Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
voorzitter
griffier
de griffier,
voor deze,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige vreemdeling, tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De minister van Justitie had op 9 september 2013 een aanvraag van de vreemdeling voor een vergunning tot tijdelijk verblijf voor gezinsvorming afgewezen. De minister verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond en het Gerecht bevestigde deze beslissing in zijn uitspraak van 30 maart 2015. Appellante stelde dat de vreemdeling voldeed aan de vereisten voor de vergunning en dat de afwijzing in strijd was met artikel 8 van het EVRM, dat het recht op respect voor het familie- en gezinsleven waarborgt. Het Hof oordeelde dat de minister in redelijkheid aan het gevoerde beleid kon vasthouden en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van dit beleid rechtvaardigden. De vreemdeling verbleef sinds augustus 2012 illegaal in Sint Maarten en had zijn aanvraag om verblijf pas ingediend na een lange periode van onwettig verblijf. Het Hof concludeerde dat de afwijzing van de vergunning niet in strijd was met het recht op gezinsleven, omdat deze niet leidde tot een ontneming van een bestaande verblijfstitel. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van het Gerecht werd bevestigd.