ECLI:NL:OGHACMB:2015:50

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
16 juni 2015
Publicatiedatum
21 december 2015
Zaaknummer
KG 582/15 - H 209/15
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid van appellante door overschrijding van de appeltermijn

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellante tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, uitgesproken op 6 mei 2015. Appellante heeft op 2 juni 2015 een akte van appel ingediend, maar heeft de appeltermijn overschreden. De appeltermijn was verstreken op 27 mei 2015. Appellante heeft aangevoerd dat haar gemachtigde, mr. Kock, op 25 mei 2015 ernstig ziek is geworden en sindsdien arbeidsongeschikt is. Appellante verzoekt het Hof om haar toch ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep ondanks deze overschrijding van de termijn.

Het Hof overweegt dat rechtsmiddeltermijnen van openbare orde zijn en dat aan deze termijnen strikt de hand moet worden gehouden, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen. Het Hof concludeert dat de omstandigheden die appellante heeft aangevoerd, zoals de ziekte van haar gemachtigde, voor haar risico komen en geen uitzondering rechtvaardigen op het strikte uitgangspunt van de appeltermijn. Daarom wordt appellante niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.

Het Hof beslist dat appellante in de kosten van het hoger beroep wordt veroordeeld, die aan de zijde van geïntimeerde zijn gevallen en tot op heden zijn begroot op nihil. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba op 16 juni 2015.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2015 Vonnis no.:
Registratienummer: KG 582/15 - H 209/15
Uitspraak: 16 juni 2015
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in kort geding in de zaak van:
[Appellante],
wonende in Aruba,
appellante,
gemachtigden: mrs. D.C. Lopez Paz en M.H.J. Kock,
tegen
[geïntimeerde],
wonende in Aruba,
geïntimeerde ,
gemachtigde: mr. D. Carolina.
De partijen worden hierna appellante en geïntimeerde genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij akte van appel van 2 juni 2015 is appellante in hoger beroep gekomen van het tussen partijen in kort geding gewezen en op 6 mei 2015 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (verder: GEA).
1.2
Bij brief van 9 juni 2015 heeft mr. Lopez Paz voornoemd het Hof verzocht te beoordelen of appellante kan worden ontvangen in het hoger beroep ondanks de overschrijding van de appeltermijn.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
Tot uitgangspunt dient dat rechtsmiddeltermijnen van openbare orde zijn en door de rechter ambtshalve moeten worden toegepast. Voorts dient tot uitgangspunt dat in het belang van een goede rechtspleging duidelijkheid moet bestaan omtrent het tijdstip waarop een termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel aanvangt en eindigt, en dat aan rechtsmiddeltermijnen strikt de hand moet worden gehouden. Op laatstgenoemd uitgangspunt kan slechts onder bijzondere omstandigheden een uitzondering worden gemaakt, zoals in het geval van zogenoemde apparaatsfouten.
2.2
De appeltermijn is verstreken op 27 mei 2015. Appellante heeft aangevoerd dat mr. Kock voornoemd op 25 mei 2015 ernstig ziek is geworden en sindsdien arbeidsongeschikt is. Voorts heeft appellante haar belang bij het hoger beroep toegelicht.
2.3
Voornoemde omstandigheden komen voor risico van appellante en rechtvaardigen geen uitzondering op het uitgangspunt dat aan de appeltermijn strikt de hand moet worden gehouden.
2.4
Appellante zal niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep. Gelet op die uitkomst zal zij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van geïntimeerde gevallen en tot op heden begroot op nihil.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
verklaart appellante niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt appellante in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van geïntimeerde gevallen en tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.J. van der Poel, J. de Boer, G.C.C. Lewin, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao,
Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 16 juni 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.