[verdachte],
geboren op [datum] 1985 in Curaçao,
wonende te Den Helder, Nederland,
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring in Curaçao.
Procesgang en onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 5 juni 2013, 25 september 2013 en 4 december 2013, zoals daarvan blijkt uit de processen-verbaal van die terechtzittingen, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 9 oktober 2014 in Curaçao.
Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw, mr. M.C. Vaders, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, aan de verdachte ter zake van de feiten 1 primair impliciet primair, 2 primair, 3 primair en 4 een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van tweeëntwintig jaren, met aftrek van voorarrest.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het als feit 2 primair, feit 2 subsidiair en feit 3 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het als feit 1 primair, impliciet primair, feit 2 meer subsidiair en feit 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien jaren, met aftrek van voorarrest.
Zowel de verdachte als de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
De verdachte is niet ontvankelijk in zijn hoger beroep voor zover het betreft hetgeen als feit 3 is tenlastegelegd nu hij daarvan in eerste aanleg is vrijgesproken.
Nu zowel de verdachte als de officier van justitie hoger beroep heeft ingesteld, is het vonnis waarvan beroep niettemin in zijn geheel aan beoordeling in hoger beroep onderworpen.
Aan de verdachte is, met inachtneming van de in eerste aanleg gevorderde en toegewezen wijziging, ten laste gelegd:…
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof tot andere beslissingen komt.
Het Hof is van oordeel dat bewezen is verklaard hetgeen aan de verdachte onder feit 1 primair, impliciet primair, feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4 is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
feit 1, primair, impliciet primair:
Hij op 15 oktober 2011, te Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, met voorbedachten rade, een persoon genaamd [slachtoffer], van het leven heeft beroofd, immers hebben verdachte en zijn mededaders toen en daar opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, met semi-automatische vuurwapens, kogels afgevuurd op genoemde [slachtoffer], waardoor genoemde [slachtoffer] door die kogels in het lichaam en het hoofd werd getroffen, ten gevolge waarvan die, (slachtoffer) is overleden;
hij op 15 oktober 2011, te Curaçao ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [zoon slachtoffer] (geboren 13 maart 2000) die zich aldaar bij de Kapperszaak Ado Den Haag bevond, van het leven te beroven, opzettelijk een of meer schoten met een semi-automatisch vuurwapen in de richting van die [zoon slachtoffer]heeft afgevuurd, terwijl de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 15 oktober 2011, te Curaçao ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [x] en/of [y] en/of [z], van het leven te beroven, opzettelijk een gericht schot met een vuurwapen in de richting van die [x] en/of [y] en/of [z] heeft afgevuurd, terwijl de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hij op 15 oktober 2011, in Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, voorhanden heeft gehad meerdere semi-automatische vuurwapens en munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930
).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd acht het Hof niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de hiernavolgende bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
1. Proces-verbaal van verhoor getuige, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 15 oktober 2011 door H.I. Mathew, brigadier bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 113-115), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [m]:
Ik zag omstreeks 12.15 uur twee mannen voorbij lopen in de richting van de barbershop. Deze mannen waren bijna identiek gekleed. Ik zag dat zij de barbershop instapten. Zodra de twee mannen binnen waren gestapt, begon ik een geluid alsof er vuurwerk werd afgestoken te horen. Meteen nadat ik het geluid niet meer hoorde, zag ik de twee mannen rennend uit de barbershop komen. De twee mannen stapten in een grijsgelakte auto met kenteken N 0-30. De auto reed hierna met hoge snelheid weg.
