ECLI:NL:OGHACMB:2015:100

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 mei 2015
Publicatiedatum
11 juni 2019
Zaaknummer
EJ 1178/2014 – Ghis: 72588 - H 98/15
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake echtscheiding en rechtsmacht in het kader van honeymoontoerisme

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin de rechtsmacht van de Arubaanse rechter werd betwist in een echtscheidingsprocedure. De appellanten, een man en een vrouw, zijn gehuwd in Aruba op 7 december 2012 en hebben hun huwelijk niet in Venezuela ingeschreven. Ze hebben in Aruba echtscheiding verzocht, maar het GEA oordeelde dat de Arubaanse rechter geen rechtsmacht had. De appellanten hebben hiertegen hoger beroep ingesteld, waarin zij verzochten de bestreden beschikking te vernietigen en hun verzoek tot echtscheiding toe te wijzen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 26 maart 2015 heeft de gemachtigde van de appellanten, mr. Kock, gepleit aan de hand van overgelegde pleitnotities. De zaak betreft de mogelijkheid van 'honeymoontoerisme', een in 2002 ingevoerde regeling die het mogelijk maakt voor buitenlandse partijen om in Aruba te trouwen zonder dat zij daar woonachtig zijn. De wetgever heeft deze regeling ingesteld ter stimulering van de economie.

Het Hof heeft geoordeeld dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd, omdat de Arubaanse rechter naar ongeschreven recht rechtsmacht heeft om de echtscheiding uit te spreken. De beslissing van het Hof houdt in dat de echtscheiding tussen de partijen wordt uitgesproken en dat het echtscheidingsconvenant aan de beschikking wordt gehecht, waarmee de partijen worden gelast om uitvoering te geven aan dit convenant.

Uitspraak

BURGERLIJKE ZAKEN 2015 BESCHIKKING NO.
Registratienrs.: EJ 1178/2014 – Ghis: 72588 - H 98/15
Uitspraak: 19 mei 2015
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Beschikking in de zaak van:

1.[APPELLANT SUB 1],

hierna te noemen: de man,
2.
[APPELLANTE SUB 2],
hierna te noemen: de vrouw,
beiden te dezer zake woonplaats gekozen hebbende ten kantore van hun gemachtigden,
oorspronkelijk verzoekers, thans appellanten,
gemachtigden: mrs. M.H.J. Kock en D.C. Lopez Paz.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en verzocht, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) wordt verwezen naar de tussen partijen in de zaak met EJ nummer 1178 van 2014 gegeven en op 17 november 2014 uitgesproken beschikking. De inhoud van die beschikking geldt als hier ingevoegd.
1.2.
Appellanten hebben in een beroepschrift, ter griffie ingekomen op 29 december 2014, dus tijdig, hoger beroep ingesteld tegen voornoemde beschikking. Hierin hebben zij het beroep toegelicht en geconcludeerd dat het Hof de bestreden beschikking zal vernietigen en het verzoek van appellanten in zijn geheel zal toewijzen, kosten rechtens.
1.3.
Op 26 maart 2015 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden ten overstaan van mr. J. de Boer, lid van het Hof. De gemachtigde mr. Kock is verschenen. Zij heeft enkele producties overgelegd en heeft gepleit aan de hand van overgelegde pleitnotities.
1.4.
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.De gronden van het hoger beroep

Voor de gronden van het hoger beroep wordt verwezen naar het beroepschrift.

3.Beoordeling

3.1.
Partijen, beiden hun gewone verblijfplaats in Venezuela hebbende en beiden niet in het bezit zijnde van de Nederlandse nationaliteit, zijn gehuwd in Aruba op 7 december 2012 (voor de huwelijksakte zie productie 2 bij inleidend verzoekschrift), daarbij gebruik makende van de in 2002 ingevoerde – in Nederland niet bestaande – mogelijkheid van ‘honeymoontoerisme’ (artikel 1:43 en artikel 1:44 lid 1 onder h van het Burgerlijk Wetboek van Aruba [BWA]).
3.2.
In de memorie van toelichting is destijds opgemerkt (DW78-96, bij Titel 5, afdeling 2 van Boek 1; ook in
Parlementaire Geschiedenis van het Nederlands Antilliaanse (nieuw) Burgerlijk Wetboek, ed. M.F. Murray, 2005, p. 51):
‘Ook als de aanstaande echtgenoten niet hier te lande wonen, wordt door het onderhavige ontwerp een huwelijk mogelijk gemaakt, nu de praktijk heeft aangetoond dat aan deze mogelijkheid behoefte bestaat. Uiteraard is dan geen uittreksel uit het bevolkingsregister nodig (artikel 44, eerste lid, onderdeel a, slot).
In verband met het verschijnsel schijnhuwelijk - waarbij het oogmerk bestaat hier te lande toegang te krijgen - is in artikel 44, eerste lid, onderdeel h, een preventieve voorziening getroffen. (…).’
3.3.
Partijen hebben hun huwelijk niet in Venezuela ingeschreven (productie 5 bij beroepschrift). Zij hebben in Aruba echtscheiding verzocht, maar het GEA heeft in de bestreden beschikking, met een beroep op artikel 814 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba (Rv), geoordeeld dat aan de rechter in Aruba geen rechtsmacht toekomt. Hiertegen richt zich het hoger beroep terecht.
3.4.
De Arubaanse wetgever heeft ter stimulering van de economie het ‘honeymoontoerisme’ mogelijk gemaakt. Dit huwelijk wordt ingeschreven in het huwelijksregister van de Arubaanse burgerlijke stand. Hierbij past dat indien de buitenlandse partijen op eenparig verzoek aan de Arubaanse rechter echtscheiding verzoeken, de Arubaanse rechter naar ongeschreven recht rechtsmacht heeft om de echtscheiding uit te spreken (
forum loci celebrationis; verg. artikel 4 lid 4 RvNed ten aanzien van een Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap). Artikel 814 Rv draagt derhalve geen exclusief karakter (vgl.
Parlementaire Geschiedenis van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. Invoeringswet Boek 1, 1969, p. 1576 boven).
3.5.
Uit het voorgaande volgt dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd en dat het gezamenlijk verzoek tot echtscheiding moet worden toegewezen, met aanhechting aan deze beschikking van het echtscheidingsconvenant (laatste productie bij verzoekschrift).

4.Beslissing

Het Hof:
- vernietigt de bestreden beschikking, en opnieuw rechtdoende:
- spreekt de echtscheiding tussen partijen uit ter zake van het op 7 december 2012 in Aruba gesloten huwelijk;
- bepaalt dat de inhoud van het aan deze beschikking gehechte echtscheidingsconvenant (‘convenio de divorcio’) geacht moet worden deel uit te maken van deze beschikking en gelast partijen daaraan uitvoering te geven.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. de Boer, G.C.C. Lewin en H.J. van Kooten,
leden van het Hof, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 mei 2015 in Aruba, in tegenwoordigheid van de griffier.