ECLI:NL:OGHACMB:2015:39

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 oktober 2015
Publicatiedatum
8 december 2015
Zaaknummer
AR 198/12 - ghis 72283 - H 71/15
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake koopovereenkomst en huurcontracten tussen Turtle Tours SXM en de kopers

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, die oorspronkelijk eiseressen in conventie waren, tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De appellanten, die een onderneming in Sint Maarten exploiteerden onder de naam Turtle Tours SXM, hebben in hoger beroep grieven aangevoerd tegen het vonnis van 22 april 2014. Dit vonnis wees een groot deel van hun vorderingen af en kende een groot deel van de vorderingen van de geïntimeerden toe. De appellanten vorderen onder andere betaling van US$ 50.000,- aan huurpenningen, US$ 170.000,- als restant van de koopsom, en de afgifte van bepaalde roerende zaken. De zaak draait om de uitleg van een koopovereenkomst en de vraag of er sprake is van bedrog bij de totstandkoming van deze overeenkomst. Het Hof oordeelt dat de appellanten niet hebben aangetoond dat de geïntimeerden niet op het bestaan van een prospectus mochten vertrouwen, dat deel uitmaakte van de koopovereenkomst. Het Hof bevestigt het oordeel van het GEA dat de koopovereenkomst door bedrog tot stand is gekomen en derhalve vernietigbaar is. De grieven van de appellanten worden verworpen, en het vonnis van het GEA wordt bevestigd. De appellanten worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2015 Vonnis no.:
Registratienummer: AR 198/12 - ghis 72283 - H 71/15
Uitspraak: 9 oktober 2015
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:

1.[appellant],

2.
[appellant],
beiden wonende in Sint Maarten,
oorspronkelijk eiseressen in conventie, verweesters in reconventie,
thans appellanten,
gemachtigde: mr. R.F. Gibson jr.,
tegen

1.[geïntimeerde],

2.
[geïntimeerde],
beiden wonende in Sint Maarten,
oorspronkelijk gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
thans geïntimeerden,
gemachtigde: mr. B.Ph.C. de Jong.
De partijen worden hierna [appellant], [appellant], [geïntimeerde] en [geïntimeerde] genoemd. [appellant] en [appellant] worden gezamenlijk [appellanten] c.s. genoemd. [geïntimeerde] en [geïntimeerde] worden gezamenlijk[ geïntimeerden] c.s. genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1
Bij akte van appel van 2 juni 2014 zijn [appellanten] c.s. in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 22 april 2014 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (verder: GEA).
1.2
Bij op 3 juli 2014 ingekomen memorie van grieven, met producties, hebben [appellanten] c.s. acht grieven tegen het vonnis aangevoerd en toegelicht. Hun conclusie strekt ertoe dat het Hof het vonnis gedeeltelijk zal vernietigen en hun in eerste aanleg ingestelde vorderingen alsnog geheel zal toewijzen (en, naar het Hof begrijpt, die van [geïntimeerden] c.s. alsnog geheel zal afwijzen), en daarnaast [geïntimeerden] c.s. zal veroordelen tot betaling van US$ 14.693,00, met veroordeling van [geïntimeerden] c.s. in de proceskosten in beide instanties.
1.3
Bij memorie van antwoord, met producties, hebben [geïntimeerden] c.s. de grieven bestreden. Hun conclusie strekt ertoe dat het Hof het bestreden vonnis zal bevestigen, met hoofdelijke veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [appellanten] c.s. in de proceskosten in beide instanties, met rente.
1.4
Op 5 juni 2015 hebben partijen pleitnotities overgelegd. Aan de pleitnotities van [appellanten] c.s. zijn producties gehecht. Vonnis is gevraagd en bepaald op heden.
2. De beoordeling
2.1
Tussen partijen staat het volgende vast.
2.1.1 [
appellanten] c.s. exploiteerden een onderneming in Sint Maarten onder de naam Turtle Tours SXM die zich onder meer bezig hield met de verhuur van bootjes aan toeristen.
