Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
de griffier,
voor deze,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Beach Mart Television N.V. tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, die op 4 mei 2015 werd gedaan in verband met een concessievergoeding die door de minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie aan appellante was opgelegd. De minister had op 22 oktober 2014 een beschikking afgegeven waarin een concessievergoeding voor het jaar 2014 in rekening werd gebracht. Het Gerecht verklaarde het beroep van appellante gegrond en vernietigde de beschikking gedeeltelijk, met de opdracht aan de minister om een nieuwe beschikking te geven. Appellante ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting op 14 maart 2016 werd de zaak behandeld, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar bestuurder en advocaat mr. D.A.A. Boersema, en de minister door mr. R.F. Gibson Jr. Het Hof overwoog dat artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) het recht op vrijheid van meningsuiting waarborgt, maar dat staten niet belet worden om vergunningen voor omroep- en televisieondernemingen te vereisen. Het Hof oordeelde dat de opgelegde concessievergoeding geen inmenging in dit recht opleverde, omdat de kosten niet zo hoog waren dat ze serieuze ondernemingen zouden uitsluiten van de markt.
Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht, waarbij het ook oordeelde dat het betoog van appellante over disproportionaliteit van de inmenging niet opging. De uitspraak van het Gerecht werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De beslissing werd uitgesproken op 3 juni 2016 door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.