2. Proces-verbaal van verhoor getuige, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 15 oktober 2011 door H.A. Luckert en N.R.H. Marsera, respectievelijk hoofdagent en agent bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 130-132), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [N]:
Zonet gingen [slachtoffer, oudste zoon van slachtoffer, jongste zoon van slachtoffer] en ik naar de kapperszaak “ADO Den Haag” om onze haren te knippen. Ik zat tussen [slachtoffer en oudere zoon]. Op een gegeven moment ging de deur van de kapperszaak open en loerde een jongen met rastakapsel naar binnen. [slachtoffer] vertrouwde de situatie niet en vroeg aan zijn zoon [oudere zoon] om naar buiten te kijken wie deze jongen is. [oudere zoon] ging buiten kijken en zei tegen zijn vader dat deze jongen in een grijze Kia was maar dat hij de andere inzittende van de auto niet kan zien omdat de ruiten getint zijn. Kort daarna kwam er een andere man naar binnen. Toen hij naar binnen liep, stond [slachtoffer] op, hierna haalde deze jongen direct een vuurwapen uit zijn broeksband en begon op [slachtoffer] te schieten. De andere jongen met rastakapsel kwam ook naar binnen en hij bleef ook gericht op [slachtoffer] schieten. [slachtoffer] viel op de grond en zij bleven doorschieten. De man met rastakapsel had ook op [oudere zoon van slachoffer] geschoten. Beide verdachten hadden een vuurwapen.
3. Proces-verbaal van verhoor getuige, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 20 oktober 2011 door H.A. Luckert en G.I. Rozalina, respectievelijk hoofdagent en brigadier bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 141-143), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [O]:
Op 15 oktober 2011 was ik op mijn werk gekomen en had ik mijn eerste cliënt geknipt. De man die later het slachtoffer bleek te zijn kwam met een jongen van ongeveer 11 jaren oud binnen. Op die bewuste dag waren veel kinderen aanwezig in ADO Den Haag Barbershop. Het slachtoffer ging samen met genoemd jongetje op de bank zitten. Vervolgens zag ik op een gegeven moment dat de deur van de barbershop open ging, doch kwam niemand binnen. Ik zag dat iemand in de deuropening stond en bezig was naar binnen te loeren. Hierna werd de deur dicht gemaakt. Niemand kwam op dat moment binnen. Kort hierna werd de deur wederom opengemaakt. Ik zag een onbekende man binnenkomen die dichtbij mij kwam staan. Vervolgens zag ik dat hij direct een vuurwapen tevoorschijn haalde en meteen gericht op het slachtoffer begon te schieten. Ik zag dat het slachtoffer niet eens kans had gekregen om te reageren. Deze man was vergezeld van een andere man.
4. Proces-verbaal van lijkherkenning, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 15 oktober 2011 door O.A. Sanches, brigadier bij het Korps Politie Curaçao dossierpagina’s 28-29), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde verbalisant:
Op zaterdag 15 oktober 2011 vond te ADO Den Haag Barbershop te Salinja een schietpartij met dodelijke afloop plaats. De vader, de broer en de vrouw herkenden het lijk als respectievelijk zoon, broer en vriend in leven genaamd [slachtoffer].
5. Obductie rapport, opgemaakt op 30 januari 2012 door dr. G.D. Zielinski, patholoog bij het Analytisch Diagnostisch Centrum, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde deskundige:
Op 18 oktober 2011 heb ik de uit- en inwendige schouwing verricht op het lijk van [slachtoffer]. Bij sectie bleek de overledene meerdere inschoten, doorschoten en vooral veel schampschoten te hebben, o.a. in het hoofd en op de rechter borst. Er was ernstige destructie van het tussengelegen weefsel waaronder perforatie van de schedel, destructie van hersenweefsel en perforatie van de lever en het onderste deel van de lichaamsader. Tevens was er veel bloed in de buikholte. Het overlijden wordt hier zonder meer door verklaard op basis van weefselschade en bloedverlies ten gevolge van meervoudige schotletsels.
6. Proces-verbaal van aangifte, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 29 juli 2013 door E.J. Martina en H.A. Luckert, respectievelijk brigadier en hoofdagent bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 39-41), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [b]:
Op 15 oktober 2011 ging mijn zoon [oudere zoon] samen met zijn vader wijlen [slachtoffer], mijn andere zoon [jongere zoon]en mijn neef [neef] naar de ADO Den Haag Barbershop om zijn haren te laten knippen. Op een gegeven moment kwamen twee mannen binnen die verschillende schoten op [slachtoffer] hadden gevuurd. Tijdens het afvuren van die schoten werd mijn zoon [oudere zoon] voornoemd aan zijn rechtervoet verwond door een kogel.
7. Een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring, opgemaakt op 5 augustus 2013 door de arts Poulina (dossierpagina’s 42-45), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde arts:
Op 15 oktober 2011 heb ik geneeskundige hulp verleend aan [oudere zoon], geboren op 13 maart 2000.
