ECLI:NL:OGHACMB:2017:183

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
23 oktober 2017
Publicatiedatum
12 juni 2018
Zaaknummer
H-179/2016
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met dodelijke afloop door schuld van de bestuurder

Op 23 november 2017 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een verkeersongeval op 12 mei 2015. De verdachte, als bestuurder van een personenauto, reed met een snelheid van ongeveer 90 km/u op een weg waar de maximumsnelheid 30 km/u was. Dit leidde tot een aanrijding met een andere bestuurder, die als gevolg van de opgelopen verwondingen op 27 mei 2015 overleed. De procureur-generaal had gevorderd dat het Hof het eerdere vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een taakstraf van 240 uren, met vervangende hechtenis bij niet-nakoming, en ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van één jaar.

In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden. Het Hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan dood door schuld. Het Hof overwoog dat de verdachte roekeloos had gereden, wat leidde tot de fatale aanrijding. De verdediging voerde aan dat het slachtoffer de verdachte voorrang had moeten verlenen, maar het Hof verwierp dit argument, aangezien de verdachte met een onaanvaardbare snelheid reed en daardoor niet in staat was om een aanrijding te voorkomen.

Het Hof oordeelde dat de verdachte schuld had aan het verkeersongeval en dat zijn rijgedrag als aanmerkelijk onvoorzichtig moest worden aangemerkt. De gevolgen van zijn handelen waren ernstig, niet alleen voor het slachtoffer, maar ook voor diens nabestaanden. Het Hof legde de verdachte een taakstraf op van 240 uren en ontzegde hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor één jaar.

