ECLI:NL:OGHACMB:2016:19

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
22 maart 2016
Publicatiedatum
3 mei 2016
Zaaknummer
BB 3323/13 - ghis 76748 - H 403/15
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake mondelinge overeenkomst en betaling van gefactureerde bedragen tussen Activa Trading N.V. en Croon Elektrotechniek Aruba N.V.

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Activa Trading N.V. tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. Activa, oorspronkelijk gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 1 juli 2015, waarin het GEA een vordering van Croon Elektrotechniek Aruba N.V. in conventie gedeeltelijk heeft toegewezen en de reconventionele vordering van Activa heeft afgewezen. Activa heeft in hoger beroep vijf grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van het vonnis en toewijzing van haar vordering in reconventie.

De procedure begon met een akte van appel op 12 augustus 2015, gevolgd door een memorie van grieven van Activa op 22 september 2015. Croon heeft de grieven bestreden en verzocht om bevestiging van het bestreden vonnis. De zaak is ter zitting behandeld, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd. De kern van het geschil betreft de vraag of er een mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen tussen Activa en Croon over de reparatie van airconditioning units en de betaling daarvoor.

Het Hof oordeelt dat er inderdaad een overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij Activa Croon opdracht gaf om de airco's te testen en te controleren, met de verwachting dat Croon hiervoor een redelijk en gebruikelijk loon in rekening zou brengen. Activa's stelling dat er alleen een vergoeding zou zijn bij succesvolle reparatie is niet voldoende onderbouwd. Het Hof bevestigt het vonnis van het GEA, met aanpassing van de ingangsdatum van de wettelijke rente, en veroordeelt Activa in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2016 Vonnis no.:
Registratienummer: BB 3323/13 - ghis 76748 - H 403/15
Uitspraak: 22 maart 2016
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ACTIVA TRADING N.V.,
gevestigd in Aruba,
oorspronkelijk gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
thans appellante,
gemachtigden: mrs. D.G. Kock en E.M.J. Cafarzuza,
tegen
de naamloze vennootschap
CROON ELEKTROTECHNIEK ARUBA N.V.,
gevestigd in Aruba,
oorspronkelijk eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. M.D. Tromp.
De partijen worden hierna Activa en Croon genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij akte van appel van 12 augustus 2015 is Activa in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 1 juli 2015 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (verder: GEA).
1.2
Bij op 22 september 2015 ingekomen memorie van grieven heeft Activa vijf grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis zal vernietigen en de vordering van Croon alsnog zal afwijzen en, uitvoerbaar bij voorraad, die van Activa alsnog zal toewijzen, met veroordeling van Croon in de proceskosten in beide instanties.
1.3
Bij memorie van antwoord heeft Croon de grieven bestreden.
Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof het bestreden vonnis zal bevestigen,
met veroordeling van Activa in de proceskosten in hoger beroep.
1.4
Op de daarvoor nader bepaalde dag hebben partijen pleitnotities overgelegd. Vonnis is gevraagd en bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
Tussen partijen staat het volgende vast.
2.1.1
In de periode 7 september 2011-14 december 2011 heeft Croon in totaal vier facturen aan Activa gericht wegens verrichte werkzaamheden aan airconditioning units tot een totaalbedrag van Afl. 3.586,90.
2.1.2
Op 27 juni 2012 heeft Activa een factuur ad Afl. 639,45 aan Croon gericht wegens een geleverde airconditioning unit.
2.2
In dit geding heeft Croon in conventie betaling gevorderd van de gefactureerde bedragen van in totaal Afl. 3.586,90, te vermeerderen met rente en kosten. Activa heeft in reconventie betaling gevorderd van Afl. 639,45, met rente. Het GEA heeft in conventie in hoofdsom Afl. 2.947,45 toegewezen (zijnde het verschil van Afl. 3.586,90 en Afl. 639,45), met wettelijke rente, en in reconventie de vordering afgewezen.