2.1.2
In een geschrift met op iedere pagina de naam "Turtle Tours" en een logo (hierna: het prospectus) staat onder meer vermeld:
"
BUSINESS FOR SALE
$ 495,000
Turtle Tours SXM NV
St. Maarten, Dutch Caribbean
This unique business opportunity is a turnkey operation and includes the vast inventory as well as the NV and all associated marketing and logos at an
unbelievableprice!
Location: Liberty Inn Marina
76 Welfare Road
(...)
Contact: appellant or appellant
(...)
See all attached information
and complete business plan!!
MISSION STATEMENT
To purchase the "Turtle Tours NV" and all of it's assets, including:
Ten 11 foot Boston Whaler 110 Sports (...)
One 16 foot Boston Whaler Dauntless (...)
One 34 foot Formula PC Yacht (...)
Sale also includes all boating supplies,
(...)
CASH FLOW ANALYSIS
This section clearly demonstrates that even in a very traditional accounting analysis, with very conservative assumptions, the potential income from the business.
(...)
Potential Boat Revenue Projections: Low Water Shuttle Revenue Projections: Low
(...)
Total Monthly Revenue Low Projection: $ 15,160.00
Potential Boat Revenue Projections: Med Water Shuttle Revenue Projections: Med
(...)
Total Monthly Revenue Med Projection: $ 29,800.00
Potential Boat Revenue Projections: High Water Shuttle Revenue Projections: High
(...)
Total Monthly Revenue Low Projection: $ 48,400.00
MARKETING ANALYSIS
Large scale marketing is being performed by the Princess Casino for Turtle Tours. Every week 1200-1500 flyers are being distributed plus newspaper advertisement are placed in the Daily Herald as part of the agreement for the Water Shuttle.
(...)
Additional marketing has included:
- (...)
- CNN website
- Trip Advisor website
- St. Maarten Cruise and Excursions website
- St-Maarten.com website
- FaceBook page
- Direct cruise ship marketing
(...)
INVENTORY
Qty. Vessel Orig. Purchase Price Current FMV
1. Formula Yacht (...) (...)
1. Boston Whaler (...) (...)
Dauntless
5 11' Boston Whaler (...) (...)
Sports
5 11' Boston Whaler (...) (...)
Sports
(rigged Jan 2010)
Inventory / Marketing / Services:
Twelve vessels, N.V. (Business License)
Water Shuttle Exclusive to Turtle Tours including fixed monthly stipends ans a per passenger reimbursement and Island wide marketing provided by sponsors, including the Pincess Casino.
Marketing strategies, CNN endorsement (...)
Additional miscellaneous inventory: Anchors, oars, lines, life jackets, signage.
(...)
Purchase Price: $495,000
(...)"
2.1.3
Een op 24 januari 2012 gedateerd en door [appellanten] c.s. als "the Seller" en door [geïntimeerden] c.s. als "the Buyer" ondertekend geschrift (hierna: het koopcontract) vermeldt onder meer:
"Contract for Sale of Turtle Tours - SXM NV
(...)
1. Business and Property Sold. Seller agrees to sell and transfer and Buyer agrees to buy the following described business (the "Business"): Turtle Tours - SXM now located at (...) Sint Maarten including the boats and other inventory, accounts receivable, fixtures, equipment, goodwill, trade name, telephone number(s), books and records of the Business, licenses, N.V. corporation, lease and all rights under any contracts related to the Business, including the items described and mentioned in the "Business For Sale" document prepared by Seller which is made part of this Contract. This sale is free and clear of any debts, mortgages, security interests or other liens or encumbrances, except as stated in this Contract. This sale does not include the cash on hand or in banks at the date of closing."
2.1.4
Een op 15 februari 2012 gedateerd en door [geïntimeerde] en [geïntimeerde] ondertekend geschrift (hierna: de promissory note) vermeldt onder meer:
"PROMISSORY NOTE
FOR VALUE RECEIVED, [geïntimeerde], [geïntimeerde] and Turtle Tours-SXM, collectively called "the Maker" promises to pay to the order of [appellant] and [appellant] ("Payee") the sum of $170,000.00, as set forth below. (...)"
