ECLI:NL:OGHACMB:2015:60

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 december 2015
Publicatiedatum
15 januari 2016
Zaaknummer
HAR 169/15
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechters in civiele procedure

In deze beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gedateerd 15 december 2015, is het verzoek tot wraking van de rechters D. Radder, S. Verheijen en H.J. Fehmers door de verzoekster, wonende in Sint Maarten, afgewezen. De gemachtigde van de verzoekster, N.L. Cramm, diende op 6 december 2015 een wrakingsverzoek in. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van 25 november 2015, waarin de verzoekster niet-ontvankelijk was verklaard in een wrakingsverzoek tegen een lid van het Hof en een wrakingsverzoek tegen twee andere leden van het Hof was afgewezen. Het Hof oordeelde dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen rechters die de zaak behandelen. Aangezien de rechters in kwestie hun bemoeienis met de zaak hadden beëindigd door een eerdere uitspraak, was de verzoekster niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek. Het Hof merkte op dat de gronden voor het huidige wrakingsverzoek in wezen een herhaling waren van eerder aangevoerde gronden, die geen betrekking hadden op de rechters Radder, Verheijen en Fehmers. De verzoekster had geen andere verwijten gemaakt dan dat de rechters haar eerdere verzoek niet hadden toegewezen, wat op zichzelf geen indicatie is van een gebrek aan onpartijdigheid. Het Hof concludeerde dat, indien het verzoek ontvankelijk zou zijn geweest, het kennelijk ongegrond zou zijn geweest. De beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting in Curaçao, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2015 Vonnis no.:
Registratienummer: HAR 169/15
Uitspraak: 15 december 2015
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende in Sint Maarten,
gemachtigde: N.L. Cramm,
tot wraking van:
mrs. D. RADDER, S. VERHEIJEN en H.J. FEHMERS,
leden van dit Hof.

1.Procesverloop

Bij e-mailbericht van 6 december 2015 heeft de gemachtigde namens verzoekster de wraking verzocht van mrs. Radder, Verheijen en Fehmers, leden van dit Hof. Beschikking is bepaald op heden.

2.Beoordeling

2.1
Bij beschikking van 25 november 2015 heeft het Hof verzoekster
niet-ontvankelijk verklaard in een wrakingsverzoek tegen een lid van het Hof en een wrakingsverzoek van verzoekster tegen twee andere leden van het Hof afgewezen. De beschikking is gegeven door mrs. Radder, Verheijen en Fehmers.
2.2
Zoals in die beschikking onder verwijzing naar een uitspraak van de
Hoge Raad ook al is overwogen, kan een wrakingsverzoek slechts betrekking hebben op rechters die de zaak behandelen. Wraking van rechters die de zaak niet meer behandelen, is dus niet mogelijk. Dat is het geval indien hun bemoeienis met de zaak is geëindigd met een door hen gedane uitspraak. Dat geval doet zich thans weer voor. Om die reden is verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk in het onderhavige wrakingsverzoek, zodat haar niet-ontvankelijkverklaring kan worden uitgesproken zonder dat zij in de gelegenheid wordt gesteld het wrakingsverzoek mondeling toe te lichten.
2.3
In het onderhavige wrakingsverzoek worden gronden genoemd die naar de kern genomen een herhaling opleveren van de gronden die verzoekster ook al heeft aangevoerd in haar eerdere verzoek tot wraking van drie andere rechters. Die gronden hebben echter geen betrekking op mrs. Radder, Verheijen en/of Fehmers. Voor het overige heeft zij aan hen geen ander verwijt gemaakt dan dat zij dat eerdere wrakingsverzoek niet hebben toegewezen en aldus een beslissing hebben gegeven waarmee verzoekster het niet eens is. Dat is echter niet een omstandigheid die erop wijst dat hun rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarom zou het wrakingsverzoek, indien het ontvankelijk zou zijn geweest, kennelijk ongegrond zijn.
3. Beslissing
Het Hof verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.C.C. Lewin, E.M. van der Bunt en P.E. de Kort, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 15 december 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.