Diagnose: (in)schotwond rechtervoet.
8. Proces-verbaal van bevinding, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 17 oktober 2011 door T.C.R. Privania, agent bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 32-34), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde verbalisant:
Op zaterdag 15 oktober 2011 omstreeks 12:05 uur reed ik in uniform in mijn persoonlijke auto langs ADO Den Haag barbershop. Ik zag een man uit de kapperszaak komen met een vuurwapen in handen. Deze man heeft plat geschoren haren. Ik zag hierna een man met rastakapsel ook uit de kapperszaak lopen met een vuurwapen in zijn hand. Ik zag dat beide mannen in een grijsgelakte personenauto van het merk Kia model Rio stapten. Voordat de verdachte auto voorbij reed, zag ik een S.K.S. patrouilleauto op de Kaminda Salinja langsrijden. Ik gaf deze patrouilleauto een seintje om naar mij toe te komen. Ik heb hen de grijze auto aangewezen en de S.K.S. leden begonnen een achtervolging van de grijze auto. Ik reed hen ook achterna. Tijdens de achtervolging zag ik dat de verdachte met het rastakapsel met zijn bovenlijf uit het linkerachterraam leunde en een gericht schot op de S.K.S. patrouilleauto loste.
Op enig moment reden we de Kaminda Koraalspecht in, daarna de Kaya Shers. Hier had ik geen zicht op de grijze auto. Ik zag dat de S.K.S. patrouilleauto in westelijke richting ging. Ik reed toen de Kaya Stila op om te kijken of ik de grijze personenauto weer tegen kwam. Ik zag deze personenauto langzaam tegen een andere geparkeerde auto botsen. Ik zag niemand in de grijze personenauto. Kort daarna werd ik door een buurtbewoner geroepen die verklaarde dat de verdachten de tuin binnen renden en dat ze via de tuin in de mondi vluchtten.
9. Proces-verbaal van aangifte, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 16 oktober 2011 door H.I. Mathew, brigadier bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina 81-83), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van S.K.S. ambtenaar [y]:
Gisteren omstreeks 12.00 uur was ik met twee collega’s op patrouille in Salinja. Ik zag een man lopen die zich verdacht gedroeg. Plotseling rende hij naar een grijsgelakte auto en stapte in aan de achterkant van de auto. Hierna begon de auto te rijden. Een geüniformeerde politieagent gebaarde naar ons en trok zijn dienstwapen en richtte deze op de grijsgelakte auto. Wij startten een achtervolging. De politieagent die het gebaar had gemaakt zat achter ons. Wij zaten al die tijd achter de grijsgelakte auto aan. De achtervolging vond plaats op een echt hoge snelheid. Een man die achterin de grijsgelakte auto was gestapt, richtte vanuit het autoraam een pistool en loste een gericht schot op onze patrouillewagen. Deze man had een rastakapsel. Ik zag dat het schot de buitenspiegel van de bestuurderszijde had geraakt, deze was kapot. Op enig moment reden de verdachten tot aan de Kaya Shers. Bij de Kaya Shers aangekomen sloegen zij rechtsaf de Kaya Shers op en sloegen dan meteen linksaf de Kaya Stila op. Doordat ik de straten van Koraalspecht goed ken, reed ik niet achter de verdachten de Kaya Stila in. Ik reed rechtdoor en sloeg af in de volgende afslag om hun dan aan de andere kant te onderscheppen. Op de hoek bracht ik de patrouillewagen tot stilstand, waarna wij met getrokken wapens uitstapten. Wij zagen de auto aankomen op lage snelheid met niemand erin. Vervolgens botste deze auto tegen een geparkeerde auto en kwam tot stilstand.
