Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De grieven
3.Waarvan in hoger beroep moet worden uitgegaan
4.Beoordeling
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens[EVRM]; uit artikel 8 van de
Staatsregeling van Curaçaovloeit niet iets anders voort). Ingevolge de rechtspraak van het Europese Hof voor de rechten van de mens omvat deze vakbondsvrijheid (‘trade union freedom’) onder meer ‘the right for a trade union to seek to persuade the employer to hear what it has to say on behalf of its members’ (EHRM Grote Kamer 9 juli 2013, Appl. no. 2330/99,
Sindicatul ‘Păstorul cel Nun’ v. Romania, § 135). Het Europese Hof overwoog in een eerdere zaak: ‘it is of the essence of the right to join a trade union for the protection of their interests that employees should be free to instruct or permit the union to make representations to their employer or to take action in support of their interests on their behalf. If workers are prevented from so doing, their freedom to belong to a trade union, for the protection of their interests, becomes illusory’ (EHRM 2 juli 2002, Appl. nos. 30668/96, 30671/96 and 30678/96,
Wilson, National Union of Journalists and others v. the United Kingdom, § 46).
NJ2007, 464,
AbvaKabo v. Kinderopvang). SEU wenst enkel de naleving van bestaande cao-bepalingen af te dwingen en in dat verband daarmee de uitleg van die bepalingen aan de orde te stellen. Het draait volgens SEU om de ‘vertegenwoordigingsbevoegdheid’ (pleitnotities mr. Braam in eerste aanleg, p. 1-2 en 3-4; memorie van grieven, p. 3-4); volgens SEU zijn veel werknemers uit onvrede overgegaan naar SEU; en SEU voelt zich geboycot (pleitnotities mr. Lasten in hoger beroep, p. 2).
Landsverordening collectieve arbeidsovereenkomstKodela de cao-bepalingen die betrekking hebben op arbeidsvoorwaarden ook in acht te nemen in arbeidsovereenkomsten met werknemers die niet aan de cao zijn gebonden.
NJ1998, 709,
FNV v. Kuypers BV, rov. 3.7). En SEU kan voorts een beroep doen op de nietigheid van artikel 12 van de
Landsverordening collectieve arbeidsovereenkomst, ook al was zij geen partij bij de cao (zie voornoemde uitspraak van de Hoge Raad inzake
FNV v. Kuypers BV, rov. 3.5).