Uitspraak

Strafzaken over 2017 Vonnis no.
Datum uitspraak: 23 november 2017
Zaaknummer: H-179/2016
Parketnummer: 120.00001/16
Tegenspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, [geboorteplaats], [woonplaats] en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
STRAFVONNIS
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van [woonplaats], van 9 september 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum][geboortejaar] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],[adres].
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 8 september 2016, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van
30 augustus 2017 in [woonplaats] en 2 november 2017 via een videoverbinding tussen [geboorteplaats] en [woonplaats].
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de procureur-generaal, mr. J. Spaans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw, mr. B.B. Brooks, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, in zoverre opnieuw recht doende, de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van tweehonderdveertig uren. Bij het niet of niet naar behoren verrichten van de taakstraf te vervangen door honderdtwintig dagen hechtenis. Tevens heeft de procureur-generaal ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van één jaar gevorderd.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van honderdtwintig uren, bij het niet of niet naar behoren verrichten te vervangen door zestig dagen hechtenis. Voorts is de verdachte de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de tijd van zes maanden ontzegd.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.
Omvang hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep is in zijn geheel aan beoordeling in hoger beroep onderworpen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, met inachtneming van de in eerste aanleg gevorderde en toegewezen wijziging, ten laste gelegd:
Primair: (dood door schuld)
dat hij op of omstreeks 12 mei 2015, te [woonplaats], als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de [naam straat 1], ter hoogte van Chippie Café (in de richting van de [naam straat 2]), althans over een weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door toen aldaar als bestuurder van genoemd motorrijtuig roekeloos, althans hoogst, althans zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of onoplettend te rijden, welk rijgedrag hieruit heeft bestaan dat hij, verdachte, terwijl zich een of meerdere motorrijtuigen op de weg bevonden en/of
terwijl op die weg de duisternis was ingetreden heeft gereden met een (aanzienlijk) hoge snelheid van ongeveer 90 km per uur, althans (veel) hoger dan de aldaar toegestane snelheid van 30 km per uur, althans met een (veel) hogere snelheid dan (voor het veilig verkeer ter plaatse) was toegestaan, waardoor of mede waardoor een botsing of aanrijding is ontstaan tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en een andere motorrijtuig bestuurd door [slachtoffer], door welke botsing of aanrijding die bestuurder, genaamd [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel bekwam, te weten (onder andere) hoge Cercivale fractuur (niveau 3), in elk geval trauma, waardoor die [slachtoffer], vervolgens op die 27 mei 2015 is komen te overlijden;
Subsidiair: (gevaarlijk rijgedrag)
dat hij op of omstreeks 12 mei 2015, te [woonplaats], als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) daarmede over de weg, de [naam straat 1], ter hoogte van Chippie Café (in de richting van de [naam straat 2]), althans over een weg, heeft gereden, op zodanige wijze dat door verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt of kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd of kon worden gehinderd, welk rijgedrag hieruit heeft bestaan dat hij, verdachte, terwijl zich een of meerdere motorrijtuigen op de weg bevonden en/of terwijl op die weg de duisternis was ingetreden heeft gereden met een (aanzienlijk) hoge snelheid van ongeveer 90 km per uur, althans (veel) hoger dan de aldaar toegestane snelheid van 30 km per uur, althans met een (veel) hogere snelheid dan (voor het veilig verkeer ter plaatse) was toegestaan, waardoor of mede waardoor een botsing of aanrijding is ontstaan tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en een andere motorrijtuig bestuurd door [slachtoffer],
door welke botsing of aanrijding die bestuurder, genaamd [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel bekwam, te weten (onder andere) hoge Cercivale fractuur (niveau 3), in elk geval trauma, waardoor die [slachtoffer], vervolgens op die 27 mei 2015 is komen te overlijden.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof deels tot andere beslissingen komt.
Bewijsoverwegingen
Schuld
Ter beantwoording staat de vraag of de verdachte schuld heeft aan het verkeersongeval en zo ja, in welke mate. Daarbij komt het, volgens vaste rechtspraak, aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan niet reeds worden afgeleid dat sprake is van schuld.
