ECLI:NL:OGHACMB:2015:96
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- G.C.C. Lewin
- V.P. Maria
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanneming van werk en bewijsopdracht in civiele zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, uitgesproken op 27 augustus 2014. [Appellant] had een overeenkomst gesloten met [geïntimeerde] voor de bouw van een woonhuis, maar heeft deze overeenkomst gedeeltelijk ontbonden. In het hoger beroep vordert [appellant] betaling van een bedrag van Afl. 99.247,15, dat is opgebouwd uit verschillende kosten, waaronder huur, kosten van voltooiing van de bouw, notariskosten, rente en kosten van een schaderapport. Het Gerecht in eerste aanleg heeft enkele van deze vorderingen toegewezen, maar andere afgewezen, wat aanleiding gaf tot het hoger beroep.
Het Hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] een deel van het werk heeft uitgevoerd en dat [appellant] een aanzienlijk bedrag aan [geïntimeerde] heeft betaald. Het Hof oordeelt dat [appellant] bevoegd was om de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden en dat hij recht heeft op schadevergoeding. Het Hof heeft de vorderingen van [appellant] beoordeeld en enkele daarvan toegewezen, met inachtneming van het onbetaald gebleven gedeelte van de aanneemsom. De wettelijke rente over de toegewezen bedragen is ook vastgesteld. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg vernietigd voor zover het in conventie is gewezen en heeft [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van Afl. 87.853,79 aan [appellant], vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is [geïntimeerde] opgedragen bewijs te leveren van haar tegenvordering.