2.1.5
Met ingang van 23 april 2012 zijn [geïntimeerde] en [geïntimeerde] de enige twee bestuurders van Turtle Tours St. Martin N.V., elk met volledige bevoegdheid.
2.1.6
Een op 20 juni 2012 gedateerd en door [appellant] en [geïntimeerde] ondertekend geschrift (hierna: de bill of sale) vermeldt onder meer:
"Bill of Sale
Seller: [appellant]
(...)
Buyer: [geïntimeerde]
(...)
Ten Boston Whaler 110 Sports:
(...)
One 16 Foot Boston Whaler
(...)
One 34 Foot Formula PC Cruiser
(...)
Included in the purchase of above listed inventory are miscellaneous boating supplies."
2.1.7
Bij overeenkomst van 20 juni 2012 heeft [geïntimeerde] een jachthaven van [appellant] c.s. gehuurd, Liberty Marina geheten.
2.1.8
Bij overeenkomst van 20 juni 2012 heeft [geïntimeerde] een appartement van [appellant] c.s. gehuurd, gelegen aan de Welfare Road in Sint Maarten.
2.1.9
Op 22 juni 2012 hebben [geïntimeerden] c.s. US$ 325.000,- aan [appellanten] c.s. betaald.
2.1.10 [
geïntimeerden] c.s. hebben de overeenkomst met betrekking tot de huur van het appartement per 12 september 2012 beëindigd en de overeenkomst met betrekking tot de huur van de jachthaven per 1 november 2012.
2.1.11
Op 31 oktober 2012 en 1 november 2012 heeft [geïntimeerde] twee bootliften bij de jachthaven weggehaald.
2.2
In dit geding hebben partijen over en weer vorderingen ingesteld.
Het GEA heeft een groot deel van de vorderingen van [appellanten] c.s. afgewezen, namelijk de vorderingen tot, verkort weergegeven:
a. betaling van US$ 50.000,-, met rente, ter zake van verschuldigde huurpenningen in verband met de jachthaven en het appartement;
b. betaling van US$ 170.000,-, met rente, ter zake van het restant van de koopsom;
c. afgifte van bepaalde roerende zaken, op straffe van verbeurte van dwangsommen;
d. betaling van US$ 2.500,- per maand, met rente, ter zake van gemiste opbrengst uit de verhuur van boten in verband met het weghalen van de
bootliften.
Het GEA heeft een groot deel van de vorderingen van [geïntimeerden] c.s. toegewezen, namelijk de vorderingen tot, verkort weergegeven:
e. vernietiging van de koopovereenkomst;
f. (terug)betaling van US$ 325.000,-, met rente, ter zake van het als
deel van de koopprijs betaalde bedrag;
g. verklaring voor recht dat de overeenkomst met betrekking tot de
huur van het appartement rechtsgeldig is geëindigd.
Tegen deze beslissingen is het hoger beroep van [appellanten] c.s. gericht.
2.3
Het GEA heeft overwogen dat het prospectus moet worden betrokken bij de vaststelling van hetgeen is overeengekomen. Hiertegen is grief 1 gericht met het betoog dat [appellanten] c.s. [geïntimeerden] c.s. niet op het bestaan van het prospectus hebben gewezen, dat [geïntimeerden] c.s. het kennelijk zelf van het internet hebben gehaald, dat de verwijzing in art. 1 van het koopcontract naar het prospectus uit een eerder door [appellanten] c.s. opgesteld concept afkomstig is en per abuis niet eruit is gehaald, dat het prospectus niet door partijen is geparafeerd en dat er een bill of sale is opgesteld. Het betoog faalt. De vraag of het prospectus deel uitmaakt van de koopovereenkomst moet worden beantwoord aan de hand van de Haviltex-maatstaf. De door [appelanten] c.s. gehanteerde argumenten doen er niet aan af dat [geïntimeerden] c.s. uit de verwijzing in art. 1 van het koopcontract redelijkerwijs mochten afleiden dat het prospectus er deel van uitmaakte en dat [appelanten] c.s. dat redelijkerwijs moesten begrijpen. De bill of sale kan bijdragen aan de uitleg van het koopcontract bij de beantwoording van de vraag welke "boats" in art. 1 van het koopcontract worden bedoeld, maar dat is geen goede reden om het prospectus buiten beschouwing te laten.