Uit de hierna te melden bewijsmiddelen volgt, kort gezegd, dat de verdachte op de [naam straat 1] heeft gereden, in het donker, met een snelheid die ver boven de aldaar toegestane maximumsnelheid lag. Het gevolg hiervan was dat hij in botsing kwam met het slachtoffer dat hem geen voorrang verleende. Het slachtoffer kwam later in het ziekenhuis te overlijden als gevolg van de bij het ongeluk opgelopen verwondingen.
Gelet op de hoge snelheid waarmee de verdachte reed op een doorgaans drukke weg, waar invoegend en overstekend verkeer veel voorkomt, en de verdachte had kunnen voorzien dat hij niet in staat zou zijn de auto tijdig tot stilstand te brengen met als reëel mogelijk gevolg dat er een aanrijding zou plaatsvinden, moet zijn rijgedrag naar het oordeel van het Hof als aanmerkelijk onvoorzichtig worden aangemerkt. De aanrijding met als gevolg de dood van het slachtoffer is derhalve aan de schuld van de verdachte te wijten.
Gedragingen slachtoffer
De raadsvrouw heeft betoogd dat het slachtoffer de verdachte voorrang had moeten verlenen. Naar het Hof begrijpt bedoelt de raadsvrouw hiermee een beroep te doen op de eigen schuld of medeschuld van het slachtoffer.
Het Hof overweegt dat eigen schuld of medeschuld in beginsel niet relevant is voor het bewijs van de schuld van de verdachte. Dit is slechts anders indien de onvoorzichtigheid van de ander zo groot is geweest dat de onvoorzichtigheid van de verdachte te gering wordt om schuld in de zin van artikel 2:284 Sr op te leveren.
Uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is niet, althans onvoldoende gebleken dat er sprake zou zijn van schuld of medeschuld. De verdachte had immers met een dusdanige snelheid moeten rijden dat hij zijn auto nog tijdig tot stilstand had kunnen brengen, ook als een andere verkeersdeelnemer een fout maakt. Andere verkeersdeelnemers hoeven ook geen rekening te houden met iemand die zoveel te hard reed als verdachte. Het verweer wordt daarom verworpen.
Maximumsnelheid
Voorts heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verdachte niet heeft kunnen weten wat de maximumsnelheid op de [naam straat 1] was omdat er geen verkeersborden langs de weg waren geplaatst, waaruit de maximumsnelheid aldaar zou moeten blijken. Dit
verweer slaagt evenmin. De verdachte behoort zich als verkeersdeelnemer behoorlijk te vergewissen van de toegestane snelheid. Dat hij dit heeft nagelaten en ongeveer 90 kilometer per uur is gaan rijden, komt voor zijn rekening en risico.
Bewezenverklaring
Het Hof acht het primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande:
dat hij op
of omstreeks12 mei 2015, te [woonplaats], als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de [naam straat 1], ter hoogte van Chippie Café (in de richting van de [naam straat 2]),
althans over een weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door toen aldaar als bestuurder van genoemd motorrijtuig
roekeloos, althans hoogst, althans zeer ofaanmerkelijk onvoorzichtig
en/of onachtzaam en/of onoplettendte rijden, welk rijgedrag hieruit heeft bestaan dat hij, verdachte,
terwijl zich een of meerdere motorrijtuigen op de weg bevonden en/of
terwijl op die weg de duisternis was ingetreden heeft gereden met een (aanzienlijk) hoge snelheid van ongeveer 90 km per uur,
althans (veel) hoger dan de aldaar toegestane snelheid van 30 km per uur, althans met een (veel) hogere snelheid dan (voor het veilig verkeer ter plaatse) was toegestaan, waardoor
of mede waardooreen
botsing ofaanrijding is ontstaan tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en een ander
emotorrijtuig bestuurd door [slachtoffer], door welke
botsing ofaanrijding die bestuurder, genaamd [slachtoffer]
zwaar lichamelijk letsel bekwam, te weten (onder andere)eenhoge Cercivale fractuur (niveau 3)
bekwam,
in elk geval trauma,waardoor die [slachtoffer], vervolgens op
die27 mei 2015 is komen te overlijden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijs(middel)verweren
doodsoorzaak
De raadsvrouw heeft betoogd dat de overlijdensakte niet als bewijsmiddel kan worden gebruikt. Daartoe is het volgende aangevoerd. De akte is op 18 september 2015, ruim vier maanden na het ongeluk, door de chirurg dr. Holiday Felix opgemaakt. In die overlijdensakte is cardiopulmonaal falen als gevolg van hoge cervicale fractuur niveau 3 als doodsoorzaak genoemd, terwijl dr. Holiday Felix een chirurg en geen patholoog is. Uit de door dr. Holiday Felix beperkt opgestelde overlijdensakte kan niet worden afgeleid dat het slachtoffer ten gevolge van de bij het ongeluk opgelopen verwondingen is komen te overlijden. Het is mogelijk dat het slachtoffer ten gevolge van andere aandoeningen is komen te overlijden.
Het Hof verwerpt dit verweer en overweegt als volgt. De overlijdensakte is opgemaakt en ondertekend door een arts. Behoudens concrete aanwijzingen voor het tegendeel mag van de juistheid daarvan worden uitgegaan. Nu vast staat dat het slachtoffer in de Dominicaanse Republiek is overleden, moet worden aangenomen dat dr. Felix zijn akte heeft gebaseerd op van een collega in de Dominicaanse Republiek verkregen informatie. Het Hof ziet in de omstandigheid dat die informatie in dit dossier ontbreekt, geen aanleiding om aan de juistheid van de door deze deskundige opgemaakte overlijdensakte te twijfelen. Het is naar het oordeel van het Hof aannemelijk dat het slachtoffer ten gevolge van cardiopulmonaal falen als gevolg van hoge cervicale fractuur niveau 3 (gebroken nekwervel) is komen te overlijden. Dat het slachtoffer dergelijk letsel had als gevolg van de botsing komt overeen met de bevindingen in het proces-verbaal van relaas (bewijsmiddel 1), waaruit blijkt dat het slachtoffer volgens de behandelend arts waarschijnlijk vanaf zijn nek verlamd zou blijven. Dat er complicaties zijn opgetreden vindt steun in het feit dat het slachtoffer is overgebracht naar de Dominicaanse Republiek en dat hij mogelijk aan iets anders zou zijn overleden wordt weerlegd door de verklaring van de zoon van het slachtoffer. Het verweer wordt verworpen en het bedoelde geschrift wordt tot het bewijs gebezigd.
