In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Buurtvereniging Jan Sofat en de naamloze vennootschap Spanish Water Resorts N.V. (SWR) over de kosten van onderhoud aan wegen in het resort Jan Sofat. De Buurtvereniging heeft de wegen laten onderhouden en wil de kosten van NAf 39.780,-- verhalen op SWR. De wegen zouden worden overgedragen aan het Land, waarna het onderhoud door de Dienst Openbare Werken (DOW) zou plaatsvinden. Echter, de overdracht heeft nog niet plaatsgevonden, wat niet aan SWR kan worden toegerekend. De Buurtvereniging heeft in hoger beroep de vernietiging van het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg (GEA) van 18 februari 2013 gevorderd, waarin SWR was veroordeeld tot betaling van een bedrag op basis van ongerechtvaardigde verrijking. SWR heeft ook hoger beroep ingesteld, maar dit is vervallen omdat zij geen griffierecht heeft betaald. Het Hof heeft de feiten vastgesteld zoals die door het GEA zijn vastgesteld en heeft geoordeeld dat de vordering van de Buurtvereniging niet toewijsbaar is. Het Hof concludeert dat de Buurtvereniging bewust het risico heeft genomen dat SWR niet bereid zou zijn om de onderhoudskosten te betalen. De omstandigheden maken het onredelijk dat SWR de schade van de Buurtvereniging op basis van ongerechtvaardigde verrijking zou moeten vergoeden. Het Hof heeft het vonnis van het GEA vernietigd en de vordering van de Buurtvereniging afgewezen, waarbij de Buurtvereniging is veroordeeld in de kosten van de procedure.