Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
[verdachte],
- zonder dat een geldig rijbewijs voor het besturen van een motorvoertuig als waarmede over de weg wordt gereden aan hem, verdachte, is afgegeven en
- terwijl verdachte in slaap is gevallen, en zijn motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad
- terwijl zich meerdere voetgangers op of langs de weg bevonden
- naar links uit te wijken en
- de linkerrijstrook,
- op de uitrijstrook te rijden en
- (weer) terug naar de rechterrijstrook terug te rijden en
welkebestemd is voor het voor verdachte tegemoetkomend verkeer, gereden, terwijl op dat moment een voor verdachte tegenliggend motorrijtuig op die rijstrook naderde en weer terug naar de rechterrijstrook gereden en
erem- of uitwijksporen op het wegdek achter te laten naar rechts gereden,
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
BESLISSING
een gevangenisstraf voor de 12 (twaalf) maanden;
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast op grond dat de veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op drie (3) jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
3 (drie) jaren;