapens op de openbare weg voorhanden gehad. In een poging deze aan de opsporing van de politie te onttrekken, heeft zijn medeverdachte deze vuurwapens op zijn verzoek in de struiken gegooid. Daarbij heeft de verdachte ook munitie voorhanden gehad. Ongecontroleerd bezit van vuurwapens en munitie vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen, reden waarom streng moet worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben daarvan.
Ten nadele van de verdachte houdt het Hof rekening met zijn justitiële documentatie. Hieruit blijkt dat verdachte in het verleden vaker ter zake van misdrijven is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur. Op grond van het voorgaande acht het Hof na te melden onvoorwaardelijke straf passend en geboden.
Inbeslaggenomen voorwerpen
Ten aanzien van de in beslaggenomen vuurwapens en munitie zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 31, 38b, 38c en 96 van het Wetboek van Strafrecht BES.

BESLISSING

Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, van 1 februari 2017 en doet opnieuw recht;
verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 20 (TWINTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen vuurwapens en de munitie;
Dit vonnis is gewezen door mrs. H.J. Fehmers, D. Radder en K.A.M. Lasten, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Bonaire uitgesproken op 22 juni 2017.

Voetnoten

1.Proces-verbaal fotomap, proces-verbaalnummer 20160909-001, opgemaakt door [verbalisant 7], werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, Bureau Forensische Opsporing, foto nummer 11.