ECLI:NL:OGHACMB:2016:129
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- J. de Boer
- G.C.C. Lewin
- S.A. Carmelia
- Rechtspraak.nl
Inbeslagneming van een motorboot en verzoek om schadevergoeding na toepassing van een strafvorderlijk dwangmiddel
Op 10 oktober 2016 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in de zaak HAR 82/16, waarin een verzoek om schadevergoeding werd behandeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D.G. Illes, had een verzoek ingediend op 13 juni 2016 om vergoeding van Afl. 22.167,52, inclusief rente en advocaatkosten, als gevolg van de inbeslagneming van de motorboot 'La Patrona'. Deze inbeslagneming vond plaats op 17 juni 2015 door het Openbaar Ministerie, nadat er verdovende middelen in de boot waren aangetroffen.
De procureur-generaal, mr. F. van Deutekom, heeft in zijn memorie van 19 september 2016 geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Tijdens de behandeling op 19 september 2016 in raadkamer waren zowel de gemachtigde van verzoeker als de procureur-generaal aanwezig. Het Hof heeft vastgesteld dat de inbeslagneming van de boot rechtmatig was en dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden door deze inbeslagneming.
Het Hof heeft ook opgemerkt dat in een eerdere uitspraak van 14 maart 2016 de boot en andere goederen verbeurd zijn verklaard aan [belanghebbende 3], die was veroordeeld wegens de invoer van verdovende middelen. De verzoeker heeft geen gronden van redelijkheid en billijkheid aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat het Land de schade van verzoeker zou moeten vergoeden. Uiteindelijk heeft het Hof het verzoek om schadevergoeding afgewezen, en deze beschikking is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.