Uitspraak
Vreemdeling] (de vreemdeling)
Ingevolge artikel 22, eerste lid, wordt een beroepschrift dat niet aan de bij artikel 15 gestelde eisen voldoet, door de griffier aan de indiener in persoon of, indien een gemachtigde is aangewezen, aan die gemachtigde met mondelinge of schriftelijke opgave van redenen ter verbetering of aanvulling dan wel ter bijvoeging van de machtiging of andere bescheiden teruggegeven of teruggezonden. Daarbij wordt vermeld de termijn waarbinnen de verbetering of aanvulling van het beroepschrift dan wel de bijvoeging van de machtiging of andere bescheiden dient te geschieden.
Ingevolge het tweede lid kan het Gerecht, indien binnen de vastgestelde termijn het beroepschrift niet is verbeterd of aangevuld, dan wel de machtiging of andere bescheiden niet zijn bijgevoegd, de indiener van het beroepschrift niet-ontvankelijk verklaren.
Ingevolge artikel 77, eerste lid, is op de behandeling van het hoger beroep en de uitspraak van het Hof hoofdstuk 3 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het verschuldigde griffiegeld het tweevoud bedraagt van dat bedoeld in artikel 17, eerste lid.
“Overwegende:
dat het wenselijk is een ambtenaar, werkzaam bij de Toelatingsorganisatie Curaçao, aan te wijzen teneinde de Minister van Justitie te vertegenwoordigen in administratieve procedures tegen beschikkingen voortvloeiende uit de Landsverordening Toelating en Uitzetting (P.B. 2010, no. 5) en gebaseerd op de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (P.B. 2001, no. 79, zoals gewijzigd) bij het Gerecht in Eerste Aanleg, zittingsplaats Curaçao en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waarin de Minister van Justitie als partij is betrokken;
HEEFT BESLOTEN:
Enig artikel
Mw. mr. Peggy Margaret Isenia, geboren 8 september 1971, Senior Jurist bij de Toelatingsorganisatie Curaçao, wordt hierbij gemachtigd om de Minister van Justitie te vertegenwoordigen in administratieve procedures tegen beschikkingen voortvloeiende uit de Landsverordening Toelating en Uitzetting en gebaseerd op de Landsverordening Administratieve Rechtspraak als hier vorenvermeld waarin de Minister van Justitie als partij is betrokken.”
verklaarthet hoger beroep
niet-ontvankelijk;
veroordeeltde minister van Justitie tot vergoeding van de bij [
vreemdeling] voor de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van NAf 700,00 (zegge: zevenhonderd gulden) geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.