ECLI:NL:OGHACMB:2016:93

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 september 2016
Publicatiedatum
21 oktober 2016
Zaaknummer
EJ 60654 - H 103/13
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een enquêteverzoek in een civiele procedure met meerdere verweersters

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 1 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot enquête. Het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door advocaat-generaal mr. A.C. van der Schans, heeft een enquêteverzoek ingediend tegen verschillende naamloze vennootschappen, waaronder Integrated Utility Holding N.V. (Aqualectra), Curaçao Oil N.V. (Curoil), Curoil Gas N.V. (Curgas) en Rifeneria di Korsou N.V. (RdK). De verweersters zijn vertegenwoordigd door hun respectieve gemachtigden, waaronder mr. K. Frielink en mr. C. de Bres.

De procedure begon met een beschikking van het Hof op 20 juli 2016, waarin werd bepaald dat een verslag ter inzage zou liggen voor partijen en belanghebbenden. Het Hof heeft vervolgens de inhoud van de ingediende stukken beoordeeld, waaronder een verslag in foliovorm en verschillende usb-sticks met documenten. Het Hof heeft geconcludeerd dat de inhoud van de usb-sticks niet als bijlagen bij het verslag zal worden gevoegd en dat er geen termen aanwezig zijn om deze stukken ter inzage te leggen.

In de beslissing heeft het Hof de griffier opgedragen om een elektronisch afschrift van de relevante documenten te verstrekken aan de betrokken partijen, waaronder Aqualectra, Curoil, Curgas, RdK en het OM. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2016 Beschikking no.:
Registratienummer: EJ 60654 - H 103/13
Uitspraak: 1 september 2016
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Beschikking in de zaak van:
HET OPENBAAR MINISTERIE,
gevestigd in Curaçao,
verzoeker,
hierna te noemen: het OM,
vertegenwoordigd door de advocaat-generaal, mr. A.C. van der Schans,
tegen
1. de naamloze vennootschap
INTEGRATED UTILITY HOLDING N.V.,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
hierna te noemen: Aqualectra,
gemachtigde: mr. K. Frielink,
2. de naamloze vennootschap
CURAÇAO OIL N.V.,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
hierna te noemen: Curoil,
gemachtigde: mr. C. de Bres,
3. de naamloze vennootschap
CUROIL GAS N.V.,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
hierna te noemen: Curgas,
gemachtigde: mr. C. de Bres,
4. de naamloze vennootschap
RIFENERIA DI KORSOU N.V.,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
hierna te noemen: RdK,
gemachtigde: mr. D.E. Liqui-Lung,
met als belanghebbenden:
1.
Oswald Celso [BELANGHEBBENDE 1],
wonende in Curaçao,
hierna te noemen: [belanghebbende 1],
gemachtigden: voorheen mrs. D.D. Zahavi en L.A.E. Timmer,
thans mr. M.F. Murray,
2.
Ray Anthony [BELANGHEBBENDE 2],
wonende in Curaçao,
gemachtigden: voorheen mrs. D.D. Zahavi en L.A.E. Timmer,
thans niet meer door een gemachtigde vertegenwoordigd,
3.
Gerrit Fransisco [BELANGHEBBENDE 3],
wonende in Curaçao,
hierna te noemen: [belanghebbende 3],
gemachtigden: mrs. D.A.A. Boersema en P.J. van der Korst.

1.Het verdere verloop van de procedure

Bij beschikking van 20 juli 2016 heeft het Hof bepaald dat het verslag ter inzage ligt voor een ieder en aangekondigd dat in een later stadium zou worden beslist over de eventuele verstrekking van (een deel van) de onder punt
16 en 17 van de inleiding van het verslag (p. 25 en 26) bedoelde gegevens aan partijen en belanghebbenden, en over de eventuele terinzagelegging daarvan.
Beschikking is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1
Hetgeen op 8 juli 2016 is neergelegd ter griffie van het Hof, bestaat uit vier items:
1. het verslag in foliovorm (hard copy);
2. de bijlagen in foliovorm;
3. een eerste usb-stick, bevattende het verslag (item 1) in de vorm van een Word-document, de bijlagen (item 2) in de vorm van een Word-document, en een directory getiteld "Curacao.Enquête.Overheids-NV's". Die directory bevat 228 bestanden;
4. een tweede usb-stick, bevattende twee Word-documenten en twee directories. De ene directory is leeg. De andere bevat 782 bestanden.
2.2
Het Hof merkt de inhoud van item 3 aan als bijlagen bij het verslag, die aan dezelfde partijen en belanghebbenden zullen worden verspreid als het verslag zelf. Deze in het dictum te noemen partijen en belanghebbenden kunnen een afspraak maken met de griffier om te verschijnen met een lege usb-stick, dan zal in hun aanwezigheid de inhoud van item 3 op de door hen gepresenteerde usb-stick gekopieerd worden.
2.3
Nu item 2 zich in de vorm van een Word-document op item 3 bevindt, zal item 2 niet afzonderlijk verspreid worden, dit ter besparing van kosten.
2.4
In het licht van hetgeen is opgemerkt onder punt 16 en 17 van de inleiding van het verslag (p. 25 en 26) merkt het Hof item 4 aan als onderliggende stukken die weliswaar door de onderzoeker zijn bestudeerd, maar niet als bijlagen bij het verslag zijn gevoegd. Item 4 zal daarom niet worden verspreid. Het Hof neemt ook geen kennis van de inhoud ervan.
2.5
Het Hof acht geen termen aanwezig om de items 2, 3 of 4 ter inzage te leggen.
2.6
De onderzoeker heeft na 8 juli 2016 twee dozen met stukken aan de griffie van het Hof doen toekomen. Deze nagekomen stukken zijn kennelijk in hoofdzaak afdrukken van de op items 3 en 4 opgeslagen bestanden, maar er zijn kennelijk ook enige andere stukken bij. Het Hof merkt deze stukken aan als hetzij onderliggende stukken, hetzij stukken die reeds eerder gedeponeerd zijn. Het Hof zal er geen kennis van nemen en ze ook niet verspreiden.
2.7
Inmiddels zijn er verzoeken op de voet van art. 2:282 BW ter griffie van het Hof binnengekomen. Deze luiden de tweede fase van de procedure in. Hierover zal het Hof afzonderlijk beslissen.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
draagt de griffier op item 3 in elektronisch afschrift te verstrekken aan Aqualectra, Curoil, Curgas, RdK, het OM, FAS, [belanghebbende 1], [belanghebbende 2] en [belanghebbende 3], op de hiervoor in rov. 2.2 genoemde wijze;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.C.C. Lewin, T.A.M. Tijhuis en
P. van Schilfgaarde, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en
ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken
op 1 september 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.