ECLI:NL:OGHACMB:2017:190

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 oktober 2017
Publicatiedatum
25 juli 2018
Zaaknummer
H- 187/2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep ontnemingsvonnis met afwijzing vordering tot ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een ontnemingsvonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, waarbij de officier van justitie had gevorderd dat de veroordeelde een bedrag van USD 21.441,28 aan de Staat zou betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De veroordeelde was eerder vrijgesproken van enkele feiten, maar was wel veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor verduistering in dienstbetrekking. In eerste aanleg was de veroordeelde ook al veroordeeld tot betaling van USD 759,00 aan de Staat, wat de aanleiding vormde voor het hoger beroep.

Tijdens de zittingen in hoger beroep heeft het Hof kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. M.L.A. Angela, en de argumenten van de verdachte en zijn raadslieden, mrs. S.C. Larmonie en H.N. Alejandra. Het Hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten ter waarde van USD 759,00, maar heeft de vordering tot ontneming afgewezen. Dit omdat de witte Iphone 5, die als wederrechtelijk verkregen voordeel werd beschouwd, al verbeurd was verklaard. Het Hof oordeelde dat de verbeurdverklaring van voorwerpen die uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen, een alternatief is voor ontneming, en dat er geen dubbele ontneming mocht plaatsvinden.

Uiteindelijk heeft het Hof het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg vernietigd en de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen. Het vonnis is uitgesproken op 12 oktober 2017 door de rechters D. Radder, T.E. van der Spoel en A.J. Martijn.

Uitspraak

Strafzaken over 2017 Vonnis no.
Datum uitspraak: 12 oktober 2017 MC
Zaaknummer: H- 187/2016
Parketnummer: 400.00222/15 (=BES.248/15B) (ontneming)
Tegenspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
O N T N E M I N G S V O N N I S
in hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire van 18 november 2016, op de vordering van de officier van justitie in Bonaire om aan de veroordeelde:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1963 in [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
de verplichting op te leggen tot betaling van USD 21.441,28 aan de Staat, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat deze door middel van of uit strafbare feiten heeft verkregen.
Procesgang en onderzoek van de zaak
Het openbaar ministerie heeft in eerste aanleg bij requisitoir gevorderd dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat tot een bedrag van
USD 21.441,28.
In eerste aanleg is de veroordeelde bij vonnis van 18 april 2016 ter zake van de feiten 1 primair, 2 en 3 vrijgesproken en ter zake van feit 1 subsidiair veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk wegens – zakelijk weergegeven – verduistering in dienstbetrekking.
Voorts is de veroordeelde bij het ontnemingsvonnis van eveneens 18 november 2016 veroordeeld tot betaling van USD 759,00 aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, bij noch volledige betaling noch volledig verhaal te vervangen door vijftien dagen hechtenis.
De verdachte heeft beroep ingesteld tegen dat laatste vonnis.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg van 3 februari 2016 en 28 oktober 2016, zoals daarvan blijkt uit de
processen-verbaal van die terechtzittingen, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 1 juni 2017, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, en 21 september 2017 in Bonaire.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. M.L.A. Angela, en van hetgeen door de verdachte en diens raadslieden,
mrs. S.C. Larmonie en H.N. Alejandra, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd aan de veroordeelde, met bevestiging van het vonnis in eerste aanleg gewezen, de verplichting op te leggen USD 759,00 aan wederrechtelijk verkregen voordeel terug te betalen.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof tot een andere beslissing komt.
Beoordeling van de vordering
Het Hof heeft bij vonnis van heden, 12 oktober 2017, de veroordeelde ter zake van feit
1 subsidiair veroordeeld tot betaling van een geldboete van USD 2.000,00 (zegge: tweeduizend US dollars), bij noch volledige betaling noch volledig verhaal te vervangen door veertig dagen hechtenis.
Voorts is de inbeslaggenomen witte Iphone 5 verbeurd verklaard.
Op grond van artikel 38e, tweede lid, Sr BES kan aan degene die is veroordeeld wegens een strafbaar feit de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, indien die persoon voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van dit strafbare feit of andere strafbare feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan.
In de onderhavige zaak is op grond van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen [1] genoegzaam gebleken dat de veroordeelde wedderrechtelijk voordeel van USD 759,00 heeft genoten. Derhalve stelt het Hof het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op USD 759,00.
Het Hof acht het, gelet op het voorgaande, aannemelijk geworden dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel ter waarde van USD 759,00 heeft genoten door op kosten van het Kadaster, een Iphone aan te schaffen en deze vervolgens voor privégebruik aan zijn dochter te schenken.
Het Hof zal, ondanks het voorgaande, de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel afwijzen. De volgende overweging ligt daaraan ten grondslag.
Vast is komen te staan dat de witte Iphone 5 een voorwerp betreft met betrekking tot welke het strafbare feit is begaan. Om deze reden is bij vonnis van 12 oktober 2017 dan ook deze witte Iphone 5 ter waarde van USD 759,00 door het Hof verbeurd verklaard. Nu voornoemde Iphone reeds verbeurd is verklaard en de verbeurdverklaring van voorwerpen die geheel of grotendeels van of uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen een alternatief voor ontneming is en de mogelijke overlap tussen verbeurdverklaring en ontneming niet moet worden gebruikt
om dubbel te ontnemen, zal de vordering tot ontneming van wederrechtelijk voordeel worden afgewezen.

BESLISSING

Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, van
18 november 2017 en doet opnieuw recht;
wijst af de vordering van de procureur-generaal, strekkende tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ten bedrage van USD 759,00 (zegge: zevenhonderdnegenenvijftig US dollar).
Dit vonnis is gewezen door mrs. D. Radder, T.E. van der Spoel en A.J. Martijn, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof op Bonaire uitgesproken op 12 oktober 2017.

Voetnoten

1.Het door [verbalisant 1], inspecteur van politie en financieel rechercheur werkzaam bij Rijksrecherche, op 29 april 2015 op ambtseed opgemaakte proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict (proces-verbaal nr. 20140012), voor zover inhoudende paragraaf 5.2.1 met de titel: “aankoop Iphone 5”, pagina’s 9 t/m 11.