2.4
Grief 2 is gericht tegen rov. 4.6 van het bestreden vonnis, voor zover het GEA in die overweging ervan uitgaat dat het prospectus deel uitmaakt van de koopovereenkomst en dat uitgangspunt betrekt bij de vraag welke boten deel uitmaken van het verkochte. De grief faalt op dezelfde gronden als grief 1.
De grief faalt bovendien wegens gebrek aan belang, nu niet in geschil is welke boten deel uitmaken van het verkochte.
2.5
Grief 3 is gericht tegen rov. 4.7 van het bestreden vonnis, voor zover het GEA heeft overwogen dat uitgegaan moet worden van de juistheid van de stelling van [geïntimeerden] c.s. dat de 16 ft Boston Whale Dauntless gezonken is geweest. [appelanten] c.s. hebben deze stelling in elk geval in hoger beroep betwist. De juistheid van de stelling staat in hoger beroep niet vast (zie verder rov. 2.10 hierna).
2.6
Grief 4 is gericht tegen rov. 4.7 van het bestreden vonnis, voor zover het GEA heeft overwogen dat [appellanten] c.s. gebreken aan het Formula-jacht hebben verhuld en bewust verzwegen.
2.7
Ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst mochten [geïntimeerden] c.s. redelijkerwijs in elk geval verwachten dat het Formula-jacht de eigenschappen zou bezitten die voor een normaal gebruik ervan nodig zijn. Daartoe behoort dat de motoren in een zodanige staat zijn dat het verantwoord is toeristen met het jacht een vaartocht te laten maken. Onbetwist staat vast dat het Formula-jacht ten tijde van de koop niet aan die eis voldeed. [appellanten] c.s. beroepen zich erop dat J. Anderson in juni 2012 de boten heeft geïnspecteerd en dat toen is afgesproken dat [appellanten] c.s. de boot "charter ready" zouden maken, maar dat beroep kan hen niet baten, omdat het er juist op wijst dat de gebreken aan het Formula-jacht pas aan het licht zijn gekomen nadat de koop in januari 2012 was gesloten. [appellanten] c.s. hebben niet betwist dat zij in januari 2012 ook al wisten dat het Formula-jacht niet aan de eisen voldeed en dat zij dat toen niet aan [geïntimeerden]c.s. hebben medegedeeld. Ook hebben zij niet aangevoerd dat het achterwege blijven van die mededeling door iets anders is veroorzaakt dan door de omstandigheid dat zij de gebreken aan het Formula-jacht opzettelijk hebben verzwegen.
2.8
Grief 5 is gericht tegen rov. 4.9 van het bestreden vonnis, waarin het GEA heeft overwogen dat er sprake is van bedrog doordat in het prospectus in strijd met de waarheid staat vermeld dat Turtle Tours activiteiten met een water shuttle verricht op basis van een overeenkomst met Princess Casino, en dat er reclame is gemaakt op de website van CNN en in diverse reismagazines.
2.9
Voor zover de grief aanvoert dat het prospectus geen deel uitmaakt van de koopovereenkomst, faalt het op de gronden als vermeld bij de bespreking van grief 1. Opmerking verdient dat art. 1 van het koopcontract ook verwijst naar "all rights under any contracts related to the Business", en direct daarna in dat verband naar het prospectus.
Anders dan bij de grief wordt aangevoerd, wordt in het prospectus de indruk gewekt dat de water shuttle een belangrijke bron van inkomsten is. Dat blijkt niet alleen uit hetgeen onder "marketing analysis" staat over "large scale marketing (...) as part of the agreement for the Water Shuttle", maar ook uit hetgeen onder "cash flow analysis" staat, waarbij afzonderlijke prognoses zijn gepresenteerd voor "water shuttle revenue", en uit hetgeen onder "inventory/marketing/services" over de water shuttle staat vermeld.
