Uitspraak
,
,
,
,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak vorderde het Land Sint Maarten de schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van 21 februari 2014. De geïntimeerden verzochten het Hof om tussentijds cassatieberoep open te stellen. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft op 29 augustus 2014 uitspraak gedaan. Het Hof oordeelde dat de vorderingen van de geïntimeerden moesten worden afgewezen. Het Hof overwoog dat het belang van het Land bij behoud van de bestaande toestand zwaarder weegt dan het belang van de geïntimeerden bij de tenuitvoerlegging van het vonnis van 21 februari 2014, totdat op het hoger beroep is beslist. Het Hof concludeerde dat er geen gronden waren voor herroeping van het vonnis van 9 mei 2014 en dat er geen andere processuele weg was om de rechtsgevolgen van dat vonnis te ontnemen. Daarnaast bepaalde het Hof dat, voor zover mogelijk, tussentijds cassatie kan worden ingesteld tegen het vonnis van 9 mei 2014 en het onderhavige vonnis, voordat op het hoger beroep is beslist. De geïntimeerden werden veroordeeld in de kosten van de procedure.