10. Proces-verbaal van verhoor getuige, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 19 oktober 2011 door C.L. Maduro en G.I. Rozalina, beiden brigadier bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 88-90), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [L]:
Ik zat bij de woning van mijn vriendin [vriendin] bij Kaya[adres ], toen ik een bericht kreeg dat er een moord gepleegd was op een familielid van de familie [familie van slachtoffer] in Ado Barbershop. Ik besloot te gaan. Net in de bocht zag ik een grijs gelakte auto met zeer hoge snelheid aan komen rijden. Ik zag dat de grijs gelakte auto bij de woning van [vriendin] vaart verminderde. Ik zag dat drie jongens vanuit de auto stapten waarna de auto onbeheerd verder reed. Ze liepen het erf op en sprongen hierna over de omheining aan de achterkant van de woning van [vriendin] en renden weg. Een man had platgeschoren haar, een man had een rasta kapsel, de derde man had een pet op. De man met de pet op was een beetje korter van gestalte dan de man met rasta kapsel.
11. Proces-verbaal van verhoor getuige, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 16 oktober 2011 door E.J. Riedel en H.I. Mathew, respectievelijk agent en brigadier bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 91-93), inhoudende - zakelijk weergegeven – als de op 15 oktober 2011 om 14.30 uur afgelegde verklaring van de getuige [H]:
Ik was vandaag thuis met mijn zoon. Mijn adres is [adres] in Curaçao. Op een gegeven moment kwam mijn kleinzoon [verdachte] aanrennen. Het leek alsof hij erg moe was, alsof hij aan het rennen geweest was. Het duurde niet lang, een minuutje of zo, toen kwamen nog twee jongens naar binnen. Ze waren blijkbaar met [verdachte]. Ik had toen aan [verdachte] gevraagd waarom hij zo moe was. [verdachte] had gezegd dat zij moe waren doordat zij achtervolgd werden door de politie. Op een gegeven moment zag ik de jongens die ik niet ken in mijn slaapkamer staan. Ik zag dat ze mijn matras opgetild hadden en ze waren bezig spullen eronder te duwen. [verdachte] riep ze van buiten en ze gingen weg. Ik ging naar mijn kamer en zag onder mijn matras een zwarte laars, een of twee witte jackets en een zwart shirt. Ik heb toen een doos gepakt, de spullen erin gezet en deze op het balkon neergezet.
12. Proces-verbaal van verhoor getuige, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 15 oktober 2011 door O.A. Sanches, brigadier bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 98-100), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [G]:
Ik woon samen met mijn moeder [getuige H] op het perceel [adres]. Omstreeks 13.00 uur hoorde ik de zoon van mijn nicht, de man genaamd [verdachte] naar binnen komen. Hij was bloot aan zijn bovenlijf. Toen heeft mijn moeder hem gevraagd wat hij hier is komen doen. Hij heeft aan mijn moeder beantwoord dat de politie hem achterna zat. De twee andere jongens waren in de woonkamer gaan staan. Daarna zijn ze in de slaapkamer van mijn moeder gegaan en zij hadden de deur dichtgemaakt. Toen de jongens weer naar buiten waren gekomen hadden ze hun T-shirts vervangen en zijn ze weggegaan. Mijn moeder is toen in haar slaapkamer gaan kijken wat de jongens daarin hadden gedaan. Zij had geconstateerd dat haar matras werd opgetild. Zij ging onder haar matras kijken en zag de kogelvrije vesten en nog een paar kledingstukken. Zij heeft al die dingen in een doos gelegd en achter in de tuin gezet.
13. Proces-verbaal van bevinding, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 8 april 2013 door H.A. Luckert, hoofdagent bij het Korps Politie Curaçao (dossierpagina’s 67-69), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde verbalisant:
Op 6 april 2013 werd een onderzoek door het onderzoeksteam gedaan naar de vluchtweg welke de daders op 15 oktober 2011 hadden gebruikt nadat zij uit de grijs gelakte Kia Rio waren gestapt, het erf van [adres] waren opgerend en vervolgens de mondi waren ingerend. Bleek dat er een rooi achter perceel Stila 17 is welke tot aan het einde van de [adres] leidt. Tevens werd geconstateerd dat er een portier gevestigd is aan de achterkant van het hek van het perceel Kaya [adres].
