In deze zaak heeft de publiekrechtelijke rechtspersoon University of Curaçao (UoC) hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (GEA) dat oordeelde dat UoC onrechtmatig had gehandeld door niet tijdig te beslissen op bezwaarschriften van [gedaagde in conventie] tegen zijn ontslag. De zaak betreft de vraag of er een uitzondering kan worden gemaakt op het beginsel van formele rechtskracht, gezien de omstandigheden van het geval. De gedaagde heeft bezwaar gemaakt tegen zijn ontslag en heeft, na het doorlopen van zowel civiele als bestuursrechtelijke procedures, geconcludeerd dat UoC op onrechtmatige wijze heeft gehandeld door niet op de bezwaarschriften te beslissen. Het Hof overweegt dat de omstandigheden zo klemmend zijn dat een uitzondering op de formele rechtskracht moet worden aanvaard. Het Hof oordeelt dat UoC onrechtmatig heeft gehandeld door niet op de bezwaarschriften te beslissen en dat de ontslagbesluiten feitelijke grondslag ontberen. UoC wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan [gedaagde in conventie].