ECLI:NL:OGHACMB:2016:47

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 april 2016
Publicatiedatum
3 augustus 2016
Zaaknummer
AR 13/2012 - ghis 61993 - H 122/2014
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding in hoger beroep met betrekking tot medische kosten en immateriële schade

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Boogaard Assurantiën N.V. tegen een eerdere uitspraak. De zaak betreft een schadevergoeding die Boogaard Assurantiën moet betalen aan de geïntimeerde, die oorspronkelijk eiser was. De procedure begon met een vonnis op 15 december 2015, waarna de zaak naar de rol werd verwezen. De geïntimeerde diende een akte na tussenvonnis in, waarop Boogaard Assurantiën reageerde met een antwoordakte.

Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen aanleiding is om de eerdere eindbeslissing te heroverwegen, ondanks het bezwaar van Boogaard Assurantiën. De eerder vastgestelde bedragen voor schadevergoeding werden door Boogaard Assurantiën niet meer betwist, waardoor deze toegewezen konden worden. De totale schadevergoeding die aan de geïntimeerde moet worden betaald, bedraagt Afl. 199.400, inclusief een bedrag voor juridische bijstand.

Het Hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd voor zover het tussen de partijen was gewezen en heeft Boogaard Assurantiën veroordeeld tot betaling van het toegewezen bedrag aan de geïntimeerde. Daarnaast zijn de proceskosten in eerste aanleg aan de zijde van de geïntimeerde begroot op Afl. 6.056,00, en zijn de kosten in hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 19 april 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2016 Vonnis no.:
Registratienummer: AR 13/2012 - ghis 61993 - H 122/2014
Uitspraak: 19 april 2016
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
BOOGAARD ASSURANTIËN N.V.,
gevestigd in Aruba,
oorspronkelijk gedaagde,
thans appellante,
gemachtigde: mr. D.C.A. Crouch,
tegen
[geïntimeerde],
wonende in Aruba,
oorspronkelijk eiser,
thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. J.J. Coutinho.
De partijen worden hierna Boogaard Assurantiën en [geïntimeerde] genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

Bij vonnis van 15 december 2015 heeft het Hof de zaak naar de rol verwezen. [geïntimeerde] heeft een akte na tussenvonnis ingediend, met producties.
Boogaard Assurantiën heeft een antwoordakte na tussenvonnis ingediend. Vonnis is gevraagd en bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1
De rechter aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, is bevoegd om over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing om te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen. Die situatie doet zich echter niet voor. Het Hof blijft dus bij zijn eerder gegeven eindbeslissingen, ondanks het bezwaar van Boogaard Assurantiën daartegen.
2.2
In het laatste tussenvonnis waren de posten g en h nog betwist.
Boogaard Assurantiën heeft in haar laatste akte te kennen gegeven dat indien het Hof bij zijn eerder gegevens eindbeslissingen blijft, Boogaard Assurantiën berust in de bedragen die [geïntimeerde] voor die posten gevorderd heeft.
Die posten zullen daarom worden toegewezen.
2.3
In totaal is dus toewijsbaar:
a. Privé medische reizen 8.293
b. Privé medisch consult buitenland 3.481
c. Privé kosten verblijf in het buitenland 3.639
d. Medisch advies in Aruba 100
e. Derving woongenot -
f. Verlies levensverzekeringsdekking 4.459
g. Derving bezoldiging 108.953
h. Derving vakantieuitkering 10.475
i. Immateriële schadevergoeding 50.000
j. Juridische bijstand (advocaatkosten) p.m.
---------- +
Totaal 189.400 + p.m.
======
2.8
Voor post j is maximaal 15% van het overigens toewijsbare bedrag toewijsbaar, waarbij ook het bedrag van Afl. 10.000 als maximum dient te worden gehanteerd. Aangezien 15% van Afl. 189.400 meer is dan Afl. 10.000, is laatstgenoemd bedrag toewijsbaar.
2.9
In totaal is dus Afl. 189.400 + Afl. 10.000 = Afl. 199.400 toewijsbaar.
2.1
Wettelijke rente is in eerste aanleg niet gevorderd en niet toegewezen. Ook in de memorie na tussenvonnis van 24 maart 2015 wordt wettelijke rente niet genoemd. De eisen van een goede procesorde brengen mee dat het Hof geen acht slaat op hetgeen in de akte na tussenvonnis van 15 augustus 2015 over wettelijke rente is vermeld.
2.11
In hoger beroep dient een lager bedrag te worden toegewezen dan in eerste aanleg is toegewezen. Het bestreden vonnis, voor zover tussen partijen gewezen, dient daartoe te worden vernietigd. Boogaard Assurantiën geldt in eerste aanleg als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij, zodat zij zal worden veroordeeld in de proceskosten daarvan. In hoger beroep worden partijen over en weer op enige punten in het ongelijk gesteld, zodat de proceskosten daarvan zullen worden gecompenseerd.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover tussen [geïntimeerde] en
Boogaard Assurantiën gewezen;
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Boogaard Assurantiën tot betaling van Afl. 199.400,00 aan [geïntimeerde];
wijst af het meer of anders gevorderde;
veroordeelt Boogaard Assurantiën in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [geïntimeerde] gevallen en begroot op Afl. 6.056,00;
verklaart dit vonnis, voor zover het voornoemde veroordelingen betreft, uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding in hoger beroep aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, G.C.C. Lewin, T.A.M. Tijhuis, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 19 april 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.