[geïntimeerden] c.s. mochten op grond van deze vermeldingen uitgaan van het bestaan van een overeenkomst met Princess Casino als omschreven in het prospectus, ook zonder een afschrift van de overeenkomst te hebben gezien.
In het prospectus staat ook vermeld dat er in het verleden reclame is gemaakt op de website van CNN en in diverse reismagazines. De aanname van het GEA dat deze vermelding in strijd met de waarheid is, is in hoger beroep betwist. Dat staat voor het Hof dus niet vast.
2.1
Grief 6 is gericht tegen het oordeel van het GEA dat de koopovereenkomst door bedrog tot stand is gekomen en derhalve vernietigbaar is.
Ook indien rekening ermee wordt gehouden dat in hoger beroep niet vaststaat dat 16 ft Boston Whale Dauntless gezonken is geweest (zie rov. 2.5 hiervóór) en evenmin dat de vermelding in het prospectus over reclame in het verleden in strijd met de waarheid is (zie rov. 2.9) blijft overeind dat hetgeen is komen vast te staan in verband met de staat van het Formula-jacht (zie rov. 2.7) en de mededelingen over een overeenkomst met Princess Casino (zie rov. 2.9) ernstig genoeg is om te spreken van bedrog dat vernietiging van de gehele koopovereenkomst rechtvaardigt. De grief faalt dus. Dit brengt mee dat bewijslevering over het zinken van de 16 ft Boston Whale Dauntless en over reclame in het verleden bij gebrek aan belang achterwege kan blijven.
2.11
Grief 7 is gericht tegen het oordeel van het GEA in 4.16 dat in beide huurovereenkomsten is bedongen dat zij tussentijds opzegbaar zijn. Het antwoord op de vraag of dat oordeel juist is, hangt af van uitleg van de beide huurovereenkomst aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Het Hof verenigt zich met hetgeen het GEA daarover heeft overwogen en beslist. De grief brengt geen gezichtspunten naar voren die aanleiding geven voor nadere motivering.
2.12
Grief 8 is gericht tegen het oordeel van het GEA in rov. 4.20 dat er geen grond is voor teruggave van de weggenomen bootliften, omdat [geïntimeerden] c.s. reeds worden veroordeeld tot betaling van US$ 28.500,00 als kosten voor "installatie" van de bootliften. De grief is gebaseerd op het uitgangspunt dat het gevorderde bedrag van US$ 28.500,00 betrekking heeft op installatie, exclusief de levering van vervangende bootliften. In het licht van productie 11 bij het inleidende verzoekschrift, waarin gesproken wordt van "replacing the 2 stolen evelator boat lifts", wordt dat uitgangspunt als onvoldoende onderbouwd gepasseerd.
Dit leidt tot verwerping van grief 8 en afwijzing van hetgeen bij wijze van eisvermeerdering in hoger beroep gevorderd is.
2.13
Na grief 8 hebben [appellanten] c.s. onder het kopje "verbintenissen tot ongedaanmaking" een betoog gevoerd, dat het Hof bij gebrek aan belang onbesproken laat, nu de koopovereenkomst niet is ontbonden, maar vernietigd.
2.14
Het bestreden vonnis dient te worden bevestigd. [appellanten] c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appelanten] c.s. hoofdelijk in de kosten van dit hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerden] c.s. gevallen en tot op heden begroot op NAf 249,50 aan verschotten en NAf 18.600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
bepaalt dat voor zover [appellanten] c.s. niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan voormelde proceskostenveroordeling hebben voldaan, zij vanaf dan hoofdelijk wettelijke rente verschuldigd zullen zijn;
verklaart de proceskostenveroordeling en de bepaling over de wettelijke rente uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, G.C.C. Lewin en D. Radder, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 9 oktober 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.