ECLI:NL:OGHACMB:2016:47
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding in hoger beroep met betrekking tot medische kosten en immateriële schade
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Boogaard Assurantiën N.V. tegen een eerdere uitspraak. De zaak betreft een schadevergoeding die Boogaard Assurantiën moet betalen aan de geïntimeerde, die oorspronkelijk eiser was. De procedure begon met een vonnis op 15 december 2015, waarna de zaak naar de rol werd verwezen. De geïntimeerde diende een akte na tussenvonnis in, waarop Boogaard Assurantiën reageerde met een antwoordakte.
Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen aanleiding is om de eerdere eindbeslissing te heroverwegen, ondanks het bezwaar van Boogaard Assurantiën. De eerder vastgestelde bedragen voor schadevergoeding werden door Boogaard Assurantiën niet meer betwist, waardoor deze toegewezen konden worden. De totale schadevergoeding die aan de geïntimeerde moet worden betaald, bedraagt Afl. 199.400, inclusief een bedrag voor juridische bijstand.
Het Hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd voor zover het tussen de partijen was gewezen en heeft Boogaard Assurantiën veroordeeld tot betaling van het toegewezen bedrag aan de geïntimeerde. Daarnaast zijn de proceskosten in eerste aanleg aan de zijde van de geïntimeerde begroot op Afl. 6.056,00, en zijn de kosten in hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 19 april 2016 in aanwezigheid van de griffier.