ECLI:NL:OGHACMB:2016:188

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
22 november 2016
Publicatiedatum
30 augustus 2017
Zaaknummer
HLAR 77673/16
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen afwijzing tewerkstellingsvergunning

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellante tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, die op 30 november 2015 heeft geoordeeld dat het bezwaar van de appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning niet-ontvankelijk is. De minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid van Sint Maarten had op 3 september 2014 de aanvraag van de appellante afgewezen. Vervolgens verklaarde de minister op 28 april 2015 het bezwaar van de appellante niet-ontvankelijk. De appellante heeft hiertegen beroep ingesteld, maar dit werd door het Gerecht niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Tijdens de zitting op 11 oktober 2016 zijn de appellante en haar zuster, alsook de minister vertegenwoordigd door mr. A.O. Muller, verschenen. De appellante voerde aan dat de termijnoverschrijding voor het indienen van het beroepschrift het gevolg was van bijzondere omstandigheden, namelijk de ziekte van haar zuster en haar eigen gezondheidsproblemen. Het Hof oordeelde echter dat de appellante niet voldoende had aangetoond dat deze omstandigheden haar verantwoordelijkheden om de beroepstermijn in de gaten te houden, beïnvloedden. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd op 22 november 2016 openbaar gemaakt en bevestigd de eerdere beslissing van het Gerecht, waarbij de appellante niet-ontvankelijk werd verklaard in haar beroep.

Uitspraak

HLAR 77673/16
Datum uitspraak: 22 november 2016
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[...], wonend in Sint-Maarten
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 30 november 2015 in zaak nr. Lar 103/2015, in het geding tussen:
appellante
en
de minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid van het land Sint Maarten.

Procesverloop

Bij beschikking van 3 september 2014 heeft de minister een aanvraag om verlening van een tewerkstellingsvergunning voor de vreemdeling […], afgewezen.
Bij beschikking van 28 april 2015 heeft de minister het door appellante daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 30 november 2015 heeft het Gerecht het door appellante daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellante hoger beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 oktober 2016, waar appellante en haar zuster […], en de minister, vertegenwoordigd door mr. A.O. Muller, advocaat, zijn verschenen.
Overwegingen
Ingevolge artikel 16, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak wordt het beroepschrift ingediend binnen zes weken na de dag waarop de beschikking is gegeven.
Ingevolge het tweede lid geldt de dag waarop de beschikking is verzonden of uitgereikt, als de dag waarop deze is gegeven.
Ingevolge het derde lid, blijft, wanneer het beroepschrift na afloop van de daarvoor gestelde termijn is ingediend, niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege, indien de indiener aantoont dat de termijnoverschrijding het gevolg is van niet aan hem toe te rekenen bijzondere omstandigheden en dat hij het beroep heeft ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden.
Het Gerecht heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Aan dat oordeel heeft het ten grondslag gelegd dat de beschikking van 28 april 2015 aan appellante is verzonden. Appellante heeft op 21 augustus 2015 het beroepschrift ingediend. Appellante heeft volgens het Gerecht niet aangetoond dat de termijnoverschrijding het gevolg is van niet aan haar toe te rekenen bijzondere omstandigheden. De door appellante aangevoerde omstandigheden – ziekte van haar zuster die door appellante werd begeleid tijdens een behandeling in Curaçao in de periode rondom het bezwaar en zorgen over haar eigen gezondheid, hoe belastend voor appellante ook – doen niet af aan de verantwoordelijkheid van appellante om de beroepstermijn in de gaten te houden of een ander te machtigen in haar afwezigheid het nodige te doen.
In hoger beroep is de aangevallen uitspraak voorwerp van geschil. De door appellante in het hogerberoepschrift aangevoerde gronden strekken ertoe dat het Hof het bezwaarschrift alsnog ontvankelijk verklaart. Deze gronden richten zich niet tegen de aangevallen uitspraak, waarbij het beroep bij het Gerecht niet-ontvankelijk is verklaard en bieden geen grondslag voor het oordeel dat het Gerecht het beroep ten onrechte wegens overschrijding van de wettelijk voorgeschreven beroepstermijn niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. E.J. van der Poel, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. J.E.M. Polak, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C. Beerse, griffier.
w.g. Van der Poel
voorzitter
w.g. Beerse
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 november 2016
Verzonden: 22 november 2016