ECLI:NL:OGHACMB:2017:149
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- G.C.C. Lewin
- M.C.B. Hubben
- M.M. de Werd
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen dagvaarding in fiscale delicten met betrekking tot belastingfraude en opportuniteitsbeginsel
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 21 juli 2017 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van de verdachte tegen een dagvaarding in een strafzaak. De verdachte was gedagvaard om op 25 juli 2017 te verschijnen voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Het bezwaarschrift werd ingediend op 5 juli 2017 en behandeld in raadkamer op 14 juli 2017, waarbij de verdachte en zijn raadslieden, alsook vertegenwoordigers van het openbaar ministerie, aanwezig waren.
De verdediging voerde aan dat het onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de verdachte zal veroordelen, en dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard zou moeten worden. De verdediging stelde dat het onderzoek naar de verdachte uitsluitend was gestart op basis van media-berichten en dat er onvoldoende verdenking was. Het Hof oordeelde echter dat de kans dat het openbaar ministerie ontvankelijk zou worden verklaard in de vervolging niet onwaarschijnlijk is. Het Hof concludeerde dat de verdediging onvoldoende argumenten had aangedragen om aan te tonen dat de strafrechter later zou oordelen dat de vervolging onverenigbaar was met beginselen van een goede procesorde.
De beslissing van het Hof was dat het bezwaarschrift ongegrond werd verklaard, en dat er geen reden was om de verdachte buiten vervolging te stellen. De zaak betreft fiscale delicten en de vraag of de verdachte opzet had op het doen van onjuiste aangiften. Het Hof concludeerde dat niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de ten laste gelegde feiten geheel of gedeeltelijk bewezen zal verklaren. De verdediging had onvoldoende aangetoond dat de aangiften pleitbaar waren, en het Hof verwierp het primaire standpunt van de verdediging.