ECLI:NL:OGHACMB:2017:214

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
23 november 2017
Publicatiedatum
19 november 2018
Zaaknummer
100.00261/16 H- 208/2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep betreffende bezit van vuurwapen met bijzondere persoonlijke omstandigheden

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 23 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, dat op 23 november 2016 was gewezen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van het voorarrest. De procureur-generaal, mr. J. Spaans, heeft gevorderd dat het Hof het vonnis zou bevestigen, terwijl de raadsman, mr. G. Hatzmann, ook zijn standpunt naar voren heeft gebracht.

Het Hof heeft de zaak behandeld op basis van het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg en de zittingen in hoger beroep op 31 augustus 2017 en 2 november 2017. Het Hof heeft vastgesteld dat de opgelegde straf lager is dan de richtlijnen, maar dat er bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn die een lagere straf rechtvaardigen. De verdachte heeft te maken gehad met de gevolgen van de orkaan Irma, wat zijn leefomstandigheden aanzienlijk heeft beïnvloed. Het Hof heeft geoordeeld dat het niet passend is om een hogere straf op te leggen dan de eerste rechter heeft gedaan, vooral omdat het openbaar ministerie dit ook niet heeft gevorderd.

Uiteindelijk heeft het Hof het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg bevestigd, met een aanvulling op de motivering van de straf. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is uitgesproken ter openbare terechtzitting in Sint Maarten.

Uitspraak

Strafzaken over 2017 Vonnis no.
Datum uitspraak: 23 november 2017
Zaaknummer: H- 208/2016
Parketnummer: 100.00261/16
tegenspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
STRAFVONNIS
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, van 23 november 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] (volgens eigen opgave op: [geboortedatum] [geboortejaar]), te
[geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 23 november 2016, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
van 31 augustus 2017 in Sint Maarten en van 2 november 2017 door middel van een videoverbinding tussen Curaçao en Sint Maarten.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. J. Spaans, en van hetgeen door de raadsman, mr. G. Hatzmann, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van het voorarrest.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, omdat het Hof zich daarmee verenigt, onder aanvulling van de motivering van de straf.
De motivering van de straf
De opgelegde straf is lager dan die volgt uit de richtlijnen van het Hof. Het Hof acht deze lagere straf in dit geval passend nu sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden. Ter terechtzitting is gebleken dat de gevolgen van de orkaan Irma voor de verdachte bijzonder hevig zijn (geweest). Zijn leefomstandigheden laten ook nu veel te wensen over. De verdachte probeert daar nu, net als velen met hem, langzaam verbetering in aan te brengen. Het Hof acht het daarom niet passend aan de verdachte een hogere straf op te leggen dan de eerste rechter heeft gedaan, te meer daar ook het openbaar ministerie daartoe niet heeft gerequireerd.
BESLISSING
Het Hof:
bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, van
23 november 2016, onder aanvulling van de motivering van de straf.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.C.B. Hubben, H.J. Fehmers en F.V.L.M. Wannyn, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op
23 november 2017.
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
EXTRACTVONNIS no.
Uitspraak :
23 november 2017
Zaaknummer : H- 208/2016
Parketnummer : 100.00261/16
Vonnis gewezen : op tegenspraak
Naam :
[VERDACHTE]
Geboortedatum en -plaats : geboortedatum] [geboortejaar] te [geboorteplaats]
Woonplaats : [woonplaats]
Gedetineerd : nee

Kwalificatie:

Feit 1:
overtreding van een in artikel 3 van de Vuurwapenverordening gegeven verbod, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Vuurwapenverordening;
Feit 2:
overtreding van een in artikel 1 van de Wapenverordening gegeven verbod,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Wapenverordening.

Uitspraak:

veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 15 (VIJFTIEN) MAANDEN;
beveelt dat van deze straf een gedeelte, groot
5 (VIJF) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij later anders mocht worden gelast op grond dat de veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
3 (DRIE) JAAR, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Onherroepelijk op:
wegens verstrijken termijn cassatieberoep.
wegens intrekking cassatieberoep.
na verwerping cassatieberoep door de Hoge Raad.
na niet-ontvankelijk verklaring cassatieberoep door de Hoge Raad
Willemstad,
De griffier,
v.d.