Uitspraak
[GEÏNTIMEERDE 1],
[GEÏNTIMEERDE 2],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] met betrekking tot een koopovereenkomst en de daaropvolgende afwijzing van een bouwvergunning. De procedure begon met een bewijsopdracht aan [appellante] na een vonnis van 20 september 2016. Tijdens de getuigenverhoren zijn drie getuigen gehoord, die verklaringen hebben afgelegd over de situatie rondom de bouwvergunning en de betrokkenheid van [geïntimeerde 1]. De getuigen gaven aan dat er problemen waren met de verkrijging van de bouwvergunning, voornamelijk door de afwezigheid van een goedgekeurde weg en de complexiteit van de situatie. Het Hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde 1] redelijkerwijs moest begrijpen dat de bouwaanvraag van [appellante] op problemen zou stuiten. Het beroep op dwaling is gegrond verklaard, en de koopovereenkomst is rechtsgeldig vernietigd. [appellante] heeft een schadevergoeding gevorderd, die door het Hof is toegewezen, waarbij het Hof de kosten heeft gespecificeerd. Het vonnis van de eerste aanleg is vernietigd, en [geïntimeerde 1] is veroordeeld tot betaling van Afl. 45.784,00 aan [appellante], vermeerderd met wettelijke rente.