Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
[naam van de verdachte],
- gevraagd of hij bereid was om tegen betaling een persoon, zijnde die [A] van het leven te beroven en/of
- een vuurwapen gegeven en/of
- een of meer geldbedrag(en) in het vooruitzicht gesteld;
en/of een andere persoon, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,op
of omstreeks31 december 2014 in Sint Maarten, opzettelijk en
– al dan niet –met voorbedachten rade [A] (geboren op [een datum in het jaar] 1942) van het leven heeft beroofd,
/hebben verdachte en/of haar/dezemededader
(s)met dat opzet en
– al dan niet –na kalm en rustig overleg, met een vuurwapen een
of meerkogel
sop die
[A]afgevuurd, ten gevolge waarvan voornoemde
[A]is overleden,
in de zin van artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht (en aldusdooreen of meer giften,eenof meerbeloften,misbruik van gezag, geweld, bedreiging en/of misleidingen/ofdoor het verschaffen vangelegenheid,eenof meermiddelen of inlichtingen of door een andere feitelijkheid), hebbende
zij,verdachte
,die [medeverdachte]
- gevraagd of hij bereid was om tegen betaling een persoon, zijnde die [A]
- een vuurwapen gegeven en
- een
cursief). In het bijzonder verdient vermelding dat de steller van de tenlastelegging kennelijk abusievelijk is vergeten om in dit subsidiair ten laste gelegde feit de uitlokkingsmiddelen op te nemen. Naar het oordeel van het Hof kan dat als een kennelijke misslag worden beschouwd. Hierbij neemt het Hof in aanmerking genomen dat bij het ten laste gelegde onder meer is verwezen naar artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht, dat de feitelijke invulling van de in dat artikel opgenomen uitlokkingsmiddelen wel is omschreven en dat uit het verhandelde ter terechtzitting kan worden opgemaakt dat voor de verdachte voldoende duidelijk was waartegen zij zich moest verweren. De verdachte is daarom door de verbeteringen niet geschaad in de verdediging.
“Conclusie: gezien de (…) werd afgevuurd”). Het Hof zal deze conclusies uit de bewijsmiddelen schrappen. In bewijsmiddel nummer 6, op pagina 3 van de bijlage, zal het Hof voorts de woorden
“met een bruin handvat”weglaten. Tot slot zal het Hof een gedeelte van de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] weglaten, namelijk het gedeelte:
“I believed (…) repay her.”Dit betreffen gedachten van de medeverdachte en dus geen feiten of omstandigheden die hem uit eigen wetenschap bekend zijn.
“I’m hit”nadat hij was beschoten. Ter plaatse gekomen ambulancepersoneel kon hem echter niet meer redden. De verdachte en haar neef zijn na de moord weer samengekomen om vervolgens ook samen te vertrekken; halverwege heeft hij de verdachte het wapen teruggegeven en scheidden hun wegen zich.
BESLISSING
een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) jaren;