snelheid
De raadsvrouw heeft voorts aangevoerd dat de verbalisant door gebruikmaking van de resultaten van een meting uit 2014, een schatting heeft gemaakt van de lengte van de remvertraging in het onderhavig geval. Dit terwijl de slijtage van het wegdek en de mogelijk gewijzigde weersomstandigheden met zich mee brengen dat de meting uit 2014 niet meer accuraat kan zijn. Zij stelt zich op het standpunt dat de conclusies die naar aanleiding daarvan zijn getrokken onbetrouwbaar zijn en niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt.
Het Hof verwerpt dit verweer en oordeelt als volgt. Het Hof ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusies naar aanleiding van de meting van 2014, nu in het op ambtseed opgemaakte “proces-verbaal inzake een verkeersongeval” duidelijk is vermeld dat de remproeven in 2014 zijn gedaan met een wettelijk goedgekeurde en geijkte meter. Voorts is bij de remproef die in 2014 werd gedaan op de [naam straat 1] gebruikgemaakt van een soortgelijke auto als die van de verdachte. Tevens was de auto waarvan toen gebruik werd gemaakt voorzien van soortgelijke banden als die van de auto van de verdachte en waren de weersomstandigheden toen vergelijkbaar met de weersomstandigheden ten tijde van dit ongeluk. Concrete omstandigheden op grond waarvan de meting van 2014 en de daaruit getrokken conclusies een jaar later niet meer bruikbaar zouden zijn, zijn niet aannemelijk geworden. Dat slijtage van het wegdek en mogelijk gewijzigde weersomstandigheden sindsdien van dusdanige invloed zijn dat deze aan de actuele geldigheid van het rapport in de weg staan, is niet gebleken. Derhalve acht het Hof de resultaten van de meting van 2014 en de conclusies die naar aanleiding daarvan zijn getrokken betrouwbaar.
Bewijsmiddelen
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De door het Hof als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
De inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
1. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 25 mei 2015 gesloten en getekend door [verbalisant 1], agent van politie, dienstdoende bij de Afdeling Verkeer van het Korps Politie [woonplaats], voor zover inhoudende, als
verklaring van de verdachte:
On Tuesday the 12th of May, around 9:00 p.m. I was driving a silver Kia Rio with license plate [NR.PLAAT].I was driving on the Pondfill (the [naam straat 1]) coming from the direction of the former Van Dorp going towards the round-a-bout ([naam straat 2] round-a-bout).In the vicinity of “Chippie Café” I saw a blue colored Van coming out of the alley.
2. De
verklaring van de verdachte, op 30 augustus 2017 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:
Op 12 mei 2015 reed ik tussen 20:00 en 21:00 uur ’s avonds op de [naam straat 1]. Ik kon de blauwe bus niet meer ontwijken.
3. Een proces-verbaal inzake een verkeersongeval nr. 0037/15 mutatie nr VA0645/15, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 januari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1], agent van politie, dienstdoende bij de Afdeling Verkeer van het Korps Politie [woonplaats], inhoudende als
relaas van de verbalisant:
Blz. 2
AARD VAN HET ONGEVAL:
Aanrijding tussen twee rijdende voertuigen. Hierna respectievelijk genoemd 1 en 2.
Voertuig 1:
Motorrijtuig : personenauto
Merk/type : Honda/Odyssey
Schade omschrijving : voorste helft van de linkerzijde zwaar beschadigd
Naam en voorna(a)m(en) bestuurder : [SLACHTOFFER]
Voertuig 2:
Motorrijtuig : personenauto
Merk/type : Kia/Rio
Schade omschrijving : voorzijde zwaar beschadigd
Naam en voorna(a)m(en) bestuurder : [VERDACHTE]
Blz.4
Situatie ter plaatse van het ongeval:
a.Lichtgesteldheid :Duisternis
b.Weer gesteldheid :Droog
c.Aard en toestand wegdek :Asfalt- in goede staat
d. Straatverlichting :Aanwezig, brandend
e. Uitzicht ter plaatse :Vrijzicht
f. Toegestane maximum snelheid : 30km/u
Op dinsdag 12 mei 2015, omstreeks 21:10 uur, werd door mij, in opdracht van de wachtcommandant van de centrale politie post een onderzoek ingesteld naar de oorzaak, toedracht en de gevolgen van bovengenoemde aanrijding.
Blz. 5
De bestuurder van voertuig 1 klaagde over hevige pijn aan zijn nek. Tevens verklaarde hij dat hij geen gevoel had in zijn armen en benen.
Blz.5 en 6
Een exacte snelheid kan niet gegeven worden, maar de voorafgaande schade en verplaatsingen worden niet bereikt door tien of twintig km/h aan restsnelheid. Uit de remproefmetingen is een vermindering van de snelheid van 57 km/u gebleken. Gelet op de impact van de botsing moet er sprake zijn geweest van een restsnelheid van tenminste 30km/u. Hierdoor zal de gereden snelheid voorafgaande aan de noodremming omstreeks de 90km/h hebben gelegen.
