Uitspraak
SFT BANK N.V.,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een executiegeschil tussen de besloten vennootschap SIGNATURE ACCOUNTING & ADVISORY SERVICES (AAS) B.V. en SFT BANK N.V. De zaak betreft de vraag of er dwangsommen zijn verbeurd door SFT BANK N.V. naar aanleiding van een eerder vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg (GEA) van 16 oktober 2012, waarin SFT werd veroordeeld om de bancaire relaties met AAS voort te zetten. AAS had in deze procedure hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het GEA, waarin werd geoordeeld dat SFT niet in gebreke was gebleven.
De procedure begon met een tussenvonnis van het Hof op 31 maart 2015, waarna AAS op 28 april 2015 een akte uitlating griffierecht indiende. De kern van het geschil draait om de vraag of SFT BANK N.V. haar verplichtingen uit het eerdere vonnis heeft nageleefd. AAS stelde dat er drie cheques, uitgeschreven door haar, niet door SFT waren verzilverd, wat volgens haar zou betekenen dat er dwangsommen verbeurd waren.
Het Hof oordeelde dat de rechter in een executiegeschil niet de rechtsverhouding opnieuw kan beoordelen, maar enkel kan toetsen of de veroordeling is nageleefd. Het Hof concludeerde dat SFT BANK N.V. de bancaire relatie met AAS heeft voortgezet, zoals bevolen, en dat er geen dwangsommen zijn verbeurd. Het Hof bevestigde het vonnis van het GEA en veroordeelde AAS in de kosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op NAf 5.100,= aan gemachtigdensalaris en NAf 358,91 aan verschotten.