ECLI:NL:OGHACMB:2016:196
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- G.C.C. Lewin
- T.A.M. Tijhuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake koop en dwaling met betrekking tot bouwvergunning en bewijsopdracht
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep in een civiele zaak met betrekking tot een koopovereenkomst. De appellante, die in eerste aanleg eiseres was, heeft een beroep gedaan op dwaling met betrekking tot de bouwvergunning van een onroerend goed. De zaak is eerder behandeld en op 17 november 2015 naar de rol verwezen voor memorie aan de zijde van de tweede geïntimeerde. Gedurende de procedure hebben de partijen verschillende memoria en aktes ingediend. De appellante heeft op 30 augustus 2016 een akte ingediend, waarna het Hof heeft bepaald dat het vonnis op heden zou worden gevraagd.
In de beoordeling van de zaak heeft het Hof vastgesteld dat de tweede geïntimeerde zich aan de zijde van de eerste geïntimeerde heeft gevoegd, waardoor het beroep op de exceptio plurium litis consortium faalt. Het Hof heeft vervolgens uitvoering gegeven aan het eerder uitgesproken voornemen en heeft de appellante opgedragen te bewijzen dat de eerste en/of tweede geïntimeerde ten tijde van de leveringsakte op 20 april 2010 wisten, of redelijkerwijs moesten begrijpen, dat het verkochte niet met een redelijke inspanning van de appellante bebouwd kon worden. De appellante is in de gelegenheid gesteld om getuigen te horen op een nader te bepalen datum in het gerechtsgebouw in Aruba. Het vonnis is uitgesproken op 20 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.