Uitspraak
[appellant 1],
[appellant 2],
[appellant 3],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin een vereffenaar is benoemd voor de nalatenschap van de erflater. De appellanten, drie kinderen van de erflater, hebben in hoger beroep grieven ingediend tegen deze benoeming. De procedure begon met een verzoekschrift van de appellanten om de nalatenschap te vereffenen en een vereffenaar te benoemen. Het Gerecht in eerste aanleg heeft op 21 september 2015 een vonnis uitgesproken, waartegen de appellanten in hoger beroep zijn gegaan. De appellanten hebben in hun memorie van grieven zes grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van het vonnis en toewijzing van hun vorderingen.
Het Hof heeft vastgesteld dat de erflater op Curaçao is overleden en dat er meerdere erfgenamen zijn, waaronder de appellanten en andere kinderen van de erflater. De appellanten hebben verzocht om de benoeming van een vereffenaar en om de verdeling van de nalatenschap. Het Hof heeft geoordeeld dat de benoeming van de vereffenaar door het Gerecht in eerste aanleg niet correct was, omdat de appellanten in hoger beroep geen verzoek meer hebben gedaan om een vereffenaar te benoemen. Het Hof heeft het vonnis vernietigd voor zover het de benoeming van de vereffenaar betreft en de zaak verwezen naar de rol om de appellanten in de gelegenheid te stellen een recente verklaring van erfrecht in te dienen.
Het Hof heeft benadrukt dat het noodzakelijk is om duidelijkheid te krijgen over wie de erfgenamen zijn en wat hun rechten zijn met betrekking tot de nalatenschap. De appellanten zijn aangespoord om een notaris of vereffenaar in te schakelen om de procedure te vergemakkelijken. Het Hof heeft de verdere beslissing aangehouden en de zaak naar de rol verwezen voor een toekomstige zitting.