ECLI:NL:OGHACMB:2017:141
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- G.C.C. Lewin
- F.V.L.M. Wannyn
- R.J. Celestijn
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake stormschade na verkoop van onroerend goed in Sint Maarten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (GEA) dat op 8 maart 2016 is uitgesproken. De zaak betreft een geschil over stormschade aan een woning die door [geïntimeerde] aan [appellant] is verkocht. De koopovereenkomst werd gesloten op 27 augustus 2014, met een overeengekomen leveringsdatum van 1 november 2014, die later werd verschoven naar 14 november 2014. Op 13 oktober 2014 trof orkaan Gonzalo Sint Maarten, wat leidde tot schade aan het onroerend goed. Na de verkoop werd een bedrag van US$ 10.000,00 in depot gehouden bij de notaris totdat partijen overeenstemming bereikten over de schade.
In eerste aanleg vorderde [geïntimeerde] dat [appellant] zou worden bevolen om het depotbedrag aan hem uit te betalen, terwijl [appellant] in reconventie een schadevergoeding van US$ 11.310,00 voor stormschade en US$ 3.300,00 voor achterstallige huur vorderde. Het GEA oordeelde dat [appellant] niet tijdig had geklaagd over de schade, met uitzondering van een bedrag van US$ 1.420,70 dat door [geïntimeerde] was erkend.
In hoger beroep heeft [appellant] betoogd dat hij wel degelijk tijdig heeft geklaagd. Het Hof oordeelt dat het depotbeding een protest bevatte als bedoeld in de wet, en dat [appellant] zich tijdig heeft geklaagd over de schade. Het Hof heeft de grieven van [appellant] gegrond verklaard en de zaak terugverwezen voor verdere behandeling. De beslissing over de reconventionele vordering van [appellant] is in hoger beroep niet aan de orde gesteld, waardoor deze in stand blijft. Het Hof heeft de zaak aangehouden voor een comparitie van partijen om nadere inlichtingen te verkrijgen.