In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin de rechtsmacht van de Arubaanse rechter werd betwist in een echtscheidingsprocedure. De appellanten, een man en een vrouw, zijn gehuwd in Aruba op 7 december 2012 en hebben hun huwelijk niet in Venezuela ingeschreven. Ze hebben in Aruba echtscheiding verzocht, maar het GEA oordeelde dat de Arubaanse rechter geen rechtsmacht had. De appellanten hebben hiertegen hoger beroep ingesteld, waarin zij verzochten de bestreden beschikking te vernietigen en hun verzoek tot echtscheiding toe te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 maart 2015 heeft de gemachtigde van de appellanten, mr. Kock, gepleit aan de hand van overgelegde pleitnotities. De zaak betreft de mogelijkheid van 'honeymoontoerisme', een in 2002 ingevoerde regeling die het mogelijk maakt voor buitenlandse partijen om in Aruba te trouwen zonder dat zij daar woonachtig zijn. De wetgever heeft deze regeling ingesteld ter stimulering van de economie.
Het Hof heeft geoordeeld dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd, omdat de Arubaanse rechter naar ongeschreven recht rechtsmacht heeft om de echtscheiding uit te spreken. De beslissing van het Hof houdt in dat de echtscheiding tussen de partijen wordt uitgesproken en dat het echtscheidingsconvenant aan de beschikking wordt gehecht, waarmee de partijen worden gelast om uitvoering te geven aan dit convenant.