Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
3.7 Het geschil in eerste aanleg heeft zich enkel toegespitst op de vraag wanneer Eustatia op de hoogte is geraakt van de aandelenoverdracht van 1993. De enkele wetenschap van de aandelenoverdracht is echter niet voldoende voor de conclusie dat de vordering van [appellante] is verjaard. Daarvoor is, gelet op artikel 3:52 BW, nodig dat drie jaren zijn verstreken sinds het moment dat het bedrog, de dwaling of de bedreiging is ontdekt. Hierover hebben partijen zich niet uitgelaten. Het Hof behoeft, alvorens verdere beslissingen te nemen, nadere inlichtingen van partijen. De zaak wordt naar de rol verwezen opdat partijen, eerst [geïntimeerde] en vervolgens [appellante], zich kunnen uitlaten omtrent het voorgaande.”
, [roep naam appellante], had aan haar zus [naam zus], na het overlijden van mijn schoonvader in 1998, een pakket documenten toegestuurd, waarin ze o.a.. [geïntimeerde], zwager van [roep naam appellante], vals beschuldigde i.v.m. de overdracht van aandelen van Erasmus general Contractor N.V. aan hem. Ik had haar als ex-employee van de LAGO uitvoerig en langdurig uitgelegd dat ik wist wat het contract van Erasmus general Contractor N.V. met de LAGO inhield. Ik wist, dat de N.V. na januari 1985 niet meer actief was en verder bijna geen enkele waarde meer had. [overledene] had mijn vrouw en mij terloops verteld over de overdracht van de aandelen aan. [geïntimeerde] in 1993, omdat de non-actieve N.V. alleen maar kosten met zich meebracht. (...) “
(..) Verzoekster besloot daarom na het overlijden van wijlen haar vader, in maart 1998, informatie in te winnen bij notaris mr John R. Croes mbt de eigendommen van haar vader en met name omtrent haar vaders bedrijf.
Verzoekster stelde haar zusters op de hoogte van haar bevindingen, waarop haar oudste zuster, [Erfgename], met grote verbijstering reageerde.
[zus van eiseres] en eiseres waren diep geschokt over de naamsverandering van Erasmus General Contractor nv (…) op 29 januari 1998: een maand voor het overlijden van de erflater op 7 maart 1998. (...). [zus van eiseres] kon door deze schok de hele nacht niet slapen. (..) Haar man [zwager van eiseres] is de dag erna met haar meegegaan naar de [geïntimeerde]s om verhaal te halen over de naamsverandering. (..) Op die bewuste avond pas vertelde [geïntimeerde] aan de [erfgenamen], dat de erflater hemreedsalle 12 aandelen had gegeven en dat hij de 12 aandelenreedsaan derden had geschonken. (...) [zus van eiseres] en eiseres waren niet alleen geschokt en vreselijk teleurgesteld, maar ook erg boos. De nodige financien hiervoor om het Gerecht te adieren, had eiseres toen niet. Eiseres geloofde toen en nog steeds, dat de aandelen op een onrechtmatige wijze door [geïntimeerde] verkregen zijn.”.
16 augustus 2016.