ECLI:NL:OGHACMB:2017:168

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 mei 2017
Publicatiedatum
23 februari 2018
Zaaknummer
AR 08/14 - Ghis 79520 - H 213 en 213A/16
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake splitsing erfpacht en rechercheplicht notaris

In deze zaak, die voorligt bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, betreft het een hoger beroep van de stichting Kadaster- en Hypotheekwezen Sint Maarten tegen NHKK Enterprises Limited. De stichting, oorspronkelijk gedaagde en thans appelant in principaal appel, heeft op 14 december 2015 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, dat op 3 november 2015 was uitgesproken. In de memorie van grieven heeft de stichting drie grieven ingediend en verzocht om vernietiging van het bestreden vonnis, met afwijzing van de vordering van NHKK en veroordeling van NHKK in de proceskosten.

NHKK heeft in haar memorie van antwoord het appel bestreden en tevens incidenteel appel ingesteld. De stichting heeft hierop gereageerd met een memorie van antwoord in het incidenteel appel. De zaak is behandeld samen met twee andere aanhangige zaken, die betrekking hebben op de splitsing van erfpacht van Kildare. Het Hof heeft op 7 april 2017 een tussenvonnis gewezen in de zaak IFPS, waarin vragen zijn gesteld aan de notaris en het Land. Alle partijen zijn in de gelegenheid gesteld om op deze vragen te reageren.

De ontvankelijkheid van de stichting in het hoger beroep is bevestigd, en het Hof heeft partijen de gelegenheid gegeven om gelijktijdig een akte in te dienen. De zaak is vervolgens aangehouden voor verdere behandeling op een zitting in Sint Maarten op 9 juni 2017. Het vonnis is op 12 mei 2017 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

[Met bijlage]

Burgerlijke zaken 2017 Vonnis no.
Registratienummer: AR 08/14 - Ghis 79520 - H 213 en 213A/16
Uitspraak: 12 mei 2017
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de stichting STICHTING KADASTER- EN HYPOTHEEKWEZEN SINT MAARTEN,
gevestigd te Sint Maarten,
hierna te noemen: de stichting,
oorspronkelijk gedaagde, thans appelant in principaal appel en geïntimeerde in incidenteel appel,
gemachtigden: mrs. N. Hijmans en P. Soons,
tegen
de vennootschap naar vreemd recht NHKK ENTERPRISES LIMITED,
gevestigd in Anguilla,
hierna te noemen: NHKK,
oorspronkelijk eiseres, thans geïntimeerde in principaal appel en appellante in incidenteel appel,
gemachtigden: mrs. D.E. Liqui-Lung en M. Hofman-Ruigrok.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (GEA), wordt verwezen naar het tussen partijen in de zaak met AR nummer 08 van 2014 gewezen en op 3 november 2015 uitgesproken vonnis. De inhoud van dit vonnis geldt als hier ingevoegd.
1.2.
De stichting is bij akte van appel op 14 december 2015 in hoger beroep gekomen van voornoemd vonnis. In een op 15 januari 2016 ingediende memorie van grieven, met producties, heeft de stichting drie grieven, met subgrieven, voorgedragen en geconcludeerd dat het Hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de vordering van NHKK alsnog integraal zal afwijzen, met veroordeling van NHKK in de kosten van de procedure in beide instanties, uitvoerbaar bij voorraad en te vermeerderen met de wettelijke rente indien de kosten niet binnen veertien dagen na het vonnis zijn voldaan.
1.3.
NHKK heeft in een memorie van antwoord in principaal appel tevens memorie van grieven in incidenteel appel het appel van de notaris bestreden, op haar beurt, onder aanvoering van één grief, incidenteel appel ingesteld en geconcludeerd in het principaal appel dat het hof het bestreden vonnis zal bevestigen, met veroordeling van de notaris zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad in de kosten, en in het incidenteel appel kennelijk dat het Hof de veroordeling van de notaris uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren.
1.4.
De stichting heeft in een memorie van antwoord in het incidenteel appel, tevens houdende een akte inbreng producties in het principale appel (met toelichting) het incidenteel appel bestreden, producties ingebracht en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van NHKK en, als de stichting wordt veroordeeld, tot het niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren van deze veroordeling.
1.5.
Op 16 december 2016, de voor schriftelijk pleidooi nader bepaalde dag, hebben de gemachtigden van partijen pleitaantekeningen overgelegd. Bij die van de gemachtigden van de stichting zijn producties gevoegd.
1.6.
Op de rolzitting van 3 februari 2017 heeft de voorzitter van de Hofcombinatie medegedeeld – teneinde de kwestie ‘tot op de bodem toe’ uit te zoeken – dat de onderhavige zaak, ten aanzien van NHKK, zal worden behandeld en beslist samen met twee andere aanhangige Kildare-splitsingszaken, te weten ten aanzien van International Financial Planning Services (hierna: IFPS) (Ghis 76481 - H 385/15) en Fralexia (Ghis 80294 – H 310-310A/16). IFPS, NHKK en Fralexia waren alle drie beoogd verkrijger bij een door de notaris beoogde splitsing van de erfpacht van Kildare. De gemachtigden in deze zaken, voor zover aanwezig, gingen hiermee akkoord.
1.7.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De ontvankelijkheid

De stichting is tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep gekomen en kan daarin worden ontvangen.

3.De grieven

Voor de grieven wordt verwezen naar de memories van grieven.

4.Beoordeling

4.1.
Het Hof heeft mede kennis genomen van de dossiers in de zaken IFPS en Fralexia (zie rov. 1.6). Het Hof gaat ervan uit dat partijen hiermee akkoord gaan.
4.2.
In de zaak IFPS heeft het Hof op 7 april 2017 een tussenvonnis gewezen. Aan dat tussenvonnis is door het Hof gehecht de memorie van grieven, onder 3-4, van de stichting in de zaak Fralexia. Deze passages lijken overeen te komen met de memorie van grieven van de stichting in de onderhavige zaak, onder 3-4.
4.3.
Het Hof heeft in dat tussenvonnis in de zaak IFPS een aantal vragen gesteld aan de notaris en aan het Land. Alle partijen zijn echter in de gelegenheid gesteld op de vragen en de overige inhoud van het tussenvonnis te reageren.
4.4.
Ook de partijen in de onderhavige zaak NHKK krijgen de gelegenheid bij akte te reageren op het tussenvonnis in de zaak IFPS. Voor de partijen in de zaak Fralexia geldt hetzelfde.
4.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

B E S L I S S I N G

Het Hof:
- laat partijen toe gelijktijdig in achtvoud een akte te nemen;
- verwijst de zaak daartoe naar de zitting van het Hof in Sint Maarten op 9 juni 2017 (P3);
- bepaalt dat op de eerste roldatum na het reces partijen gelijktijdig in achtvoud een antwoord-akte kunnen nemen (P3);
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, G.C.C. Lewin en H.J. Fehmers, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en op 12 mei 2017 ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken.