Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
[VERDACHTE],
BESLISSING
een gevangenisstraf voor de duur van 36 (ZESENDERTIG) MAANDEN, met aftrek van voorarrest.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 2 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, gedateerd 8 maart 2017. De verdachte, die in het Huis van Bewaring op Bonaire gedetineerd is, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, voor het invoeren van ongeveer 28 kilo cocaïne. De procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, heeft in hoger beroep gevorderd dat het Hof het vonnis zou bevestigen, maar met een aanpassing van de strafmaat. Het Hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de processen-verbaal van de terechtzittingen in eerste aanleg en het hoger beroep, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S.N. Inderson, hun standpunten naar voren hebben gebracht.
Het Hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat hij geen leidinggevende rol had in de invoer van de cocaïne. Desondanks heeft het Hof geoordeeld dat de ernst van de feiten en de hoeveelheid ingevoerde cocaïne een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden rechtvaardigen. Het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg is in zijn geheel bevestigd, behoudens de strafmaat, die is aangepast naar 36 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in Bonaire, waarbij mr. H.J. Fehmers niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.