In deze Arubaanse zaak heeft verzoeker, thans gedetineerd in het Korrektie Instituut Aruba, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie verzocht om het Land Aruba te bevelen zorg te dragen voor zijn reis naar Colombia en de kosten van zijn medische behandeling daar. Het verzoek is ingediend op 11 februari 2014 en behandeld in raadkamer op 12 februari 2014. Verzoeker stelt dat hij recht heeft op adequate medische zorg, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het Hof oordeelt dat het verzoek ontvankelijk is, omdat het Wetboek van Strafvordering geen regeling biedt voor dergelijke gevallen en het belang van een goede strafrechtsbedeling een dringende voorziening noodzakelijk maakt.
Het Hof wijst het standpunt van het Land Aruba af, dat de ernst van verzoekers ziekte, prostaatkanker, niet zo ernstig is en dat er geen verplichting bestaat om de kosten van de behandeling in Colombia te dekken. Het Hof benadrukt dat iedere veroordeelde, inclusief vreemdelingen, recht heeft op humane detentieomstandigheden, waaronder adequate medische zorg. Het Hof besluit dat het Land binnen 48 uur na de uitspraak moet zorgen voor de vergoeding van de reiskosten en de medische behandeling van verzoeker, met een dwangsom van Afl. 10.000,- per dag bij niet-naleving, tot een maximum van Afl. 1.000.000,-.
De beslissing van het Hof is dat het Land in de proceskosten wordt veroordeeld, die op nihil zijn begroot, omdat verzoekers advocaten hem gratis bijstaan. Het Hof wijst het verzoek om uitvoerbaarheid bij voorraad af, omdat verzoeker daar geen belang bij heeft. De beschikking is gegeven op 17 februari 2014.