In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 9 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, Jimmy’s Snack Bar & Restaurant, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, die op 26 januari 2015 was gedaan in zaaknr. Lar 69/2014. De appellant had het beroep ingesteld om al zijn rechtsmiddelen uit te putten, zodat hij na een jaar opnieuw een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning kon indienen. Echter, de appellant heeft niet uiteengezet met welke overwegingen hij zich niet kon verenigen met de aangevallen uitspraak en heeft niet voldaan aan de vereisten voor het instellen van hoger beroep zoals gesteld in de relevante wetgeving.
Het Hof heeft vastgesteld dat de gemachtigde van de appellant op 26 maart 2015 in de gelegenheid was gesteld om het verzuim te herstellen, maar dat van deze gelegenheid geen gebruik is gemaakt. Gelet op artikel 22, tweede lid van de Lar, heeft het Hof besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De eerdere beslissingen van de minister, die de aanvraag van de appellant om een vergunning om een vreemdeling te werk te stellen had afgewezen, zijn in deze procedure niet herzien. De zaak is behandeld op 25 augustus 2015, waarbij zowel de appellant als de minister vertegenwoordigd waren door hun advocaten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 9 oktober 2015.