Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.De beoordeling
Naf 6.600,00 (3 punten x tarief NAf 2.200,00) aan gemachtigdensalaris.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant, wonende in Sint Maarten, tegen de naamloze vennootschap F.W. Vlaun & Son N.V., gevestigd in Sint Maarten. De appellant, die oorspronkelijk eiseres was, heeft in eerste aanleg vorderingen ingesteld die zij in hoger beroep handhaaft. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 29 januari 2016, waarna de appellant op 4 maart 2016 een akte met producties heeft ingediend, waarop Vlaun bij antwoordakte van 8 april 2016 heeft gereageerd. De appellant stelt dat de auto gebreken vertoonde die Vlaun ondanks de garantie niet heeft hersteld. Het Hof sluit zich aan bij de overwegingen van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, dat niet is komen vast te staan dat de auto gebreken vertoonde die ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigden.
De appellant heeft ook gesteld dat er geknoeid is met het Vehicle Identification Number (VIN) van de auto. Deze stelling is door Vlaun betwist, die aanvoert dat er geen twijfel bestaat over het VIN en dat de auto nooit in Canada of de VS is geregistreerd omdat deze voor de export is gebouwd. Het Hof oordeelt dat de appellant haar stelling onvoldoende heeft onderbouwd en dat de enkele constatering van een ontbrekende sticker niet voldoende is om aan te nemen dat er met het VIN is geknoeid.
Daarnaast heeft de appellant aangevoerd dat de auto onder een aantal aangekondigde recalls viel, maar ook deze stelling is door Vlaun betwist en onvoldoende onderbouwd door de appellant. Het Hof concludeert dat de vorderingen van de appellant niet toewijsbaar zijn en bevestigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg. De appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van Vlaun in hoger beroep, die zijn begroot op Naf 6.600,00.