ECLI:NL:OGHACMB:2017:142
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de gerechtelijke vaststelling van vaderschap en ontvankelijkheid van het verzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, waarin het vaderschap van een kind is vastgesteld. De man, oorspronkelijk verweerder, heeft in hoger beroep drie grieven ingediend tegen de beschikking van 31 oktober 2016. De vrouw, oorspronkelijk verzoekster, heeft verzocht om vaststelling van het vaderschap en een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. Tijdens de procedure is een DNA-onderzoek uitgevoerd, waaruit blijkt dat de man met een kans van 99,9999998% de biologische vader van het kind is.
De procedure is mondeling behandeld op 12 mei 2017, en de man heeft in een akte van 4 augustus 2017 verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van de vrouw op grond van artikel 1:207 lid 1 BW, omdat het verzoek tot vaststelling van het vaderschap is ingediend nadat het kind de leeftijd van twaalf jaren had bereikt. Het Hof oordeelt dat de vrouw niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek, omdat het kind vanaf de leeftijd van twaalf jaar zelf het verzoek moet indienen, en de moeder niet langer bevoegd is om dit te doen. Het Hof vernietigt de eerdere beschikking en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.