14. Proces-verbaal van sporenonderzoek en DNA-sporenverzameling, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 20 februari 2012 door S.G. Maduro, E.A. Jansen en M.L. Kalmez, allen brigadier bij het Korps Politie Curaçao, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde verbalisanten:
Op zaterdag 15 oktober 2011 hebben wij bij de kapsalon ADO Den Haag forensisch technisch onderzoek verricht. In het belang van het onderzoek werden in de kapperszaak hulzen van het kaliber 9 mm in beslag genomen. (bladzijden10-15)
Vervolgens werd een forensisch sporenonderzoek verricht op de vluchtauto N-0-30. In deze personenauto werd onder andere het volgende aangetroffen en veiliggesteld: zwart T-shirt van het merk Pro; een scherpe patroon van het kaliber 9 mm werd op de achterbank aangetroffen; een patroonhouder inhoudende patronen.
Twee halfvolle waterflessen van het merk “SPA” werden in de middenconcole aangetroffen. Deze werden elk afzonderlijk veilig gesteld en in beslag genomen voor eventueel te verrichten DNA-onderzoek. Deze werden voorzien van de SIN-AAAG9121NL en AAAG9122NL. (bladzijden 21-22)
Bij een door ons ingesteld onderzoek op het adres [ ] troffen wij op het erf een kartonnen doos inhoudende een aantal kledingstukken. Uit de doos werden onder andere een zwart/grijs T-shirt van het merk LRG binnenste buiten aangetroffen, veiliggesteld en in beslag genomen.
Ook werd een zwart T-shirt van het merk Angelo Litrico binnenste buiten aangetroffen, veiliggesteld, in beslag genomen en voorzien van SIN AAAG9127NL. (bladzijde 23)
15. Proces-verbaal van aanvraag DNA onderzoek, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 15 mei 2013 door S.G. Maduro, brigadier bij het Korps Politie Curaçao, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde verbalisant:
In het onderzoek bij ADO Den Haag werden onder ander de volgende hulzen in beslag genomen: AAG9704NL, AAG9705NL, AAG9706NL, AAG9707NL, AAG9715NL, AAG9716NL, AAG9717NL en AAG9718NL.
16. Aanvullend proces-verbaal van sporenonderzoek en DNA-sporenverzameling, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 5 juli 2013 door S.G. Maduro, E.A. Jansen en M.L. Kalmez, allen brigadier bij het Korps Politie Curaçao, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde verbalisanten:
Tijdens het sporenonderzoek op het adres [ ] hadden wij twee kogelvrije vesten in de kartonnen doos aangetroffen, veiliggesteld en in beslag genomen.
17. Rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek, opgemaakt op 22 oktober 2013 door dr. J.H.A. Nagel, rapporteur van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde deskundige:
Bemonsteringen zijn onderworpen aan een DNA-onderzoek.
Omschrijving ‘spa water fles in auto’, SIN AAAG9122NL: kan afkomstig zijn van verdachte [verdachte]; de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit profiel is kleiner dan 1 op 1 miljard. Omschrijving T-shirt (‘merk Angelo Litrico’), SIN AAAG9127NL: kan afkomstig zijn van verdachte [verdachte]; de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit profiel is kleiner dan 1 op 1 miljard
18. Rapport schotrestenonderzoek, opgemaakt op 29 november 2013 door ing. R.C. Roepnarain, rapporteur van het NFI, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde deskundige:
Het onderzoek heeft een vrijwel zekere relatie aangetoond tussen de stubs waarmee de T-shirts – zwart T-shirt van het merk Pro aangetroffen in de vluchtauto N-0-30, grijs/zwart T-shirt van het merk LRG [adres] en zwart T-shirt van het merk “Angelo Litrico” ([adres]) – zijn bemonsterd en een schietproces.
19. Rapport munitieonderzoek, opgemaakt op 11 november 2013 door B. Jacobs, rapporteur van het NFI, inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van voornoemde deskundige:
Er zijn aanwijzingen gevonden dat de scherpe patroon aangetroffen in vluchtauto N‑0-30 is doorgeladen in hetzelfde vuurwapen als waaruit de hulzen AAG9704NL, AAG9705NL, AAG9706NL, AAG9707NL, AAG9715NL, AAG9716NL, AAG9717NL en AAG9718NL zijn verschoten.
De acht hierboven genoemde hulzen zijn vermoedelijk verschoten met een (semi) automatisch werkend pistool.
20. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 9 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 15 oktober 2011 had ik een rasta kapsel. Mijn oma is [H]. Ik ben die dag met twee andere jongens bij haar geweest.