Blz.8
Bij de [woonplaats] Medical Center werden beide bestuurders door Dr. Van der Pasch behandeld. Na behandeling werd slachtoffer1/bestuurder 1 opgehouden op de “intensive care Unit”. Volgens de verklaring van dr. Van der Pasch zou bestuurder 1 hoogstwaarschijnlijk vanaf zijn nek naar beneden verlamd blijven.
4. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 januari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1], agent van politie, dienstdoende bij de Afdeling Verkeer van het Korps Politie [woonplaats], voor zover inhoudende, als
relaas van de verbalisant:
Op donderdag 28 mei 2015 werd ik door de zoon van bestuurder 1(het Hof begrijpt: [slachtoffer]) in kennis gesteld dat zijn vader op 27 mei 2015 omstreeks 10:00 uur in het ziekenhuis in de Dominicaanse Republiek, ten gevolge van het letsel opgelopen bij de aanrijding, was overleden.
5. Een geschrift, te weten een overlijdensakte SMMC van 18 september 2015, voor zover inhoudende als
verklaring van de artsdr. Felix Holiday:
Naam patiënt: [slachtoffer]
Doodsoorzaak: cardiopulmonale falen als gevolg van hoge Cervicale fractuur niveau 3.
Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Primair:
aan zijn schuld de dood van een ander te wijten zijn, terwijl de dood bij gelegenheid van een aanrijding met een door de schuldige bestuurd motorrijtuig veroorzaakt is door de aanrijding,
strafbaar gesteld bij artikel 320 Wetboek van Strafrecht (oud).
Het bewezenverklaarde is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de straf heeft het Hof rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Meer in het bijzonder heeft het Hof daarbij het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft aan het verkeer deelgenomen en heeft met een snelheid die veel hoger was dan de ter plekke toegestane snelheid, met als gevolg dat hij een botsing tussen zijn auto en die van het latere overleden slachtoffer niet heeft kunnen vermijden. Het is aan deze aanmerkelijke onvoorzichtigheid van de verdachte te wijten dat het slachtoffer is gestorven. De dood van het slachtoffer heeft ernstig en onherstelbaar leed bij zijn nabestaanden veroorzaakt. Zij zullen hun leven lang met de gevolgen van dit ongeval geconfronteerd worden. Het verkeersongeval heeft een grote impact op de directe nabestaanden gehad.
Hoewel het niet in verhouding staat tot het gemis bij de nabestaanden, neemt het Hof in aanmerking dat de verdachte de psychische last zal moeten dragen van het feit dat door zijn onvoorzichtig gedrag iemand het leven heeft verloren.
Daarnaast neemt het Hof voorts in acht dat de verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met politie en justitie.
Op grond van het voorgaande acht het Hof na te melden straf passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:45, 1:46 en 1:58 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 3 van de Landsverordening houdende enige regelingen van burgerrechtelijke aard bij botsing, aan- of overrijding met motorrijtuigen en houdende regeling van de ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen.
BESLISSING
Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van [woonplaats] van 9 september 2016 en doet opnieuw recht;
verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van
TWEEHONDERDVEERTIG (240) UREN. Bij het niet of naar behoren verrichten van deze taakstraf zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van
HONDERDTWINTIG (120) DAGEN;
ontzegt de verdachte de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de tijd van
EEN (1) JAAR.
Dit vonnis is gewezen door mrs. F.V.L.M. Wannyn, M.C.B. Hubben en H.J. Fehmers, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof op [woonplaats] uitgesproken op
23 november 2017.
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, [geboorteplaats], [woonplaats] en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
EXTRACTVONNIS no.
Uitspraak :
23 november 2017
Zaaknummer : H- 179/16
Parketnummer : 120.00001/16
Vonnis gewezen : op tegenspraak
Naam :
[VERDACHTE]
Geboortedatum en -plaats : [geboortedatum][geboortejaar] in [geboorteplaats]
(volgens eigen opgave: geboren in [geboorteplaats])
Woonplaats : [woonplaats]
Gedetineerd : nee

Kwalificatie:

Primair:
aan zijn schuld de dood van een ander te wijten zijn, terwijl de dood bij gelegenheid van een aanrijding met een door de schuldige bestuurd motorrijtuig veroorzaakt is door de aanrijding,
strafbaar gesteld bij artikel 320 Wetboek van Strafrecht (oud).

Uitspraak:

veroordeelt de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van
TWEEHONDERDVEERTIG (240) UREN. Bij het niet of naar behoren verrichten van deze taakstraf zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van
HONDERDTWINTIG (120) DAGEN;
ontzegt de verdachte de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de tijd van
EEN (1) JAAR.
Onherroepelijk op:
wegens verstrijken termijn cassatieberoep.
wegens intrekking cassatieberoep.
na verwerping cassatieberoep door de Hoge Raad.
na niet-ontvankelijk verklaring cassatieberoep door de Hoge Raad
Willemstad,
De griffier,
v.d.