ECLI:NL:OGHACMB:2015:49
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- G.C.C. Lewin
- V.P. Maria
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ontbindingsbeschikking met rechtsmiddelenverbod
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door [appellant] is ingesteld tegen een ontbindingsbeschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, uitgesproken op 23 februari 2015. De appellant, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde M.A.F. Simmons, heeft het hoger beroep ingediend op 25 maart 2015. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 mei 2015, waarbij de appellant en zijn advocaat, mr. M.A. Koendjbiharie, aanwezig waren. De tegenpartij, Selikor N.V., was vertegenwoordigd door mr. O.A. Martina.
De kern van de zaak betreft de vraag of het wettelijk appelverbod, zoals vastgelegd in art. 7A:1615w BW, kan worden doorbroken. Dit verbod geldt voor ontbindingsbeschikkingen, maar er zijn uitzonderingen mogelijk indien de rechter buiten het toepassingsgebied van de wet is getreden of fundamentele rechtsbeginselen zijn veronachtzaamd. De appellant voerde aan dat in een eerder geding het GEA had vastgesteld dat het ontslag door Selikor nietig was, en dat Selikor de vakbond BTG niet had betrokken bij het geschil, wat in strijd zou zijn met de cao.
Het Hof oordeelde echter dat de argumenten van de appellant niet konden worden aangemerkt als een beroep op de doorbrekingsgronden. Het Hof verklaarde de appellant niet-ontvankelijk in het hoger beroep en veroordeelde hem in de kosten van het hoger beroep, die tot dat moment waren begroot op NAf 3.400,00 voor de gemachtigde van Selikor. De beschikking werd uitgesproken op 23 juni 2015 in aanwezigheid van de griffier.