Het hoger beroep van Activa strekt ertoe dat de vordering in conventie alsnog geheel wordt afgewezen en die in reconventie alsnog wordt toegewezen.
2.3
Ter onderbouwing van haar standpunt heeft Activa het volgende gesteld.
Activa heeft geconstateerd dat enige bij haar klanten geïnstalleerde airco's niet goed functioneerden wegens een fabrieksfout. Activa heeft besloten deze airco's niet meer te verkopen en heeft een aantal van deze airco's opgeslagen. Gedurende een bijeenkomst die niet de reparaties van airco's tot doel had, heeft een vertegenwoordiger van Croon aangeboden de airco's te repareren.
De vertegenwoordiger van Activa heeft te kennen gegeven dat de airco's niet konden worden gerepareerd, maar de vertegenwoordiger van Croon bleef erbij dat Croon ze wel kon repareren. Op verzoek van Croon zijn vierentwintig van deze airco's naar Croon gebracht om ze te testen en te controleren en om te kijken of ze gerepareerd konden worden. Met betrekking tot de prijs werd niets afgesproken, aldus Activa.
2.4
Ook indien wordt uitgegaan van de feitelijke juistheid van de hiervoor weergegeven stellingen van Activa, moet geoordeeld worden dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, inhoudende dat Activa aan Croon opdracht gaf om de airco's te testen en te controleren en om te kijken of ze gerepareerd konden worden, en dat Croon daarvoor een redelijk en gebruikelijk loon in rekening zou brengen, ook indien Croon er niet in zou slagen de airco's te repareren. Croon mocht dit redelijkerwijs verwachten en Activa moest dit redelijkerwijs begrijpen.
2.5
Het voorgaande is anders indien uitdrukkelijk iets anders is afgesproken. In de toelichting op grief II heeft Activa weliswaar gesteld dat afgesproken is dat Croon uitsluitend een vergoeding voor haar werkzaamheden zou ontvangen indien zij erin zou slagen de airco's te repareren, maar Activa heeft niet gesteld dat dit
uitdrukkelijkzo is afgesproken, hetgeen wel van haar mocht worden verwacht. Evenmin heeft zij een specifiek daarop gericht bewijsaanbod gedaan. De stelling in de toelichting op grief II is dus onvoldoende voor een ander oordeel en ook onvoldoende om Activa toe te laten tot bewijslevering.
2.6
In de toelichting op grief III heeft Activa gesteld dat Croon geen reparatiewerkzaamheden heeft verricht zoals gesteld en aldus 47,5 uur hieraan in rekening heeft gebracht. Deze stelling is een onvoldoende gemotiveerde betwisting van de hoogte van de in conventie gevorderde hoofdsom en wordt daarom gepasseerd.
2.7
In de toelichting op grief V heeft Activa de toewijzing van de wettelijke rente bestreden met het verweer dat de wettelijke rente conform art. 6:119 BW nimmer is aangezegd. Dit verweer faalt. Art. 6:119 BW bepaalt niet dat wettelijke rente moet worden aangezegd. Nog afgezien van de omstandigheid dat allevier de facturen van Croon een betalingstermijn vermelden ("expiredate"), geldt dat het GEA de ingangsdatum van de wettelijke rente heeft bepaald op de dag van indiening van het bevel tot betaling. Tegen die ingangsdatum is niet specifiek opgekomen. Nu de griffier het bevel tot betaling bij brief van 3 januari 2014 aan Activa heeft toegezonden, zal het Hof bepalen dat de wettelijke rente ingaat op 5 januari 2014.
2.8
Het bewijsaanbod in hoger beroep wordt gepasseerd, omdat het niet is gespecificeerd. Voor zover de grieven in het voorgaande niet reeds zijn besproken, falen zij bij gebrek aan belang. Het vonnis waarvan beroep dient te worden bevestigd. Activa zal als de vrijwel geheel in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

B E S L I S S I N G

Het Hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep, met dien verstande dat de ingangsdatum van de wettelijke rente niet 10 december 2013 is, maar 5 januari 2014;
veroordeelt Activa in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van Croon gevallen en tot op heden begroot op Afl. 221,49 aan verschotten en
Afl. 750,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mrs. G.C.C. Lewin, D. Radder en H.J. Fehmers, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 22 maart 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.