ECLI:NL:OGHACMB:2016:100
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake betekening en oproeping in civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap ISLAND FINANCE ARUBA N.V. tegen een niet verschenen geïntimeerde. De procedure is gestart na een vonnis van 19 januari 2016, waarin het Hof een dictum over betekening heeft uitgesproken en de zaak naar de rol heeft verwezen. Op 19 april 2016 heeft ISLAND FINANCE een akte ingediend, maar de pogingen om de geïntimeerde te bereiken zijn niet succesvol gebleken. De Hofgriffie heeft meerdere brieven gestuurd naar de geïntimeerde, maar deze zijn teruggekomen met de mededeling dat de geadresseerde niet op het opgegeven adres bekend is.
Tijdens de rolzitting van 21 juni 2016 is vastgesteld dat de geïntimeerde niet is verschenen en geen antwoordakte heeft ingediend. Het Hof heeft vervolgens besloten om een nieuw dictum te geven, waarin de verificatie van het woonadres van de geïntimeerde, de betekening van de processtukken en de oproeping voor de zitting op 20 september 2016 worden opgedragen. Het Hof heeft de gemachtigde van ISLAND FINANCE aangespoord om zelf ook zorg te dragen voor een tijdige uitvoering van deze stappen, om misverstanden over de stand van het geding te voorkomen.
In de beslissing heeft het Hof de Hofgriffie opgedragen om een afschrift van het tussenvonnis ter hand te stellen aan een deurwaarder in Aruba, die verantwoordelijk zal zijn voor de verificatie, betekening en oproeping. De kosten hiervan dienen door ISLAND FINANCE voorgeschoten te worden. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting van 20 september 2016 voor nadere beoordeling van de oproeping van de geïntimeerde in hoger beroep.