In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een geschil tussen een gynaecoloog, aangeduid als [appellante], en haar werkgever, de stichting Sint Maarten Medical Center Foundation (SMMC). De zaak betreft de toepassing van de expatregeling en een nettoloonafspraak die niet schriftelijk was vastgelegd. De [appellante] was in dienst van SMMC en had een brutoloon van NAf 30.000,- per maand. In 2011 werd een verzoek ingediend om de expatregeling op haar van toepassing te verklaren, wat leidde tot een brief van de Belastingdienst waarin de regeling werd goedgekeurd. Echter, er ontstond onduidelijkheid over de nettoloonafspraak, die door SMMC niet tijdig werd vastgelegd. Na een procedure in eerste aanleg, waarin de vordering van [appellante] werd afgewezen, ging zij in hoger beroep. Het Hof oordeelde dat SMMC niet de nodige stappen had ondernomen om de expatregeling en de nettoloonafspraak correct toe te passen. Het Hof vernietigde de eerdere beschikking en oordeelde dat SMMC aansprakelijk was voor het verschil in loon dat [appellante] had misgelopen, te vermeerderen met wettelijke rente. Tevens werd SMMC veroordeeld in de proceskosten van [appellante]. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers bij het toepassen van belastingregelingen en het belang van schriftelijke afspraken.