ECLI:NL:OGHACMB:2017:112

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 september 2017
Publicatiedatum
26 september 2017
Zaaknummer
AR 2432/15 - ghis 81917 - H 407/16
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake ontruiming van een perceel in Aruba met betrekking tot een geschil tussen een naamloze vennootschap en een natuurlijke persoon

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin haar verzoek tot ontruiming van een perceel door [geïntimeerde] werd afgewezen. De procedure begon met een akte van appel op 10 oktober 2016, gevolgd door een memorie van grieven op 19 oktober 2016, waarin [appellante] vier grieven aanvoerde en het Hof verzocht het eerdere vonnis te vernietigen en haar vorderingen alsnog toe te wijzen. [geïntimeerde] heeft gereageerd op het hoger beroep en verzocht om redelijkheid en billijkheid in de beoordeling van de zaak. Tijdens de zitting op 20 juni 2017 heeft [appellante] pleitnotities ingediend, waarin zij stelde dat [geïntimeerde] het appartement had ontruimd tijdens de afwezigheid van de directeur van [appellante]. Het Hof heeft besloten om een memoriewisseling toe te staan om de gevolgen van een parallelle zaak te kunnen betrekken in de beoordeling. Het Hof heeft de zaak naar de rol van 17 oktober 2017 verwezen voor verdere behandeling, waarbij [appellante] een memorie na tussenvonnis moet indienen en [geïntimeerde] de gelegenheid krijgt om hierop te reageren. De uitspraak is gedaan door de rechters J. de Boer, G.C.C. Lewin en H.J. Fehmers op 19 september 2017.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2017 Vonnis no.:
Registratienummer: AR 2432/15 - ghis 81917 - H 407/16
Uitspraak: 19 september 2017
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
[APPELLANTE],
gevestigd in Aruba,
oorspronkelijk eiseres,
thans appellante,
gemachtigde: mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen
[GEÏNTIMEERDE],
wonende in Aruba,
oorspronkelijk gedaagde,
thans geïntimeerde,
procederende in persoon.
De partijen worden hierna [appellante] en [geïntimeerde] genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij akte van appel van 10 oktober 2016 is [appellante] in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 31 augustus 2016 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (verder: GEA).
1.2
Bij op 19 oktober 2016 ingekomen memorie van grieven heeft [appellante] vier grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen en, uitvoerbaar bij voorraad, haar vorderingen alsnog zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in beide instanties.
1.3
Bij faxbericht van 7 mei 2017 aan het Hof, met een productie, heeft [geïntimeerde] zich uitgelaten over het hoger beroep. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof erop toeziet dat er naar redelijkheid en billijkheid recht geschiedt.
1.4
Op 20 juni 2017 heeft [appellante] pleitnotities overgelegd. Vonnis is gevraagd en nader bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
In dit geding heeft [appellante] gevorderd dat [geïntimeerde] het perceel [adres] in Aruba ontruimt. Bij het inleidend verzoekschrift is een uittreksel uit het bevolkingsregister van 13 juli 2015 gevoegd, waarop [adres] als adres van [geïntimeerde] wordt vermeld.
2.2
Het GEA heeft het verzoek afgewezen.
2.3 [
appellante] heeft hoger beroep ingesteld en tijdig een akte van appel en een memorie van grieven ingediend. Een exploot van 31 oktober 2016 vermeldt dat thans van [geïntimeerde] geen bekende woon- of verblijfplaats in Aruba of daarbuiten bekend is en dat de akte van appel en de memorie van grieven zijn betekend door het exploot in het dagblad Diario te doen publiceren en een afschrift ervan over te geven aan de directeur van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, en dat het exploot ook zal worden aangekondigd in de Landscourant van Aruba. In het dossier bevindt zich een publicatie van het exploot in de Diario van 2 november 2016 en in de Landscourant van Aruba van 11 november 2016.
2.4
Op 7 mei 2017 is het hiervoor in rov. 1.3 bedoelde faxbericht binnengekomen. [geïntimeerde] stelt daarin (onder meer) dat zij nimmer is geïnformeerd over het hoger beroep, maar dat er een deur is gebarricadeerd en dat onderdak aan haar is ontnomen. Als contact-e-mail wordt genoemd: [e-mailadres]. Uit de stukken blijkt niet dat dit faxbericht ook aan [appellante] bekend is gemaakt.
2.5
Op de rolzitting van 20 juni 2017 heeft [appellante] de hiervoor in rov. 1.4 bedoelde pleitnotities overgelegd. Hierin staat onder meer dat [geïntimeerde] gedurende de afwezigheid van de directeur van [appellante] het appartement heeft ontruimd.
2.6
Het is het Hof ambtshalve bekend dat het Hof heden ook uitspraak doet in de zaak AR 2384/13 - ghis 74745 - H 255/15 [geïntimeerde] tegen [betrokkene]. In die zaak wordt [geïntimeerde] bijgestaan door de advocaat C.B.A. Coffie. In die zaak verklaart het Hof voor recht dat tussen [geïntimeerde] en [betrokkene] geldt dat laatstgenoemde de rechthebbende op de aandelen in [appellante] is.
2.7
Teneinde hoor en wederhoor in deze zaak te waarborgen en ook de gevolgen van het in de zaak AR 2384/13 - ghis 74745 - H 255/15 door het Hof uitgesproken vonnis in de beoordeling van deze zaak te kunnen betrekken, zal het Hof in deze zaak gelegenheid bieden voor een memoriewisseling.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
gelast de Hofgriffie:
a. een scan van de akte van appel, de memorie van grieven, de pleitnota van
20 juni 2017 en dit tussenvonnis als attachment per e-mail te doen toekomen aan [e-mailadres], met cc aan het e-mailadres van
mr. Coffie, advocaat in Aruba; en
b. een scan van de fax van 7 mei 2017 te doen toekomen aan het e-mailadres van mr. Kloes, advocaat in Aruba;
verwijst de zaak naar de rol van 17 oktober 2017 voor memorie na tussenvonnis aan de zijde van [appellante], waarna [geïntimeerde] in de gelegenheid zal worden gesteld een antwoordmemorie na tussenvonnis in te dienen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, G.C.C. Lewin, H.J. Fehmers, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 19 september 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.